skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Archieven

105 Hypotheekbewaarder 's-Hertogenbosch, 1811 - 1838

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historisch overzicht
105 Hypotheekbewaarder 's-Hertogenbosch, 1811 - 1838
Inleiding
Historisch overzicht
Bij Keizerlijk Decreet van 8 november 1810 werd bepaald, dat de Franse wet van 21 ventôse an VII (11 maart 1799) op de organisatie van bewaring van hypotheken met ingang van 1 januari 1811 ook in het bij het Franse keizerrijk ingelijfde koninkrijk Holland zou gaan gelden. *  Volgens artikel 1208 van het op 1 oktober 1838 van kracht geworden en eerlang te wijzigen Burgerlijke Wetboek zijn deze hypotheken zakelijke rechten op onroerende goederen, strekkende om daaraan de voldoening van verbintenissen te verhalen. Desondanks werd door het woord hypotheek eerder het stellen van een bezitloos onderpand aangeduid dan het uit dit stellen voortvloeiende recht. * 
Aangezien dit recht blijkens voornoemd artikel een gevolg is van een verbintenis en niet van een persoonlijke betrekking, schijnt het woord zakelijke overbodig. Dit woord vestigt er echter meer aandacht op, dat het voldoen dezer verbintenis niet verhaalbaar is aan de persoon van de schuldenaar, maar slechts aan een onroerend of het onroerende deel van diens vermogen.
Volgens het Romeinse recht konden ook roerende goederen in bezitloos onderpand worden gegeven. De soms moeilijke eerhaalbaarheid van het voldoen van verbintenissen aan zulke goederen deed echter de niet-Romeinse opvatting "Roerend goed heeft geen gevolg van hypotheek" op den duur ingang vinden. * 
Daar volgens artikel 1179 van voornoemd. Burgerlijk Wetboek voorrang van verhaal aan een bezitloos onderpand wordt gegeven, willen vele geldschieters slechts hypothecaire verbintenissen aangaan, hoewel volgens artikel 1177 alle tegenwoordige en toekomstige roerende en onroerende goederen van een schuldenaar aansprakelijk zijn voor diens persoonlijke verbintenissen.
Volgens de Germaanse rechten behoefde, voor zover bekend, een schuldenaar niet met zijn gehele vermogen aansprakelijk te zijn voor het voldoen zijnder verbintenissen, wanneer dit bij het aangaan dezer verbintenissen niet uitdrukkelijk was bedongen. *  Daarom hadden de vorderaars hier vóór de receptie van het Romeinse recht minder behoefte aan voornoemde voorrang. Bovendien werd de vestiging van hypotheken bemoeilijkt door het op Lukas 6: 35 berustende renteverbod. *  De grondrenteverkoop, waarvan de koopsom niet teruggevorderd kon worden, maar de rente vooral sedert de 16e eeuw wel meestal kon worden afgekocht, was in Nederland dan ook gebruikelijker dan de hypotheek, voordat met voornoemd verbod ten gevolge van het aan de macht komen der Calvinisten geen rekening meer werd gehouden. *  Desondanks valt het moeilijk uit te maken welke economisch-historische betekenis aan Nederlandse hypotheken moet worden toegekend, voordat de registratie van deze hypotheken verplicht werd gesteld.
Deze verplichtstelling vond pas plaats krachtens het in de eerste zin van deze inleiding vermelde Keizerlijke Decreet. Krachtens de in dit decreet genoemde wet moest er in elk arrondissement een door een hypotheekbewaarder beheerd kantoor worden opgericht, waar de voorgeschreven formaliteiten voor de bewaring van hypotheken en voor de vastlegging der veranderingen van onroerende eigendommen moesten worden uitgevoerd en de daarvoor verschuldigde rechten geïnd.
Bovengenoemde taak bracht het bijhouden van de volgende stukken met zich mee: Voor de inning moesten agenda's van ter registrering aangeboden stukken met opgave van de verschuldigde rechten worden aangelegd en bijgehouden. *  Bovendien moesten alfabetische indices worden aangelegd en bijgehouden op de eveneens aan te leggen en bij te houden repertoria op de akten van overschrijving en inschrijving volgens de namen van verkopers, kopers en andere recht-gevers en rechtverkrijgenden en van hypothecaire schuldenaars. *  In deze repertoria wordt dus verwezen naar de registers van overschrijving van akten van eigendomsovergang en naar de registers van inschrijving van hypotheken. *  Ten gevolge van die verwijzing bleek het minder gewenst verandering aan te brengen in de in inventarisnoten vermelde inkonsekwente nummering van de Bredase inschrijvingsregisters en Eindhovense overschrijvingsregisters. * 
In de Nederlandstalige repertoria worden de overschrijvingsregisters registers van formaliteit genoemd, hoewel de inschrijvingsregisters, de agenda's, de registers van schenking en de registers van beslaglegging in de Franse inlijvingstijd eveneens als registres de formalité werden aangeduid. *  Het herstel van Nederlands onafhankelijkheid bracht overigens in de wijze van inschrijving geen verandering, maar wel het van kracht worden van voornoemd Burgerlijk Wetboek. Dientengevolge werden bovenvermelde stukken namelijk op 30 september 1838 afgesloten, nadat sommige indices eerder waren vervallen en vervangen. * 
Krachtens het Koninklijke Besluit van 21 oktober 1957 no. 18 moeten de archieven van de Nederlandse hypotheekbewaarders uit het tijdvak 1811 - 1838 september in de rijksarchiefbewaarplaatsen worden bewaard. Ten gevolge van dit besluit werden de archieven van de hypotheekbewaarders te 's-Hertogenbosch, Eindhoven en Breda uit dit tijdvak respectievelijk in 1958, 1968 en 1969 aan de toenmalige rijksarchivarissen in Noord-Brabant overgedragen.
Het archief van de Bossche hypotheekbewaarders werd vóór de overdracht van de andere Noordbrabantse hypotheekbewaardersarchieven beschreven door Mej. Drs Korvezee. Zij beschreef na de agenda's eerst de over- en inschrijvingsregisters en daarna de repertoria en indices. De overschrijvingsregisters worden namelijk meer geraadpleegd dan de eigenlijke hypotheekregisters, omdat er vooralsnog meer belangstelling bestaat voor perceelsgeschiedenissen dan voor de functie van de hypotheek. Ik achtte het bij de beschrijving van de andere Noordbrabantse hypotheekbewaardersarchieven uit het tijdvak 1811 - 1838 dan ook meer gewenst de door Drs Korvezee gekozen volgorde over te nemen, dan het door haar beschreven archief in overeenstemming met de in de wet van 21 ventôse an VII genoemde volgorde om te nummeren en eventueel vóór die omnummering genoteerde inventarisnummers ongeldig te maken.
Behalve de ook in het Bossche hypotheekbewaardersarchief voorkomende stukkensoorten werden door de Bredase hypotheekbewaarder een register van schenking van onroerende goederen, twee registers van aankondiging van beslaglegging en twee registers van beslaglegging op onroerende goederen overgedragen en door de Eindhovense hypotheekbewaarder plaatselijke naamlijsten en andere bijlagen. Dit bovendien overgedragene werd na de ook in het Bossche archief voorkomende stukkensoorten beschreven. *  Verder werden de inventarissen in de alfabetische volgorde van de standplaatsnamen der hypotheekbewaarders geplaatst.
De ressorten van de kantoren dezer hypotheekbewaarders kwamen overeen met de vóór 15 mei 1877 bestaande Noordbrabantse arrondissementen, waarvan de grenzen in 1828 werden gewijzigd. *  Zo werden de gemeenten 's-Gravenmoer en Raamsdonk toen van het arrondissement 's-Hertogenbosch afgescheiden en bij het arrondissement Breda gevoegd en de gemeenten Boekel, Erp, Sint-Oedenrode, Schijndel en Veghel van het arrondissement Eindhoven afgescheiden en bij het arrondissement 's-Hertogenbosch gevoegd. Mede daarom werd een bijlage bij deze inleiding gevoegd, waarin vermeld wordt, tot welke arrondissementen de Noordbrabantse gemeenten in het tijdvak 1811 - 1838 behoorden.

J.A. ten Cate, ‘s-Hertogenbosch 1970
Aanwijzingen voor de gebruiker

Kenmerken

Datering:
1811-1838
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch