Grote verzameling werktekeningen Bossche School Archief Architectenbureau Van der Laan en Van Hal nu openbaar in BHIC Het BHIC heeft het archief van Architectenbureau van der Laan (1946–1995) openbaar en beschikbaar gemaakt voor onderzoek. Zowel online als fysiek kun je nu kennis nemen van dit gevarieerde archief dat een grote verzameling werktekeningen bevat van de architectuurstroming de Bossche School. De theorie van de Bossche School, die een onophoudelijke inspiratiebron was voor hun werk, is namelijk door de stichter van het bureau, Nico van der Laan en zijn broer de benedictijner monnik Dom Hans van der Laan, ontwikkeld.
Architectenbureau In het najaar van 2012 heeft architect Hans van der Laan van het huidige Bureau van der Laan het archief door een schenking overgedragen aan het BHIC. In 1946 begon zijn vader, Nico van der Laan (1908-1986) een architectenbureau te ’s-Hertogenbosch. Het bureau was gevestigd aan de Peperstraat 25. Na verschillende verhuizingen en naamswijzigingen was het bureau als laatste tot maart 2010 gevestigd aan de Oude Dieze 19 te ’s-Hertogenbosch.
De Bossche School De naam van de stroming Bossche School is ontleend aan de Cursus Kerkelijke Architectuur die in de periode van de Wederopbouw tussen 1946 en 1973 in het Kruithuis in Den Bosch is gegeven. De opleiding was bedoeld om architecten te begeleiden bij de herbouw en nieuwbouw van de katholieke kerken na de oorlog. Docenten werden de benedictijner monnik Dom Hans van der Laan (1904-1991), Nico van der Laan, Cees Pouderoyen en later ook o.a. Jan de Jong en Harry van Hal.
In de eerste jaren tot ca. 1958 stond de cursus nog dicht bij de traditionele opvattingen van de Delftse School, was het onderricht georiënteerd op de vormentaal van het vroege christendom en hield men zich vooral bezig met de verkenning en bewuste hantering van een universeel maatsysteem, in 1929 ontdekt: het z.g. plastisch getal. In het begin van de jaren zestig verandert dit beeld ingrijpend. De cursus ontwikkelt zich dan tot een onderzoeksinstituut voor het hele terrein van de architectuur en stedenbouw. De architecten in deze kring onder de bezielende leiding van pater Hans bestuderen een compleet stelsel van nieuwe theoretische inzichten en ontwikkelen daarbij geheel eigen, gezamenlijke vormentaal die de Bossche School ging heten.
Vormgeving De periode voor 1958 werd gekenmerkt door een sterke invloed van de vroegchristelijke architectuur. Deze zorgvuldige en beeldbepalende bijdrage aan het stads- en dorpsbeeld is een kort leven beschoren. Later wordt een belangrijk kenmerk van de Bossche School de sobere vormgeving en afwerking van de gebouwen. Er wordt op een heel directe manier gebruik gemaakt van eenvoudige materialen, zoals baksteen, beton en hout. Opvallend is steeds de heldere geometrie, gebaseerd op het maatsysteem van het plastisch getal. Meer ornament, meer gedetailleerde middelen dan de strikt noodzakelijke worden gemeden. De Bossche School manifesteert zich niet alleen in de naoorlogse kerkenbouw maar drukt een kenmerkend stempel op vooral de Brabantse stads- en dorpsgezichten in de tweede helft van de twintigste eeuw.
Het archief Het archief bevat foto’s, presentaties en werktekeningen van huizen, kapellen, kerken, grafstenen en andere gebouwen en monumenten in Brabant en daarbuiten, maar bevat ook onderwijsgegevens met tekeningen voor de Cursus Kerkelijke Architectuur in ’s-Hertogenbosch. De inventaris van het archief is in te zien via
www.bhic.nl/onderzoek. Documenten en foto´s uit het archief kun je raadplegen in de studiezaal van het BHIC, ’s-Hertogenbosch.