Joannes Hubertus van Roosmalen werd in 's-Hertogenbosch geboren en gedoopt | 22 feb 1804 |
werd student op het Klein Seminarie Beekvliet | 1821 |
maakte een aanvang met de theologiestudie op het Groot Seminarie te Herlaer | 1821-1822 |
studeerde andermaal humaniora te Nijmegen | 1825-1827 |
hernam de studie van de theologie op de pastorie van Erp | 1829 |
kwam wederom op Herlaer | 1829 |
subdiaken gewijd. |
diaken gewijd. |
priester gewijd in de kathedraal van Munster door mgr. Freiherr van Droste zu Vischering, bisschop van Munster | 17 mrt 1832 |
ontving op aansporing van het vicariaat het habijt | 1833 |
legde de plechtige geloften af met dispensatie in het tweede jaar noviciaat | 2 sep 1834 |
kapelaan te Vlijmen | 4 feb 1835 |
deservitor te Bokhoven | 25 jul 1835 |
tot pastoor van Bokhoven aangesteld | 10 aug 1835 |
vernieuwde de toren aan de westzijde van de kerk | 1836 |
betreurde de dood van 15 parochianen (veertien vrouwen en een man), die in de Dieze verdronken door het omslaan van de marktschuit op weg naar Den Bosch | 17 nov 1837 |
ontving in februari 1839 van pater Mathias Wolff S.J. een door mgr. De Wijkerslooth 14 oktober 1836 als echt erkende relikwie van St. Cornelius, en kreeg van mgr. Den Dubbelden verlof, dat het heilig overblijfsel in het Bossche vicariaat publiek ter verering mocht worden uitgesteld | 19 feb 1839 |
besteedde daar zijn vrije tijd aan het doorlezen en bestuderen van het archief van zijn parochie, waarna hij het resultaat van zijn bevindingen in een aantal geschriften in folio vastlegde. |
stierf te Bokhoven | 19 mei 1869 |
werd daar begraven |