In octavo Ascensionis Domini.
Schepenen van Buscoducis, Johannes Basijn en Theodoricus van Hoeklem, oorkonden, dat Petrus Gerarduszn, gezegd Gheen van der Aa van Middelrode, heeft verkocht aan Godefridus
Godefridus Bitter voor hem en zijn broers Johannes en Henricus een cijns van 10 schelling uit een huis c.a. van Petrus over de brug, de Middelrosche Brugge, aan de kant van Scynle, en uit 8 lopen bij dit huis, belast met 9 penning voor de heer van Boxtel, met 10 schelling aan andere mensen en met de lijftocht van ½ mud rogge voor Delyana Bruggemans, begijn.
In octavo Ascensionis Domini.
Schepenen van Buscoducis, Johannes Basijn en Theodoricus van Hoeklem, oorkonden, dat Petrus Gerarduszn, gezegd Gheen van der Aa van Middelrode, heeft verkocht aan Godefridus
Godefridus Bitter voor hem en zijn broers Johannes en Henricus een cijns van 10 schelling uit een huis c.a. van Petrus over de brug, de Middelrosche Brugge, aan de kant van Scynle, en uit 8 lopen bij dit huis, belast met 9 penning voor de heer van Boxtel, met 10 schelling aan andere mensen en met de lijftocht van ½ mud rogge voor Delyana Bruggemans, begijn.
b. Getypte tekst in Map-Afschriften.