In monasterio nostro Bernensi.
Brief van Petrus van Hemert, abt van het klooster van Berne, aan zijn vrienden de heren Henricus van Heeswijck en mr. Wilhelmus Scut, vertoevend te LuikDe abt beklaagt zich over heer Joannes Oem, ridder, heer van Bochoven, die ten onrechte de opbrengsten van de tiende in Bochoven van de inwoners vordert en afperst; hij meldt, dat deze bij het bezoek van kanunniken van Berne hun rechtvaardige eisen grof heeft afgewezen en dreigende taal heeft gebezigd; waarom hij beide bovengenoemde personen als zaakgelastigden voor Berne verzoekt, een bevel tot verbod te laten uitvaardigen, samen met een aanklacht van de ordesprocurator, als deze bij hen in Luik is, of van de officiaal aldaar, dan op abt's kosten; hij verzoekt tevens om - daar heer Oem het dorp en zijn kasteel van het Luikse kapittel in leen houdt - het verbod uit te vaardigen op straffe van verlies van het leen.
In monasterio nostro Bernensi.
Brief van Petrus van Hemert, abt van het klooster van Berne, aan zijn vrienden de heren Henricus van Heeswijck en mr. Wilhelmus Scut, vertoevend te LuikDe abt beklaagt zich over heer Joannes Oem, ridder, heer van Bochoven, die ten onrechte de opbrengsten van de tiende in Bochoven van de inwoners vordert en afperst; hij meldt, dat deze bij het bezoek van kanunniken van Berne hun rechtvaardige eisen grof heeft afgewezen en dreigende taal heeft gebezigd; waarom hij beide bovengenoemde personen als zaakgelastigden voor Berne verzoekt, een bevel tot verbod te laten uitvaardigen, samen met een aanklacht van de ordesprocurator, als deze bij hen in Luik is, of van de officiaal aldaar, dan op abt's kosten; hij verzoekt tevens om - daar heer Oem het dorp en zijn kasteel van het Luikse kapittel in leen houdt - het verbod uit te vaardigen op straffe van verlies van het leen.
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I. nr.453.