Archieven

1723 Collectie Coebergh, 1295-1737. NB: Alleen de charters zijn beschreven. NB: De rest van deze collectie is niet geïnventariseerd en wordt wegens het documentatiekarakter (bidprentjes etc) ook niet meer geïnventariseerd.

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

1723 Collectie Coebergh, 1295-1737. NB: Alleen de charters zijn beschreven. NB: De rest van deze collectie is niet geïnventariseerd en wordt wegens het documentatiekarakter (bidprentjes etc) ook niet meer geïnventariseerd.

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Printen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)

Inleiding

De familie Coebergh kan via de stukken van onderhavige collectie sinds de 14de eeuw worden gesignaleerd in de stad Grave. De Graafse tak van de 17e en 18e eeuw is beschreven door L. v M. in een artikel in Taxandria jaargang 1921, p. 244-246.
De Stichting Familiekring Coebergh is opgericht in juli 1944

Regest

63 beschreven archiefstukken

62 gedigitaliseerd

totaal 288 bestanden

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Printen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)

Inventaris

Voorlopige inventaris van charters

Toon details van deze beschrijving

1 Akte in latijn, waarbij schepenen van Grave oorkonden dat Gerard, zoon van Brustijn aan heer Gijsbert, priester, verkoopt ten behoeve van zijn kinderen: een jaarlijkse erfcijns van zeven schelling minus vier penning, gevestigd op zijn hele erfgoed naast het kerkhof (te Grave).
Transcriptie overgenomen uit Oorkondenboek van G. van Synghel:
Universisa presentes litteras visuris et audituris Willelmus Albus et Ghiselbertus, filius Rutgheri, scabini in Grauia, salutem cum agnitione veritatis.
Noveritis quod Gerardus, filius Brusteni, coram nobis et aliis constitutus fidedignis legitime vendidit ad hereditatem suam totam, sitam iuxta cymiterium retro hereditatem Fyssie de Keynt, domino Ghiselberto, sacerdoti, presentium conservatori, ad opus puerorum suorum annuum et hereditarium censum septem solidorum parvorum denariorum legalium et bonorum quatuor denariis minus, anno quolibet in die beati Remigii dicto domino Ghiselberto ad opus puerorum suorum, ut predictum est, de dicta hereditate perpetuo solvendum eo iure penitus quo annui et hereditarii census domini de Kuyc in eodem opido de Grauia sunt solvendi. Et hec prescripta dictus Gerardus dicto domino Ghiselberto rite stabilivit et firmavit omni stabilitate et iure quibus talia solent stabiliri et firmari, presentium nostrarum testimonio litterarum.

Datum anno Domini Mo CCo XCo quinto, feria tercia post Martini hyemalis.

Aantekening op de achterzijde: 1o door 14e-eeuwse hand: Gerardus [***]. – 2o door 16e-eeuwse hand: Huysingen.

Bezegeling: S1 uithangend bevestigd zegel van Willem Albus, schepen van Grave, randschrift licht beschadigd, van groene was. – S2 uithangend bevestigd zegel van Gijsbert, zoon van Rutger, schepen van Grave, randschrift beschadigd, van groene was, 15 nov 1295 i

2 Akte waarbij Arnoldus Lauwart en Wilhelmus Nauta, schepenen in Grave, oorkonden dat Zewekinus Sartor vijf stukken land in Audewijt overgedragen heeft aan Johannes zoon van Arnoldus Blome.
Akte in Latijn, twee afhangende zegels, 29 dec 1326 crastina sanctorum innocentum i

3 Akte waarbij Johannes zoon van Liedekina en Inwanus Wermer, schepenen van Grave, oorkonden dat Heinricus zoon van Franco, vroeger schoenmaker, en zijn vrouw Meghteldis hebben overgedragen aan Albertus, procurator van het gasthuis in Grave, een erfrente uit hun huis en erf,
akte in latijn; twee afhangende schepenzegels, 3 sep 1340 (xxx quadragesimo) i

4 Akten in transfix
1403-03-31
Notaris Henricus Cuper de Oesterwijc, priester, instrumenteert dat Henricus Myerlaer zijn testament maakt waarbij hij legateert aan de wettige kinderen van Matheus van den Laer en diens vrouw Sophya 5 malder rogge en 4 vaatzaad raapzaad uit goederen in Mill onder bepaalde voorwaarden. Gedaan te Grave in het huis van de notaris met als getuigen Johannes zoon van Daniel de Kuyc, kanunnik van Sint-Elizabeth te Grave, Wilhelmus de Os en Johannes zoon van Rutgherus, akte in latijn
mrt 1343

des anderen dages in der maent van apr 1405
Akte waarbij Willem Passart en Jacob Coberge, schepenen van Grave, oorkonden dat Hermric van Overlair heeft gelooft (onder recht van wederkoop) aan Matheus Badensoen en zijn vrouw Ffyen en hun beide kinderen volgens inhoud van bijgaande getransfigeerde akte, een jaarlijkse erfrente van 5 mud rogge en een half mud raapzaad; met twee afhangende zegels
, mrt 1343, des anderen dages in der maent van apr 1405 (1 mei?) i

5 Akte in Latijn waarbij Aelbertus Koebergh, meier in Loon, Heinricus Hemmeken en Theodericus Wolf, laten daar, verklaren dat voor het hof van Xanten en voor ons in Loon Oda, dochter van Heinricus Hacke, overgedragen heeft aan Johannes de Langhel en Johannes Keelken, procuratoren van de Tafel van de Heilige Geest van Grave, een erfrente uit haar huis en erf met hof. Petrus Waltelmus en Wilhelmus Lauwardi, schepenen in Grave, bezegelen op hun verzoek deze akte, die Beati Johannis apostoli et ewangeliste (24 jun ) 1345 i

6 Akte waarbij Jan die Ridder en Zibe van Os, schepenen van Grave, oorkonden dat
Arnt Lauwair Lauwairs zoon en zijn zuster Lijsbeth hebben verklaard dat zij instemmen met dat juffrouw Jutte Arnts Bloemendochter aan de Heilige Geest van Grave een jaargeld en erfenis heeft verkocht (zie akte van inv.nr. 7); met twee afhangende zegels, des manendages na beloken Paesschen 1368 i

7 Akte waarbij Diric van As en Peter Cokeler, schepenen van Grave, oorkonden dat juffrouw Jutke Arns Bloemendochter van Grave heeft opgedragen aan Herman Spronc als provisor van de Tafel van de H Geest van Grave, al haar goed dat gelegen is binnen de Vrijheid van Grave; met twee afhangende zegels, des saterdach na sente Lamberts misse marteleers 1368 (zaterdag na 17 sep) i

8 Akte waarbij heer Jan van Kuyc bij schepenen en raad van Grave oorkonden dat Herman Spronc, provisor van de Tafel van de H Geest van Grave aan een zijde en Scaexken van Stramprade en zijn vrouw Leene aan de andere zijde, dat zij volgens testament van Jan die Ridder opdragen aan de Tafel van de H Geest, hun gedeelte van een jaarlijkse erfpacht van 8 mud rogge te betalen op St Maarten in de winter (11 nov) gaande uit een huis en erf van Mechtelden Jans Ridderdochter; bezegeld door Wynric van den Heiden en Jan Koeberch, schepenen van Grave; met twee aanhangende zegels, op Sinte Peters avont ad vincula 1379 (= 30 sep) i

9 Akten in transfix
17 nov 1391
Schepenen van Beugen oorkonden dat Deric van Nyfteric en zijn vrouw Ghese hebben opgedragen
aan Arnde van den Padbroec, deken te Grave en ten behoeve van zijn zuster Mechtelden van den Padbroke, een jaarlijkse erfpacht van 7 mud rogge te betalen op st Maarten in de winter (11 nov) en gaande uit een huis en hofstad gelegen met een zijde naast Harouts erf, de andere zijde naast de gemene weg; alsmede uit een akker bij deze hofstad, waarvan een zijde naast Neude Heilkens soen en de andere zijde naast Maasweg; alsmede uit 'eenre 'zalen lants'', gelegen met een zijde naast het erf van Aleyten van Broecken en de andere zijde naast het erf van Henneken Labben soens; mede uit een stuk land gelegen naast het erf van Herman van der Heyden; mede uit een stuk land genaamd 'Boechout' gelegen bij het land van Renden Kreefts, mede uit een stuk land gelegen tussen het erf van Heynen van der Heyden en Harouts.
De erfpacht is bezwaard met een jaarlijkse last van een half mud raapzaad en een mud evenen (?) en acht kapoenen; met aanhangend schependomszegel

des donredages na sinte Symon Juden dach Apostolorum 1399(=28 okt)

Schepenen van Beugen oorkonden dat Jacob van Padbroeck en zijn vrouw Hille hebben opgedragen aan Roelof van den Steenacker, provisor van de Tafel van de H. Geest van Grave, een schepenbrief betreffende een jaarlijkse erfpacht van 7 mud rogge, welke hij heeft geërfd van zijn moeder Mechtelden van Padbroeck; met aanhangend schependomszegel
, 17 nov 1391; des donredages na sinte Symon Juden dach Apostolorum 1399 (=28 okt) i

10 Akte waarbij Heymeric Zuerhout en Gadert Campken, laten van Escharen, oorkonden dat Johan, heer van Kuyc, aan de kerk van St Elisabeth te Grave heeft gegeven een jaarlijkse erfpacht van een mud rogge te betalen op St Maartensdag in de winter (11 nov), gaande uit een erfenis van Coenen Zebrechtszoon en gelegen te Escharen, met een zijde naast het erf van Seben des Handen en met de andere zijde naast het erf van Claes van Palenen, met het een eind op de weg "ter galligenbergh" en met het ander eind aan het kerkhof, bezegels door Wijnric van der Heiden en Jannen den Handen, schepenen van Grave; met twee afhangende zegels, des manendach na sunte Valentyns dach 1392 (st valentijnsdag = 14 feb) i

11 Akte waarbij Volpart Jan Volpartssoens soen en Reynolt Peters Wevers soen van Escharen, laten van Gassel, oorkonden dat Jan Neudekens zoon en Goman Geerlic, kerkmeesters van de St Elisabethkerk van Grave, met toestemming van de autoriteiten opgedragenaan Roloff van den Steenacker, provisor van de Tafel van de H. Geest van Grave, een schepenbrief betreffende een jaarlijkse erfpacht van een mud rogge ten behoeve van de Tafel; bezegeld door Jannen den Hane en Jacob Coberch, schepenen van Grave; met twee afhangende zegels, 6 jun 1403 i

12 Akte waarbij Volpart Jan Volpartssoens soen en Reynolt Peters Wevers soen van Escharen, laten van Gassel, oorkonden dat Jan Cobergh Guddensoen heeft verklaard dat hij schuldig is aan de kerkfabriek van St Elisabeth te Grave een jaarlijkse erfpacht van een mud rogge te betalen op St Maartensdag in de winter, welke erfpacht hij gekocht heeft van Henric Arntssoen van Bersse onder de schepenbank van Gassel; bezegeld door Jannen den Hanen en Jacob Cobergh, schepenen van Grave met twee afhangende zegels, 5 jun 1403 i

13 Akte waarbij Reynolt Peters des Weverszoon en Delys van Visschel, laten van de laatbank van Escharen, oorkonden dat Jan Neudekens en Goman Goerlic, kerkmeesters van Grave, hebben met consent van het corpus opgedragen aan Roloff van den Steenacker, provisoir van de Tafel van de H. Geest van Grave, een schepenbrief betreffende een jaarlijkse erfpacht van een mud rogge ten behoeve van de kerk; bezegeld door Jannen den Hanen en Jacob Coberch, schepenen van Grave, met wee afhangende schepenzegels, 5 jun 1403 i

14 Akten in transfix
des manendaches nae Symonis et Jude apostolores 1407
Akte waarbij Henric Peterszoon en Jan van Leuwen, schepenen van Loon, oorkonden dat
Aelbrecht Coeberch Goedertszoon heeft verklaard schuldig te zijn aan Belyen Jan Coeberchsdochter een jaarlijkse erfpacht van een half malder rogge uit een kamp land gelegen tussen de erfenis van Mechtelt Coeberghs kamp aan de ene zijde en Kathelijn Willems aan de andere zijde; bezegelt door Henric Peters en medeschepen Jan Berntssen met twee aanhangende zegels
op Sint Bartholomeus dach apostelorum 1438
Deric van Angheren en Arnt van Leuwen, schepenen van Loon, oorkonden dat Bely Jan Coeberchsdochter heeft opgedragen deze getransfigeerde schepenbrief aan H. Geestmeester Jan Tijgeler van het het H. Geesthuis te Grave betreffende de jaarlijkse erfpacht van een halve mud rogge; bezegeld door Deric van Angheren en medeschepen Anssum van Os met twee aanhangende zegels
, op Sint Bartholomeus dach apostelorum 1438; des manendaches nae Symonis et Jude apostolores 1407 i

15 Akten in transfix
30 jul 1407

Akte waarbij Jan Neudenzoon en Jacob Peterszoon, schepenen van Grave, oorkonden dat Segebade Segerszoon van den Kerchoff en zijn vrouw Griet, hebben opgedragen aan zijn broer Reynolt Segerszoon van den Kerchoff een jaarlijkse erfpacht van 2 mud rogge te betalen op olv dag purificatio en gaande uit huis en erf gelegen met een zijde aan de nieuwe erfenuis van Jacobs vanden Houte en de andere zijde naast de gemene straat naast het Vleeshuis, voor grenzend aan de gemene straat en achter aan het kleine straatje; met twee afhangende schepenzegels

10 aug 1442
Akte waarbij Sweer van den Sande en Deric van Beers, schepenen van Grave, oorkonden dat
Lysbet weduwe van Reynout Segerszn heeft opgedragen aan gastmeester Jorden van der Voirt van het Gasthuis van Grave een getransfigeerde schepenbrief betreffende een jaarlijkse erfpacht van twee mud rogge; met twee afhangende schepenzegels
, 1407, 1442 i

16 Akte waarbij Philips van Gassel, Jan van Doerne en Peter van den Houte, richter en laten van Gassel, oorkonden dat Peter van Hombergen. provisoer van het Gasthuis te Grave heeft opgedragen aan Volpaert Janssoen, Jan Coeberge en Willem metter Coe te Gassel, het goed dat voorheen door Derix van den Berghe in gebruik was en nu dus van het gasthuis is. Het betreft een hofstad met huis met een hof, met vele landerijen o.m. grenzend aan land van (Jan) Coeberch; Omdat de oorkonders geen zegels hadden hebben zij twee schepenen van Grave gevraagd om deze akte te zegelen; met twee aanhangende maar verloren schepenzegels van oorspr. Willem Passaert en Jan Neudenzoon, 10 okt 1408 i

17 Akten in transfix
des sondages nae Thome Apostolorum 1414
Akte waarbij Ghijsbert die Lewe en Jan van Wychen, schepenen van Velp, oorkonden dat Willem Kerper en zijn vrouw Lijsbet hebben opgedragen aan Bauken van Olmen een stuk land genaamd "kreyten hoefken" gelegen de straat aan een zijde en het erf van Belen van Eerde aan de andere zijde, met een eind aan Jan Meels en het andere eind aan het erf van Arnts Hanen; met twee aanhangende schepenzegels
op onsen heren opvares dach 1431
Akte waarbij Willem van Scramprade en Bade die Leeuwe, schepenen van Velp, oorkonden dat Ermbolt Rutger Toellenszoon en zijn vrouw Stijn hebben opgedragen Rutgeren van Doerne en zijn vrouw Agnesen een getransfigeerde schepenbrief van Velp betreffende een jaarlijkse erfpacht van 3 mud rogge (afkomstig van de erfenis van Bernt Zuerholts, vader van Stijn, die het weer heeft verkregen van de erfenis van zijn zuster Lijsbeten gehuwd geweest met Baukens van Olmen); met twee aanhangende schepenzegels
4 jan 1506
Akte waarbij Henrick die Leeuwe, Janszoon Gerits, Jan Mersmanszoon Aelbrecht Arntssoen en Willem Gherit Honensoen, schepenen van Velp, oorkonden dat Jan Coebrecht Ansemszoon heeft opgedragen aan Peter Scheers, heilige geestmeester ten behoeve van het H Geesthuis van Grave, twee getransfigeerde schepenbrieven van Velp betreffende een jaarlijkse erfpacht van 3 mud rogge; met aanhangend schependomszegel
, 1506, 1431, 1414 i

18 Akten in transfix
1363 in vigilia Beati Lamberti episcopi et martiris (16 sep)
Akte waarbij Heynricus Brekensteen en Johannes Ridder, schepenen in Grave, verklaren dat Gudula Geenkini, Gesa, Aleydis en haar dochter Metta, haar zoon Heynkinus hun deel in een stuk bouwgrond op een plaats geheten Nuwijt overgedragen hebben aan Heynricus, hoevenaar van Nuwanus; (akte gedeeltelijk in latijn) met twee aanhangende schepenzegels
19 jan 1416

Akte waarbij Henric van Merlair en Willem Passart, schepenen van Grave, oorkonden dat Stijn vrouw van Arts Raymekers, Henric Stijnenzoon en zijn vrouw Belien hebben opgedragen aan Jan Gijsbertszoon een getransfigeerde schepenbrief betreffende een stuk land gelegen in de "nieuwe Wijte" (met belendingen); met twee afhangende schepenzegels

14 apr 1425
akte waarbij Arnt die Haen en Gerit van Lent, schepenen van Grave, oorkonden dat Jan Gijsbertszoon die visscher en zijn dochters Aelet, Oede en Katherijne en Gerit van de Velde en zijn vrouw Goele hebben opgedragen aan Wolter Geritt Coppenzoons zoon twee getransfigeerde schepenbrieven betreffende een stuk land gelegen in de nieuwe Wijte; met twee afhangende schepenzegels
, 1363, 1416, 1425 i

19 Akte waarbij Herman Belyszoon en Arnt die Haen, schepenen van Grave, oorkonden dat Mechtelt Luytgardendochter heeft opgedragen aan Zensen en haar kinderen Melys en Syken, een huis en erf gelegen met een zijde naast het erf van Henric van Meirlar, met de andere zijde naast het erf van vermelde Mechtelt, achter aan het huis en erf van Willem Barbiers en voor aan de gemene straat; met twee afhangende schepenzegels, 8 jul 1422 i

20 Akte waarbij Wouter van Baecks, Jan van Tegelen en Arnt Knapenzoon, richter en laten van Escharen, oorkonden dat Jan Monick en zijn zoon Willem hebben opgedragen aan Jacob Coeberch Janssoen, twee brieven van Escharen betreffende een kamp land op de Voordijk en aan de Maas onder Escharen; met drie aanhangende zegels, des manendachs na sinte Gelis dach des heiligen Abds 1425 (1 sep = Sint Egidius ofwel sint Gillis) i

21 Akte waarbij Lambert Derixzoon en Henric Rolofszoon, heemraden in het Hollander Broeck, oorkonden dat Gheertruyt Rolofsdochter van Meerlaer heeft opgedragen aan aan broer Herman Rolofs van Meerlaer drie heemraadbrieven inhoudende een jaarlijkse erfpacht van 10 mud rogge, te vergelden op St Andriesdag uit de Jans tijns van Kessel; met twee afhangende heemraadzegels , op sunte Valentijns dach in den Sporkell 1426 (14 feb) i

22 Akten in transfix
1 mei 1429

Akte waarbij Bade van Esscharen en Jacop die Jeger en Jacop Koeberch, richter en laten van Escharen, oorkonden dat Baede Aelbertszoon en zijn vrouw Lysabet hebben opgedragen aan Johannen Peter Diekenszoon van Weert, een jaarlijkse erfpacht van twee mud rogge uit huis en erf gelegen tussen twee hekken te Escharen (met belendingen) en uit een stuk land aldaar genaamd 'den Hoenreberch'; met drie aanhangende zegels

des sonnendagh nae sente Pouwels dach 1447
Akte waarbij Jacob Nijdenhoven en Henric van Nijdenhoven en Jan Boegel, richter en laten van Escharen, oorkonden dat Jan van Weert, timmerman, en zijn vrouw Lijsbet hebben opgedragen aan Jacob Gobbelszoon die Raymeker, burger te Grave, een getransfigeerde schepenbrief inzake een jaarlijks erfpacht van twee mud rogge; met drie aanhangende zegels

sinte urbaenssen avont comende in die meymaent 1518 (24 mei)

Akte waarbij schepenen van Escharen (zonder vermelde namen) oorkonden dat Leonaert Geliss Luwenzoon en zijn vrouw Henneken hebben opgedragen aan Geliss Luv een jaarlijkse erfpacht van twee mud rogge met twee bijbehorende schepenbrieven; met aanhangend schependomszegel
, 1429, 1447, 1518 i

23 Akte waarbij Henric van den Hove, richter van Escharen en Jacop die Jeger, laat van Escharen, oorkonden dat Abe van Elten en zijn vrouw Mette hebben opgedragen aan Henric van Escharen, een jaarlijkse erfpacht van 3 mud rogge te betalen op olv dag purificatio, gaande uit een kamp land naast de Wolfsberg (met belendingen); Eén van de zegelaars is niet vermeld, met 3 aanhangende zegels, sunte Servaes avont 1431 (12 mei) i

24 Akten in transfix;
op Synte Symons ende Judas avont 1432
Akte waarbij Zijbert Bome en Reynolt Snavel, schepenen van Herpen, oorkonden dat Goessen van Mameren verklaart schuldig te zijn aan Belien Jan Coeberchs dochter een jaarlijkse erfpacht van 2 mud rogge te betalen op olv dag purificatio gaande uit een stuk land gelegen in 'de Pael' (met belendingen); twee aanhangende schepenzegels
des donredages na onser Vrouwendach assumptio 1438
Akte waarbij Sebert Boem en Goessen van Mameren, schepenen van Herpen, oorkonden dat Bely Jan Coeberchsdochter de hiervoor vermelde jaarlijkse erfpacht van 2 mud rogge met bijbehorende schepenbrief heeft opgedragen aan Jan Ticheler, heilige geestmeester van Grave; met twee aanhangende schepenzegels
, 1432, 1438 i

25 Akten in transfix
20 mrt 1435
Akte waarbij Arnt Peters en Jan van Aken, schepenen van Grave, oorkonden dat Aleyt van Wijchen
heeft opgedragen aan Katherijn (wijlen) Arnt Reylers dochter, twee mud erfrogge, te betalen op OLV dag purificatio , uit huis en erf gelegen naast het erf van Jans van Gaell (en verdere belendingen); met twee afhangende zegels

8 feb 1441
Akte waarbij Jan Monnyc en Jan van Aken, schepenen van Grave, oorkonden dat Goedde van Aken en Katrijn zijn vrouw, hebben opgedragen aan Jorden van der Voirt, indertijd gastmeester van het gasthuis van Grave, een getransfigeerde schepenbrief inzake twee mud erfrogge jaarlijks onder voorwaarden; met twee afhangende zegels, 20 mrt 1435, 8 feb 1441 i

26 Akte waarbij richter Ansem Coeberch van Escharen, Henric van Nyenhove en Anrt Keyser, laten van het laathof van Escharen, oorkonden dat Jacop Coeberich en zijn vrouw Zander hebben opgedragen aan Jan van Gaell, burger van Grave, de helft van een kamp land gelegen aan de Maas en de dijk, onder voorwaarden; met drie aanhangende zegels, des sonnendages nae de helige pinxtdag 1452 (4 jun?) i

27 Akte waarbij richter Bade van Escharen en Gerit Jegher en Bade van Nydenhoven (schepenen van Escharen), oorkonden dat de gasthuismeester van het (st Catharina) gasthuis te Grave, heeft gerechtelijk doen bieden Gadde van Aken, Jan van Aken met wijlen Jans wijf van Aken de oude betreffende verpleging in het gasthuis; met drie aanhangende zegels, op onser liever vrouwen avont purificario 1469 (1 feb 1470) i

28 Akte waarbij Peter van den Wercken en Gerit Cupers, schepenen van Grave, oorkonden dat Griet Coeberch heeft verklaard dat zij al haar goed zal doen toekomen aan het H. Geesthuis te Grave, waar zij haar hele leven in de kost zal zijn en zal mogen wonen; met twee afhangende schepenzegels, 15 jan 1480 i

29 Akte waarbij Peter van den Wercken en Gerit die Cuyper, schepenen van Grave,oorkonden dat gastmeester Abe Michiels van het Graafse gasthuis gerechtelijk heeft doen eisen aan Aleyden wijlen vrouw van Mercelis de Vriese en Jan Coeberch om het gericht over te nemen als hij gedaan had van het gasthuis wegens de Lysken Deckers hofstat op de dijk gelegen buiten de brugpoort; twee afhangende schepenzegels, des manendach nae den sonnendach Judica in den vasten 1483 (17 mrt?, 5e zondag in de vastentijd, passiezondag of palmzondag) i

30 Akten in transfix
opten heyligen Jans avent 1499 (23 jun)
Akte waarbij Jan Woutersse en Jan die Kauwe, schepenen van Loon, oorkonden dat Ghertruyt Derick en Jan Henrick Graetz hebben opgedragen aan Gerit Wolff(s) en zijn huisvrouw Jutte, een schepenbrief van Loon; met oorspr. twee afhangende waarvan 1 ontbrekende schepenzegels

9 feb 1532
Akte waarbij Wolter Verhaeren en zeel Janssen, schepenen van Nederloon, oorkonden dat Hanrick Wolffs, burger van Grave en zijn huisvrouw Elisabeth hebben opgedragen aan Garys Coebrechs en Fye zijn huisvrouw een getransfigeerde schoutbrief van Loon, betreffende een jaarlijkse 20 gulden erfpacht te betalen op st Gertruidendag; met twee afhangende schepenzgels
, 1499, 1532 i

31 akte waarbij Jan Heymerix en Jan Coeberch, schepenen van Grave, oorkonden dat Willem Coeberch heeft verklaard schuldig te zijn aan Henrick Proent, goudsmid, een jaarlijkse losrente van 3 gouden philipsguldens, te betalen op St Peters dag ad cathedram, uit een huis en erf gelegen volgens de erfbrief die daarvan is; met twee afhangende schepenzegels , 28 feb 1506 i

32 Akten in transfix;
31 okt 1532
Akte waarbij Henrick Thyssen en Henrick Koeberch (met zegel), schepenen van Grave, oorkonden dat Henrick Lambertssen en zijn vrouw Baete hebben opgedragen aan heer Jan Koeberch, priester een jaarlijkse losrente van 3 philipsguldens, te betalen op St. Maarten in de winter, gaande uit huis en erf gelegen bij de "spuelpoerten" (met belendingen); twee afhangende schepenzegels
29 mrt 1577
Akte waarbij Lambrecht Vervoirt en Otto Crest, schepenen van Grave, oorkonden dat Jaspar en Giesbrecht Haegens, mombers van de nagelaten kinderen van wijlen Evert Hagens en zijn huisvrouw Dericken, en Leeuw Dericx, medemomber, Gertken weduwe Cornelis Coebroecx met haar kinderen Henrick, Jan en Jutken en de minderjarige Fransken en hebben gezamenlijk opgedragen aan Henricxken weduwe Goert Coebroecx, een schepenbrief doorgestoken aan onderhavige akte (transfix); met twee aanhangende schepenzegels
, 1532, 1577 i

33 Akte waarbij Derick Reyleyers en Henrick Koeberch, schepenen van Grave, oorkonden dat Alyt Ergberts die alde en Derick van Dueren Pourtiers hebben opgedragen aan Michiel van Ray en zijn erfgenamen, een losrente van 3 gulden jaarlijks met St Jan uit huis en erf, gelegen zoals in de erfbrief is beschreven (zie daarvoor inv.nr. 34); twee afhangende schepenzegels, 26 apr 1534 i

34 Akte waarbij Derick Reyleyer en Henrick Koeberch, schepenen van Grave, oorkonden dat Alyt Egberts die alde, Derick van Dueren Pourtiers en zijn huisvrouw Lijs hebben opgedragen aan Michiel van Ray en zijn huisvrouw Herman, een huis en erf gelegen bij "den nyen Werck" (met belendingen); twee afhangende schepenzegels, 24 apr 1534 i

35 Akte waarbij Deryck Baex en Henryck Koeberch, schepenen van Grave, oorkonden dat Jaspar dye Molle(ner) en zijn huisvrouw Lysbeth hebben opgedragen aan Marijken hun dochter, een mud rogge gaande uit een huis en erf gelegen buiten de Brugpoort aan de dijk (met belendingen); met twee afhangende schepenzegels, 24 mrt 1537 i

Inventaris

Voorlopige inventaris van charters

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Printen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)

Akte waarbij Deryck Baex en Henryck Koeberch, schepenen van Grave, oorkonden dat Jaspar dye Molle(ner) en zijn huisvrouw Lysbeth hebben opgedragen aan Marijken hun dochter, een mud rogge gaande uit een huis en erf gelegen buiten de Brugpoort aan de dijk (met belendingen); met twee afhangende schepenzegels, 24 mrt 1537

24 mrt 1537

Vindplaats origineel:

Den Bosch

1 charter

Oude Orde:

collectie Coebergh 939

Reden geen uitleen:

Scans beschikbaar

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen