Up Sente-Mathijsdach.
Schepenen van Huesdene oorkonden, dat frater Lambertus, pastoor ("prochiaen") van Hedichusen, namens het klooster van Berne aan Willem van Hedichusen heeft kwijtgescholden 34 pond, die deze samen met Heineman den Couden en met Jan Willemszn volgens een schepenbrief tot een bedrag van 90 pond schuldig was; met dien verstande, dat Willem deze 34 pond schuldig blijft aan frater Lambertus, en binnen een vastgestelde tijd moet worden afgelost; zij oorkonden ook, dat Willem heeft beloofd zich hieraan te houden, en tevens, dat hij heeft beloofd, betreffende de vestiging van een schuld op onroerend goed, die zijn zoon Jan had gedaan ten opzichte van het klooster, deze zoon te doen houden aan de door frater Lambertus getroffen regeling.
Up Sente-Mathijsdach.
Schepenen van Huesdene oorkonden, dat frater Lambertus, pastoor ("prochiaen") van Hedichusen, namens het klooster van Berne aan Willem van Hedichusen heeft kwijtgescholden 34 pond, die deze samen met Heineman den Couden en met Jan Willemszn volgens een schepenbrief tot een bedrag van 90 pond schuldig was; met dien verstande, dat Willem deze 34 pond schuldig blijft aan frater Lambertus, en binnen een vastgestelde tijd moet worden afgelost; zij oorkonden ook, dat Willem heeft beloofd zich hieraan te houden, en tevens, dat hij heeft beloofd, betreffende de vestiging van een schuld op onroerend goed, die zijn zoon Jan had gedaan ten opzichte van het klooster, deze zoon te doen houden aan de door frater Lambertus getroffen regeling.
b. Getypte afschrift in Map-Afschriften.