Voor de mannen van leen Robbert Jacopszn, rentmeester van Huesden, en Willem van Wijck, gemachtigd door Herman Gieliszn, drossaard van Huesden, heeft GhÃjsbert van Brakell overgedragen aan Jan Heym, man en voogd van Agnes van Brakell, zuster van Ghijsbert, de tiende (van Oudheusden), die Ghijsbert tot dan in leen had van heer Arnt van Wijck, abt van Bern; met de bepaling dat, als Jan en Agnes zonder wettig nageslacht zouden sterven, het leengoed zou komen aan de erfgenaam van Ghijsbert van Brakell.
Voor de mannen van leen Robbert Jacopszn, rentmeester van Huesden, en Willem van Wijck, gemachtigd door Herman Gieliszn, drossaard van Huesden, heeft GhÃjsbert van Brakell overgedragen aan Jan Heym, man en voogd van Agnes van Brakell, zuster van Ghijsbert, de tiende (van Oudheusden), die Ghijsbert tot dan in leen had van heer Arnt van Wijck, abt van Bern; met de bepaling dat, als Jan en Agnes zonder wettig nageslacht zouden sterven, het leengoed zou komen aan de erfgenaam van Ghijsbert van Brakell.
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.558.