Stad en baronie van Grave en het Land van Cuijk; Brabants leen.
De Baronie van Grave en het Land van Cuijk worden als pandheerlijkheid uitgegeven in 1559 aan Willem I van Oranje, wiens goederen in 1568 verbeurd werden verklaard. Na de verovering van Grave door Maurits kreeg deze het als onlosbaar en erfelijk leen in 1611.
Heren en vrouwen
1559 - 1584 Willem I van Oranje.
1584 - 1609 Erven van Willem van Oranje.
1609 - 1611 Maurits als pandheer.
1611 - 1625 Maurits.
1625 - 1647 Frederik Hendrik.
1647 - 1650 Willem II van Nassau.
1650 - 1702 Willem III van Nassau.
1702 - 1711 Johan Willem Friso van Nassau.
1711 - 1751 Willem IV van Nassau.
1751 - 1795 Willem V van Nassau.
De Stad
Plaats 1795
Grave
Staatkundige situering 1795
Republiek - Staats-Brabant - Baronie van Grave en het land van Cuijk.
Status 1795
Hoofdstad van het Land van Cuijk.
Bestuur en Rechtspraak
Schepenbank: Schepenbank van Grave bestaande uit 7 schepenen.
Rechtsgebied: Grave.
Rechtspraak: Hoge, middelbare en lage justitie. Officier: ambtman van Grave voor de hoge en een gedeelte van de middelbare justitie; de scholtis van het Land van Cuijk voor een gedeelte van de middelbare justitie en de lage justitie.
Beroepshof: Hoofdbank van Cuijk.
Bestuur: Schepenen, 2 burgemeesters en 8 gezworenen.
Waterstaat
Naam: Mars en Wijth.
Bestuur: Dijkgraaf (schout van Grave), 7 heemraden en een dijkschrijver. In 1825 werd de functie van dijkschrijver uitgeoefend door de oudste van de heemraden.
Naam: Polder van Escharen en Gassel.
Bestuur: Dijkgraaf (schout van Grave) 7 heemraden en een dijkschrijver.
