Groot-Waspik
Staatkundige situering 1795
Republiek - Holland - Baljuwschap van Zuid-Holland - Een der Zes Zuid-Hollandse dorpen in de Langstraat.
Status 1795
Ambachtsheerlijkheid; Hollands leen. Tot de ambachtsheerlijkheid Groot-Waspik behoorden tevens de ambachtsheerlijkheid Twaalfdhalfhoeve en de ambachtsheerlijkheid 's-Grevelduin-Waspik. De laatste viel voor 1602 onder Klein-Waspik.
Heren en vrouwen
Verhef in 1553 Robbrecht van Gent.
Verhef voor 1634 Anna van Gent, dochter van Robbrecht en moeder van Aarnoult.
Verhef in 1634 Aarnoult van Raveschot.
Verhef in 1656 Hubrecht van Raveschot.
Verhef in 1675 Johan van Raveschot.
Verhef in 1693 Hubert Arnolt van Raveschot.
Verhef in 1720 Maria Charlotte van Raveschot.
Verhef in 1732 Maria Catharina Emonds.
Verhef in 1741 François Bernhard Cousebant.
Verhef in 1759 Floris Cousebant.
Bestuur en Rechtspraak
Schepenbank: Schepenbank van Groot-Waspik bestaande uit 7 schepenen of heemraden.
Rechtsgebied: Groot-Waspik, Twaalfdhalfhoeve, 's-Grevelduin-Waspik.
Rechtspraak: Middelbare en lage justitie.
Civiele zaken: schepenbank. Officier: schout van Waspik.
Criminele zaken: Hoge Vierschaar van het baljuwschap Zuid-Holland te Dordrecht. Officier: baljuw van de Hoge Vierschaar.
Beroepshof: Hoge Vierschaar van het baljuwschap Zuid-Holland te Dordrecht.
Bestuur: Schout, schepenen, 2 burgemeesters.
Klein-Waspik
Status 1795
Ambachtsheerlijkheid; Hollands leen. Klein-Waspik wordt ook Over-Waspik genoemd.
Heren en vrouwen
1545 - 1584 Willem I van Oranje.
1584 - 1609 Erven van Willem van Oranje.
1609 - 1625 Maurits.
1625 - 1647 Frederik Hendrik.
1647 - 1650 Willem II.
1650 - 1702 Willem III.
1702 - 1732 Erven van Willem III.
1732 - 1740 Koning Frederik Willem I van Pruisen.
1740 - 1752 Koning Frederik II van Pruisen.
1751 - 1795 Willem V. Het verhef vond plaats in 1752. Bachiene noemt als jaar van verkoop 1753.
Bestuur en rechtspraak
Schepenbank: Schepenbank van Klein-Waspik bestaande uit 7 schepenen of heemraden.
Rechtsgebied: Klein-Waspik en tot 1602 ook 's-Grevelduin-Waspik.
Rechtspraak: Middelbare en lage justitie.
Civiele zaken: schepenbank. Officier: Schout van Waspik.
Criminele zaken: Hoge Vierschaar van het baljuwschap Zuid-Holland te Dordrecht. Officier: baljuw van de Hoge Vierschaar.
Beroepshof: Hoge Vierschaar van het baljuwschap Zuid-Holland te Dordrecht.
Waspik waterstaat
Polder over de Gantel
Bestuur: President en 3 poldermeesters.
Jufvrouwweide, gecombineerd met Meijerswerf en de buitengronden onder Meeuwen en Dussen beneden den veerweg van Capel; de Buitendellen van Waspik ten oosten van Vrouwkensvaart
Bestuur: Ingelanden.
De Oostpolder
Bestuur: Twee poldermeesters, van wie de oudste tevens penningmeester is.
Gecombineerde Groot-Waspiksche en Raamsdonksche Binnenpolder, anders genaamd De Dijkeinden en Bloken
Bestuur: President en 3 poldermeesters.
De Bijsters; de Binnenbijsters
Bestuur: Dorpsbestuur van Waspik.
Polder boven de kerk onder Vrouwkensvaart
Bestuur: Vier poldermeesters van wie een president.
Buitendellen
Bestuur: Twee poldermeesters van wie een president.
Boven de kerk over de Vrouwkensvaart; Boven de kerk
Bestuur: Vier poldermeesters van wie een president.
Gecombineerde Buitendijksche Hooipolder
Bestuur: President en 3 poldermeesters.
De Overdiepsche Hooipolder
Bestuur: Voor het deel onder Raamsdonk en Groot-Waspik: president en 3 poldermeesters; voor het deel onder Klein-Waspik: president en 3 poldermeesters. In 1825 zegt het bestuur te bestaan uit 2 poldermeesters.
Polder van Klein-Waspik
Bestuur: Hoofd, 3 poldermeesters en een secretaris.
