1346, sabbato post Letare tempore quadragesimali.
Schepenen van Buscoducis oorkonden, dat heer Theodericus van Hoerne, heer van Cranenborch, voor zich en voor heer Johannes Parsijn, ridder, — onder dankzegging — de executeurs van het testament van heer Wilhelmus de Buscho, ridder, nl. heer Johannes Pape, abt van Berna, heer Henricus van Neynsel, deken van Cuk, heer Ludovicus, heer van Dyepenbeke, Johannes Roever, z.v.w. Theodericus Roever ridder, en Jacobus Coptijt, van hun verplichtingen ontslaat en zich borg stelt bij ev. vorderingen.
1346, sabbato post Letare tempore quadragesimali.
Schepenen van Buscoducis oorkonden, dat heer Theodericus van Hoerne, heer van Cranenborch, voor zich en voor heer Johannes Parsijn, ridder, — onder dankzegging — de executeurs van het testament van heer Wilhelmus de Buscho, ridder, nl. heer Johannes Pape, abt van Berna, heer Henricus van Neynsel, deken van Cuk, heer Ludovicus, heer van Dyepenbeke, Johannes Roever, z.v.w. Theodericus Roever ridder, en Jacobus Coptijt, van hun verplichtingen ontslaat en zich borg stelt bij ev. vorderingen.
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.166.
c. Getypte tekst in Map-Afschriften.