skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg

Archieven

1562 Woordenboek Brabantse Dialecten, Katholieke Universiteit Nijmegen 1960-2005

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Dit archief bevat de bronnen van het koepelproject 'Woordenboek van de Brabantse Dialecten' dat een aanvang nam in 1960 op initiatief van prof. dr. A.A. Weijnen. Het woordenboek zelf is in 33 afleveringen gepubliceerd tussen 1967 en 2005 en beschrijft de agrarische woordenschat, de vaktalen en de algemene woordenschat van de dialecten in de provincies Noord-Brabant, Antwerpen en Vlaams-Brabant. De redactie zetelde in de Nijmeegse Centrale voor Dialect- en Naamkunde (NCDN), die opgegaan is in de afdeling Algemene Taalwetenschap en Dialectologie, tegenwoordig weer opgenomen in de afdeling Taalwetenschap.
Het leeuwendeel van de bronnen bestaat uit ingevulde vragenlijsten van de Nijmeegse enquête, die speciaal voor dit project werd afgenomen. Naast de in druk verschenen genummerde lijsten (1-113) werd ook nog een aantal gestencilde vragenlijsten uitgegeven die van een letter zijn voorzien, lijst A, B enz. Vragenlijsten m.b.t. de algemene woordenschat zoals lijst 1 werden in vrijwel ieder Brabants dialect ingevuld, maar bij meer specifieke onderwerpen (zoals de vaktaal van de diamantbewerker) zijn er veel minder ingevulde vragenlijsten. In deze materiaalverzameling kunt u zoeken op plaatscode (er is een register op plaatscodes beschikbaar) en op begrip oftewel woordbetekenis (ook hiervan is een register beschikbaar).
Daarnaast verzamelde de redactie informatie over de verschillende Brabantse dialecten in de vorm van knipsels, ingezonden woordenlijsten en dialectbeschrijvingen e.d. en beheerde zij het materiaal dat in voorgaande decennia door wetenschappelijk onderzoek was vastgelegd. Zo bevinden zich ook de aantekeningen van J.M. Renders uit Woensel (opgetekend tussen 1930 en 1961) over vele verschillende Brabantse en Limburgse dialecten in dit archief. Een ander onderdeel bestaat uit de invullingen van de vragenlijsten die A.A. Weijnen tussen 1938-1950 publiceerde in de tijdschriften Brabantia Nostra en Edele Brabant.
Inventaris
Begrippenregister
Letter C
1562 Woordenboek Brabantse Dialecten, Katholieke Universiteit Nijmegen 1960-2005
Inventaris
Begrippenregister
Letter C
c. Of zit er misschien bij u een plankje aan die stellage vast, waardoor een gat is geboord? Zo ja, hoe noemt u dat plankje?; N 97 (1988); 014c
canadese populier; kruising tussen de zwarte polier en amerikaanse soort [canada, kana, klaterboom, canadas, canidas, gauwgroot]; N 82 (1981); 066
Cantharel: een gele, eetbare paddestoel (cantharel, eierzwam, dooierzwam).; N 92 (1982); 188
cape, grote ~, versierd met kant, strikken en fluwelen garnering [umhanger]; N 25 (1964); 064c
capuchon van een regenmantel [tröt]; N 23 (1964); 010
capucijner, zaad van een erwtesoort, vrij groot en vaalbruin van kleur; bij het koken blijft het heel en wordt bruin; wordt ook jong en vers gegeten [grauwe erwt, oud wijf, keker, schokker, sisser]; N 82 (1981); 132
Carbonade (krep, kermenaoj?); N 16 (1962); 037
Cariës: tandbederf, langzame vernietiging van het glazuur van de tand (wolf, cariës).; N 84 (1981); 159
castreren: onvruchtbaar maken door het wegnemen (of kwetsen) van de teelballen; N 03 (1960); 073
castreren van een hengst; N 08 (1961); 060
castreren van een varken (snéeje?); N 76 (1976); 044
castreren zonder snijden; N 03 (1960); 074
cent, een ~ [ook oudere woorden als sans?]; N 21 (1963); 003a
Champignon: een eetbare witte paddestoel met aanvankelijk rozige, later donkere, purperbruine plaatjes en sporen, het is de meest gekweekte paddestoel (kampernoelje, kampernoelie, duivelsbrood, pampernoelie, dolhondenbrood, champignon).; N 92 (1982); 186
Chrysant (chrysanthenum frutescens) (chrysant, sinte katherienebloem, winteraster, allerheiligenbloem).; N 92 (1982); 171
cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie); N 80 (1980); 081
cirkelvormig raampje; N 04 (1960); 052
citroenmelisse (melissa officinalis), sterk naar citroen geurende blaadjes van deze plant gebruikt men in soepen, sausen en bij de inmaak van oa haring en paling [citroenkruid, averiet, averoen, melisse]; N 82 (1981); 151
(citroentje) Hoe noemt u de vlinder waarvan bij het mannetje de vleugels citroengeel zijn en bij het wijfje witachtig groen met een oranje middelpunt?; N 83 (1981); 117
(coccon) Hoe noemt u het omhulsel van rupsen als zij zich inpoppen?; N 83 (1981); 115
colbertjasje, (korte) jas van een kostuum; N 23 (1964); 044b
composteren: hoop afval 'omzetten' opdat alles goed vermengd en verteerd raakt; N 11A (zj); 038d
concubine; N 37 (1971); 005
Constipatie: verstopping, hardlijvigheid (beslotenheid, constipatie, obsteeg afgaan).; N 84 (1981); 175
Controleren of de huid voldoende is losgeweekt; N 28 (1967); 024
cornage, belemmering van de doorstroming van lucht door vernauwing van het strottenhoofd bij paarden; N 52 (1972); 025
crème die bij de verzorging van het haar gebruikt wordt [pommade]; N 86 (1981); 067
Crocus (crocus vernus). De bloemen zijn paars, geel, wit of gestreept. De bladeren zijn iets korter dan de bloem, donkergroen met een brede witte streep in het midden. Bloemen alleen of bij paren, omgeven door 1 schedeblad, de bloemen en bladeren zijn in; N 92 (1982); 124
culot, in de betekenis van 'soort broek'; betekenis/uitspraak; N 23 (1964); 066
cultivator op sledeijzers; N 11 (1961); 078b
cultivator op wielen; N 11 (1961); 078a
cylinder, ijzeren ~ van de ijzeren wals; N 11A (zj); 185a

Kenmerken

Datering:
1960-2005
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch