1469, sabbato post dominicam qua cantatur Reminiscere.
Schepenen van Buscumducis oorkonden, dat de gebroeders Gerardus, Henricus en Jacobus, kinderen van wijlen Henricus Sanderszn van Os, ook namens hun broeder Alexander, abt van Berna, en namens Elisabeth, dr.v.w. Jacobus van den Wiel, alsook meester Arnoldus van den Cluyten (nader genoemd), Henricus Noeden en Johannes Spiker Johanneszn (beiden nader genoemd) hebben overgedragen aan meester Henricus Appels ten gunste van de O.L.Vrouwebroederschap van de kerk van S. Johannes Evangelist in Buscumducis een erfcijns van 6 gouden schild uit de hoeve Ten Lair in de parochie van Bucstel op Zelisel en uit de daarbij horende goederen.
1469, sabbato post dominicam qua cantatur Reminiscere.
Schepenen van Buscumducis oorkonden, dat de gebroeders Gerardus, Henricus en Jacobus, kinderen van wijlen Henricus Sanderszn van Os, ook namens hun broeder Alexander, abt van Berna, en namens Elisabeth, dr.v.w. Jacobus van den Wiel, alsook meester Arnoldus van den Cluyten (nader genoemd), Henricus Noeden en Johannes Spiker Johanneszn (beiden nader genoemd) hebben overgedragen aan meester Henricus Appels ten gunste van de O.L.Vrouwebroederschap van de kerk van S. Johannes Evangelist in Buscumducis een erfcijns van 6 gouden schild uit de hoeve Ten Lair in de parochie van Bucstel op Zelisel en uit de daarbij horende goederen.
b. Getypte tekst in Map-Afschriften.