skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic

Archieven

5121 Schepenbank Sint-Michielsgestel, 1538-1810

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historisch overzicht
Het archief
5121 Schepenbank Sint-Michielsgestel, 1538-1810
Inleiding
Het archief
Bij de hierboven beschreven procedures horen allerlei archiefstukken. Hier volgen de belangrijkste.
De dossiers van criminele zaken kunnen als eerste stuk een rekest van apprehensie, een verzoek van de drossaard aan de schepenen om iemand te mogen arresteren bevatten. Meestal is op dat verzoekschrift een appointement bijgeschreven, het besluit van de schepenen om het verzoek in te willigen. Daarna volgt vaak de interrogatoria, ofwel de lijst van vragen die aan de verdachte gesteld worden, aangevuld met de responsoria of responsiva, de antwoorden van de verdachte. Op basis hiervan stelde de drossaard zijn tigt en aanspraak, zijn aanklacht en strafeis op. Soms moesten de schepenen een interlocutoir of tussenvonnis vellen, bijvoorbeeld om de verdachte onder tortuur verder te verhoren. Hier moet nog uitdrukkelijk vermeld worden dat de dossiers lang niet in alle gevallen compleet zijn.
Naast het dossier moet ook altijd de criminele rol geraadpleegd worden, omdat daarin het verloop van het proces is vastgelegd. Meestal vindt men daarin tevens het vonnis en een aantekening over de uitvoering daarvan.
Voor de dossiers van civiele zaken is het wat moeilijker aan te geven wat voor stukken zich daarin kunnen bevinden. In een aantal gevallen bevat het dossier een inventaris van stukken die door een van de partijen aan de schepenbank zijn overhandigd. Soms is de dagvaarding (citatie of exploit) bewaard gebleven, samen met het relaas, het verslag van de vorster of deurwaarde over het afgeven van de dagvaarding. Het voornaamste stuk is de aanspraak, de eis van de eisende partij. Bij het ontbreken daarvan kan het soms moeilijk zijn vast te stellen waar de zaak nu eigenlijk om ging. Verder kan het dossier de replieken en duplieken, de argumenten over en weer van beide partijen, bevatten. Niet altijd voeren de partijen zelf het woord en worden woordvoerders ingeschakeld. Procuraties, akten waarmee een advocaat of een ander persoon als plaatsvervanger van een van de partijen wordt aangewezen, kunnen derhalve ook in het dossier zitten. Tenslotte kunnen allerlei andere stukken, die als bewijsmateriaal in de zaak gediend hebben, deel uitmaken van het dossier. Net als bij criminele zaken geldt ook hier dat de dossiers lang niet in alle gevallen compleet bewaard zijn gebleven.
Naast het dossier moet ook altijd de civiele rol geraadpleegd worden, omdat daarin het verloop van het proces is vastgelegd.
De vrijwillige rechtspraak leverde deels stukken op die voor zich spreken: een testament, een verkoopakte, een verpachtingsakte, een voogdijstelling, het zijn allemaal stukken die we in principe nog steeds kennen. Er is in de vrijwillige rechtspraak ook geen sprake van een vaste procedure. Van oorsprong spraken de schepenen een oordeel uit over de rechtshandeling die partijen ten overstaan van de schepenen verrichtten. Dat oordeel en het verslag van de rechtshandeling (de akte) werden ingeschreven in registers. Die registers noemen we protocollen. Soms werd voor allerlei verschillende akten hetzelfde register gebruikt. We spreken dan van een protocol van allerhande akten. Maar bij veel voorkomende rechtshandelingen, zoals bijvoorbeeld de overdracht van onroerend goed, loonde het om daar een apart register voor aan te leggen. Zo zijn in de eerste helft van de 17e eeuw de protocollen van transport en hypotheek aangelegd. Transportakten van vóór 1638 vindt men dus in de oudere protocollen van allerhande akten!

Streekarchief Langs Aa en Dommel, 1999
Aanwijzingen voor de gebruiker
Bijlagen

Kenmerken

Datering:
1538-1810
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch