Ook in 1771 bij de dood van griffier Johan de Kempenaar bleek de griffie - en daarbij ook de furneerkamer - in een grote wanorde te zijn geraakt ten gevolge van diens langdurige ziekte. De raad besloot toen de nieuwe griffier met de herordening te belasten en twee raadsheren te benoemen tot supervisors. *
In 1784 tenslotte werden opnieuw twee raadsheren aangewezen om orde te brengen in de chaos. In dit geval naar aanleiding van een geschil tussen de Staten-Generaal en de Duitse Keizer over o.a. goederen van de abdij van Postel. *
Het ordenen van de stukken schijnt in november 1785 gereed gekomen te zijn, aangezien dan op voorstel van de beide raadsheren, die daarmee belast waren, aan de deurwaarder Mulié en de boutefeu of schoonmaker Rholer een extra toelage van 25 gulden per man voor een keer werd vergund wegens hun hulp bij de ordening. *
Bij de opheffing van de Raad in 1795 moest het archief overgedragen worden aan het Hof van Justitie te 's-Hertogenbosch. Maar het duurde nog tot 1797 voor het archief, verpakt in 8 grote en 4 kleine kisten en 31 zakken met processtukken, vanuit 's-Gravenhage naar 's-Hertogenbosch werd overgebracht.
Vijf jaar later, in 1802, toen het Hof moest plaats maken voor het Departementaal gerechtshof, werd het archief naar Breda vervoerd, en daar in 1812 gedeponeerd ter griffie van de arrondissementsrechtbank. De bibliotheek van de Raad berust daar nog.
Op 28 oktober 1882 droeg Mr. André Reigersman, griffier bij de arrondissementsrechtbank te Breda, ter voldoening aan het K.B. van 8 maart 1879 (Staatsblad nr. 40), gewijzigd bij K.B. van 31 augustus 1880 (Staatsblad nr. 168), de archieven van de Raad en zijn opvolgers over aan het rijksarchief in Noord-Brabant. Het omvatte toen 1063 delen, 396 omslagen, 249 dozen, 33 stukken en 3 charters. *
Mr. Krom: "Ik heb mij toen genoodzaakt gezien, orde te brengen in die verzamelingen, die uit een duizendtal registers en verscheidene wagenvrachten losse stukken bestaan. Men stelle zich voor duizenden bundels processtukken, die zoveel mogelijk losgemaakt en dooreengeroerd zijn, vermengd met duizenden bij den Raad en bij het officie-fiskaal ingekomen stukken, houdende rekeningen van de administratie van boedels, de kwitantiën en andere stukken bij die rekeningen behoorende overal verspreid, honderden declaratiën van kosten enz. enz., alles een groot haveloos mengelmoes. Maanden ben ik aan het uitzoeken geweest en eerst thans heb ik de gelijksoortige stukken bijeen en van de andere afgescheiden; alle registers en portefeuilles hebben hun voorlopig nommer en van alles is een lijst opgemaakt." *
Na het overlijden van Krom op 28 november 1885 werd diens werk voortgezet door zijn ambtsopvolger Mr. A. C. Bondam. Deze verwijderde uit de archieven van de Raad en zijn opvolgers bijna alle gedrukte pamfletten, plakkaten en publikaties, en bracht ze onder in twee aparte verzamelingen. In 1886 kwam een voorlopige inventaris gereed. De losse civiele processtukken waren toen door Bondam min of meer alfabetisch gerangschikt op naam van de eisende partij. * In 1916 kwam Dr. H.P. Coster gereed met een herziene inventaris, die echter nog steeds een voorlopig karakter droeg. *
H.B.M. Jacobs, W.M. Lindemann en Th.F. van Litsenburg, 1981