Archieven

2092 Norbertijnenabdij van Berne, oud archief, 1134-1857

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

2092 Norbertijnenabdij van Berne, oud archief, 1134-1857

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Printen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)

Inleiding

Historisch overzicht

Verantwoording van de inventarisatie

Aanwijzingen voor de gebruiker i

Regesten

Records 1 t/m 100

Records 101 t/m 200

Records 201 t/m 300

Records 301 t/m 400

Records 401 t/m 500

Records 501 t/m 600

Records 601 t/m 700

Records 701 t/m 800

Records 801 t/m 900

892 1480 oktober 13.
Schepenen van Buscumducis oorkonden, dat Paulus van den Brande z.v.w. Gerardus van den Brande heeft verkocht aan Mabelia, weduwe van Nycolaus z.v.w. Ambrosius Janszn van der Stegen, een erfcijns van 5 pond uit een stuk land van 8 lopen in de parochie van Beerlykem in de Onderstall, nader gesitueerd, en uit een huis, erf en hof c.a. van 1 mudzaad terzelfder plaatse, ook nader gesitueerd.

893 1480 oktober 18.
Schepenen van Huesden oorkonden, dat Dierck Rutgerszn can den Lijnbraicken en Luytgaert, weduwe van Gijsbert Airtwijnszn, heeft toegezegd aan Beatrijs, weduwe van Jan Spiering van Veen, een pacht van 1 mud tarwe uit 7 morgen land in de ban van Outheusden op de Doverijn, nader gesitueerd.

894 1480 november 28.
Schepenen van Huesden oorkonden, dat Jan Hectoirszn als man en voogd van Lielde dochter van Aert Kivits ten gunste van Willem Roelofszn afstand heeft gedaan van een stuk land in de ban van Engelen, geheten het Weertken, nader gesitueerd.

895 1480 december 27.
Schepenen van Woudrichem oorkonden, dat Philips Willemszn van der Mye als richter en Claes Aertszn en Jan Ghijsbrechtszn als heemraden van Sleewijck getuigen, dat joffrouw Korstine Quekels heeft overgedragen aan heer Herman van Hambroeck, priester van Beern en proost van Honswijck, en aan zijn opvolgers 6 morgen in het gericht van Sleewijck tegen een cijns van 9 schild, te lossen met 150 schild; waarbij de stenen kamer met huis, berging en een stukje land van 5 à 6 hond in het gericht can Woudrichem in de polder van Honswijck (zie regest van dezelfde datum) als onderpand diende.

896 1480 december 27.
Schepenen van Woudrichem oorkonden, dat Korstijne Quekels heeft overgedragen aan Herman van Hambroeck, priester van Beern en proost van Honswijck, en aan zijn opvolger een stenen kamer met huis, berging en een stukje land van 5 à 6 hond in het gericht van Woudrichem in de polder van Honswijck tegen een cijns van 9 schild en 3/8 schild ("anderhalff quartier"), af te lossen met 150 schild; waarbij de 6 morgen in het gericht van Sleewijck (zie regest van dezelfde datum) als onderpand diende.

897 1481 mei 4.
Voor de mannen van leen Robbert Jacopszn, rentmeester van Huesden, en Willem van Wijck, gemachtigd door Herman Gieliszn, drossaard van Huesden, heeft Ghíjsbert van Brakell overgedragen aan Jan Heym, man en voogd van Agnes van Brakell, zuster van Ghijsbert, de tiende (van Oudheusden), die Ghijsbert tot dan in leen had van heer Arnt van Wijck, abt van Bern; met de bepaling dat, als Jan en Agnes zonder wettig nageslacht zouden sterven, het leengoed zou komen aan de erfgenaam van Ghijsbert van Brakell.

898 1481 mei 19
In nostra civitate Leodiensi.
Ludovicus van Bourbon, bisschop van Leodium, beslist, dat op verzoek van heer Arnoldus (van Wijk), abt van Berne, de parochies van Englen en Vlijmen, die tot dusver canoniek verenigd zijn, en waarvan de abt collator is (het patronaatsrecht bezit), en die maar door één pastoor worden bediend, voortaan vanwege de uitgestrektheid, het groot aantal gelovigen en de daaruit voortvloeiende mistoestanden gescheiden zullen zijn en als afzonderlijke parochies worden opgericht; met de bepalingen, dat de inkomsten van Vlijmen aan de pastoor aldaar ten goede blijven komen; dat de abt eventueel uit eigen middelen de bedienaar van Englen zal onderhouden; dat heer Johannes van Orthen, geprofest monnik van Berne, tot heden pastoor van beide kerken, persoonlijk voor het gerechtshof van Leodium moet verschijnen en daarna in beide kerken de scheiding officieel moet aankondigen.

899 1482 februari 23
Anno Domini 1481.
Schepenen van Buscumducis oorkonden, dat - nadat Katherina, weduwe van Henricus Jacobuszn Vranckenzn, haar vruchtgebruik van een stuk land, deels akker- deels weiland, groot 1 mud en 4 bunder, gelegen onder Beerlikem op Hodonck, tussen de Aa en het land, voorheen van heer Johannes Colen, priester, inclusief het recht van doorgang over het erf van heer Colen, had overgedragen aan Elizabeth en Bela, dochters van Katherina voorn., en aan Henricus Weygerganck, man en voogd van Katharina, eveneens dochter van de weduwe Katherina, aan frater Wilhelmus, conventuaal van Berna, en frater Henricus, conventuaal van de Predikheren in Buscumducis, zonen van de weduwe Katherina - deze gezusters Elizabeth en Bela en hun schoonbroer Henricus dit stuk land en het recht van doorgang hebben overgedragen aan Nicolaus Coel z.v.w. Gerardus Sluyter tegen een cijns van 16 pond en een pacht van 2 mud rogge ten gunste van de 5 kinderen, en tegen een lijfrente van 10 pond voor de weduwe Katherina, en na haar dood voor Elizabeth, Bela en Henricus Weygerganck.

900 1482 maart 15
Anno Domini 1481.
Schepenen van Buscumducis oorkonden, dat Henricus z.v.w. Theodericus van Os heeft overgedragen aan Ffranco van Langel ten behoeve van Deynaldus z.v.w. Deynaltszn van Vladeracken de helft van een veld van ca. 6 morgen in de parochie van Groet-Lyt (= Lith) in het Litterbroeck, nader gesitueerd, - dit veld in de lengte te verdelen - en dan wel de helft die gelegen is tegen het erf van Arnoldus Demer; welke helft Theodericus van Os had verworven van Theodericus van Vyanen.

901 1482 april 12.
Schepenen van Buscumducis oorkonden dat - nadat Henricus z.v.w. Theodericus van Os zijn helft van een veld van ca. 6 morgen in de parochie van Groet-Lyt (= Lith) in het Lytterbroeck, nader gesitueerd en overlangs en gelijkelijk verdeeld, nl. die helft die ligt tegen het erf van Arnoldus Demer, had overgedragen aan Ffranco van Langel ten behoeve van Deynaldus z.v.w. Henricus Deynaltszn van Vladeracken - ook de gebroeders Johannes en Theodericus van Os, kinderen van Theodericus van Os, afstand hebben gedaan van de helft van de helft van dit veld en van de ev. aanspraken van hen beiden en van hun broer Reynerus van Os en van hun zuster Katharina op de gehele helft van dit veld.

902 1482 mei 7.
Johannes Gruyter, pastoor van Myerle, bericht, dat in de hoogmis van Heeswijck één proclamatie moet plaatsvinden, en dat tegen de presentatie van Arnoldus van Malsen als pastoor aldaar tot dinsdag na zondag Vocem (= 14 mei) bezwaren kunnen worden ingediend.

903 1482 mei 12.
Hermannus van Egmont, dienstdoende priester in de parochiekerk van Heezwijck, bericht aan de heer deken van Woencel, dat hij de proclamatie, zoals voorgeschreven in de akte van 7 mei 1482 (reg. nr.902), waardoor deze is gestoken, heeft afgekondigd, en dat er geen bezwaren zijn geopperd.

904 1482 mei 14
Myerle in domo nostro.
Johannes Gruyter, pastoor van Myerle, en plaatsvervanger van heer Antonius Pruynen, de pastoor van Nuenen en Gerwen, deken van Woencel en aartsdiaken over de parochiekerken, geeft opdracht aan de dienstdoende priester van Heeswijck en alle andere priesters, clerici en notarissen, om de kerk van Heeswijck met alle toebehoren en inkomsten volgens de gebruikelijke formaliteiten in bezit te geven aan heer Arnoldus van Malsen, kanunnik van Berna, als pastoor van Heeswijck, schriftelijk voorgedragen door heer Arnoldus van Wijck, abt van Berna.

905 1482 mei 14.
Johannes Gruyter, vice-deken van Woencel, oorkondt, dat heer Arnoldus van Malsen, voorgedragen voor het pastoraat van Heeswijck, heden persoonlijk voor hem op de rechtszitting (in de kerk van Mierlo), is verschenen; dit alles volgens de formaliteiten waarvan sprake in de akte van dezelfde datum (reg. nr.904), waardoor deze akte is gestoken; en dat niemand met bezwaren is komen opdagen.

906 1483 februari 24
Des dynsdach na Sunte-Mathijsdach.
Schepenen van Heeswijck, Jan Wyllems van der Heyden, Wijmryck Heymeryckzn, Peter Roelofszn, Jan van Broegel, Dirck die Sluyter, Symon Jan Frunselszn en Jan de Raet, oorkonden, dat Peter Roelofszn beloofd heeft binnen twee jaar te betalen aan Dirck Henrick Sluyters en Jan Willemszn van der Heyden (kerkmeesters) ten behoeve van het St.-Keterynenaltaar aldaar de achterstal van 20 peter à 18 stuiver, aan welk altaar destijds heer Peter van Hemert (als pastoor van Heeswijck) een beneficie had verbonden met een cijns van 4 pond, dit met goedvinden van zijn abt Arnoldus van Wijck; zodat Peter Roelofszn dus over het lopende cijnsjaar de gewoonlijke cijns zal betalen en over het komende jaar dezelfde cijns, vermeerderd met die 20 peter.

907 1483 april 20
Anno Domini 1482.
Schepenen van Buscumducis, Wilhelmus van Ghent en Johannes Godefriduszn van Hedel, oorkonden, dat heer Willelmus Spierinck, priester, heeft opgedragen aan Franco van Langel, om na zijn dood over te dragen aan de bedienaar van het Maria-altaar in de kerk van Hesewijck, een pacht van 4 mud rogge uit een windmolen te Hezewijck, welke pacht heer Willemus bij testament voor zijn leven geërfd had van Johannes Spierinck Johanneszn.

908 1483 mei 10.
Schepenen van Woudrichem oorkonden, dat joffrouw Korstijn Quekels met haar voogd heeft overgedragen aan Heinric van Sevenberghen, haar "neve", de akte van 27 dec.1480 (reg. nr.896), waardoor deze is gestoken, betreffende de cijns van 9 en 3/8 schild ("neghen ende anderhalff quartier").

909 1483 juli 6.
Schepenen van Heeswijck, Jan Wyllemszn van der Heyden, Peter Roelofszn, Dirck die Sluys, Symon Jan Fuinselszn, Jan die Raet, Ruyt Simonszn, Jan Wyllem Spyrynckszn, oorkonden, dat Jan Mathijszn van den Mortel verkocht heeft aan Merten Brock van den Bosch een stuk akkerland, groot 4 lopen en gelegen in de parochie van Heeswijck aan de Veltstraet, nader gesitueerd, belast met 1 mud rogge voor Ruyt Simonszn en 2 hoenderen en 1 pont geld aan (de Broederschap van) O.L. Vrouw in Den Bosch.

910 1483 december 9
Des anderen daegs nae Onser-Lieven-Vrouwendach Conceptionis.
Schepenen van Berlicum, Anthonis Gheritszn, Coel Zeebenzn, Henric Colen en Henric van Leynsvelt, oorkonden, dat Wouter z.v.w. Coel die Louwer heeft toegezegd aan Jan van Volcken, priester en bedienaar van het altaar van O.L. Vrouw en Sinte-Katherine in de kerk van Berlicum, en aan zijn opvolgers een erfpacht van 9 stuiver uit een akker, 1 mudzaad groot en gelegen aldaar op de Westelacker, nader gesitueerd, welk stuk land hij van heer Jan van Volcken aanvankelijk voor "100 jaer ende daghe" in huur, vervolgens in erfkoop had gekregen tegen deze 9 stuiver en tegen een pacht van 2 pond voor de kerk van Berlicum.

911 1483 december 10.
Schepenen van Woudrichem oorkonden, dat Joest van Weyborch als richter en Jan Dirc Wisschaertszn, Claes Aertszn en Adriaen Aert Bacxzn als heemraden van Sleewijck getuigen, dat Korstyn Quekels heeft overgedragen aan Heinric van Sevenberghen de cijns van 9 schild, waarvan sprake in de akte van 27 dec.1480 (reg. nr.895).

912 1484 december 6
Ante conventum B. Birgitte Ad Aquas Sancte Marie in parochia de Roesmalen.
Notaris Gerardus Lambertuszn van Berlichem, clericus van Leodium, instrumenteert, dat Henricus en Anthonius, kinderen van Henricus z.v.w. Henricus Everarduszn, en Johannes Ruttenzn, man en voogd van hun zuster Mechtildis, overdragen aan heer Johannes Colenzn van Berlicom, priester, een klein stuk broekland, groot 1 morgen, gelegen in de parochie van Berlichem in de Coeleyt en nader gesitueerd, voor een erfcijns van 6 pond voor de bedienaar van het altaar van Anthonius en Barbara in de parochiekerk aldaar, voor het houden van een wekelijkse mis; met als getuigen: heer Adrianus de Dordraco, buitenbroeder ("frater ab extra") en Adrianus Everarduszn, binnenbroeder ("frater ab intra"), beiden conventualen aldaar.

913 1484 december 30.
Schepenen van Buscumducis oorkonden, dat Anthonius, gezegd de Cellis, als man en voogd van Elizabeth dr.v.w. Johannes Henricuszn Cuppens en van Ermgardis dr.v.w. Andreas Thijsen heeft overgedragen aan Johannes Adrianuszn z.v.w. Godefridus Yewens ten behoeve van hem en van zijn broer Theodericus een erfcijns van 12 pond uit een huis, erf en hof in de parochie van Gestel bij Herlaer op Hoerinc, nader gesitueerd, en uit een akker an 9 lopen aldaar in de Hespacker, nader gesitueerd, welke cijns Ermgardis gekocht had van Berthold, zoon van Mathias Berthoutszn.

914 1485 februari 6
Rome apud S. Petrum, anno Incarnationis Dominice, 1484, septima idus februarii.
Paus Innocentius (VIII) draagt de abten van S. Genofeva in Parisius, S. Georgius in Colonia en S. Petrus in Lovanium op, om op verzoek van de oversten van de kloosters van de Orde van premonstratum maatregelen te nemen tegen hen die de goederen en inkomsten van de Orde aantasten.

915 1485 februari 20.
Aernt van Wijck, abt van Bern, staat met goedvinden van het convent toe, wegens de schade onlangs door de proosdij van Mertsberch bij de Utrechtse gevechten opgelopen en wegens de achterstal van betaling door de abt aan heer Jan Spyrinck van Aelborch aldaar, en omdat hij vertrouwen in hem stelt, dat deze de proosdij levenslang in bezit en gebruik krijgt (zal krijgen?), en bepaalt dat:
1. wanneer de proosdij weer meer opbrengt dan de 100 rijnsgulden waarop heer Jan krachtens eerdere aanstelling recht heeft, heer Jan ook de meeropbrengst zal genieten;
2. hij jaarlijks rekening en verantwoording zal moeten afleggen, en
3. hij de proosdij met de kapel geheel op eigen kosten zal blijven onderhouden.

916 1485 maart 29
Anno Domini 1484.
Schepenen van Buscumducis, Goswinus van den Heesacker en Petrus van Vladeracken, oorkonden, dat Jacobus z.v.w. Theodericus Heyne heeft gegeven aan Arnoldus z.v.w. Gerardus van der Stappen 6 lopen akkerland in de parochie van Heeswijck, nader gesitueerd, met 1½ sloot tegen een pacht van 1 pond voor het altaar van O.L.Vrouw in de kerk van Heeswijck, tegen een pacht van 4 vat rogge voor de kosterij (matriculaat) van Heeswijck en tegen een pacht van 1 mud rogge voor Jacobus en Arnoldus voorn.

917 1485 december 15.
Schepenen van Buscumducis oorkonden, dat Anthonius z.v.w. Gerardus Geritszn heeft verkocht aan meester Henricus Pelgrom ten gunste van het klooster van Berna een pacht van 6 zester rogge uit 1 zester land, 1 lopen en 2 bunder, alle gelegen in Beerlikem, op Beecvelt, nader gesitueerd.

918 1486 januari 21
Infra districtus monasterii Bernensis.
Notaris Johannes Rutgheruszn van Ghorinchem instrumenteert, dat heer Arnoldus van Wijck, abt van het klooster van Maria van Berna, overdraagt aan heer Thomas Herinck, zijn medebroeder, de vicarie of het altaar van S. Katherina in de kerk van Hedichuysen, nu na de dood van heer Laurentius van Doorn, de laatste bedienaar; en dat de abt aan heer Petrus van Rijswijck, pastoor van Hedichuysen, vraagt, heer Thomas in het bezit van het altaar en de inkomsten te stellen.

919 1486 juli 1.
Schepenen van Heeswijck, Peeter Roeloffszn, Jan Wíllemszn van der Heyden, Symon Frynselszn, Jan de Raet, Ruyter Symonszn, Jan Spyrinck Willemszn, Jan van den Noddevelt, oorkonden, dat deze genoemde schepenen en Emont den Jonger, Dirck Peeters en Cost Dirck Costjenszn als gezworenen van het dorp, Jan Spierynck Willemszn en Goyart Voet als heiliggeestmeesters, en Heymerick Heymerickszn, Jan Pee-ter Dircxszn, Dirck Hendrick Sluytelszn en Willem Janszn van der Heyden als gemachtigden van het dorp hebben verkocht aan Deynart Hendrickszn van Vladerecken 5½ bunder broekland in de parochie van Heeswíjck, tussen de Landweer en het gemene broek, nog nader gesitueerd, voor een erfcijns van 1 oude groot per bunder, te betalen op Pasen als gebuurcijns; op voorwaarde, dat Deynart er twee slaghekken hangt, aan de kant van Dynther in de Landweer en aan de kant van Heeswijck aan het Broick bij de Beecxhoeve, zodat iedereen doorgang heeft.

920 1486 augustus 26.
Schepenen van Heeswijck, Jan Wyllemszn van der Heyden, Jan Funsels, Jan die Raet, Jan Voet, Jan Spierynck Wyllemszn, Jan van den Noddevelt en Cost Dirck Costenszn, oorkonden, dat Roever Liebart Lemmenszn, Thonis Liebart Lemmenszn en Wyllem Liebart Lemmenszn verkopen aan Jan Spierinck Wyllemszn en Jan voet, kerkmeesters van Heeswijck, ten behoeve van een mis aan het altaar van Sunte-Katelijne in de kerk van Heeswijck hun deel in de pacht van 2 zester rogge.

921 1486 september 25.
Schepenen, raadslieden, ambachtsdekens en stad van 's-Hertogenbossche oorkonden, dat enige tijd geleden in de kwestie tussen de stad en de rector van de Fraters van het Huys van Sunte-Gregorius op het Hyntemereynde over de Gheerlixer Brug betreffende de accijnzen op het bier, gebrouwen voor de commensalen, clerici-scholieren van dit huis, vrijdom van accijns verleend is tegen de som van 600 rijnsgulden, die toen ook betaald is, en dat zij deze vrijdom nu opnieuw bevestigen; met de bepaling, dat de stad de vrijdom tegen dezelfde som mag intrekken.

922 1486 oktober 11
In onse stadt van Antwerpen.
Maximiliaen, rooms-koning, en Philips (de Schone), graaf van Hollant, etc. bevelen hun eerste deurwaarder in Hollant op verzoek van abt en convent van Bern, die aangeslagen zijn voor het zogeheten ruitergeld - dit in verband met het gewapend conflict tussen Hollant en het Sticht Utrecht - en die zich daartoe niet verplicht achten vanwege hun al eeuwenlang gemortificeerd goederenbezit, om nu stad en land van Huesden, die deze belastingomslagen opeisen, te dagvaarden voor de stadhouder en grafelijke Raad van Hollant, het klooster vrij te spreken van dit ruitergeld en het, hangende het proces, ongemoeid te laten.

923 1487 april 10
Anno 1486.
Schepenen van Buscumducis oorkonden, dat Hubertus en Katharina, kinderen van wijlen Andreas Hubertus-zn van Gerwen, hebben verkocht aan Henricus z.v.w. Henricus Kerys een huis, erf, tuin en een stuk heidegrond, samen 11 lopen groot en gelegen in de parochie van Gemonde onder Scijnle, nader gesitueerd, welke goederen Andreas destijds verworven had van Goeswinus z.v.w. Johannes van der Voert en welke belast zijn met een pacht van 11 zester rogge.

924 1487 april 20.
Aernt van Wijck, abt van Bern, leenheer, en Hillen Hacken, man van leen van de abt, en meester Aernt Boekelar, man van leen van Hollant, oorkonden, dat - aangezien Ghijsbrecht van Hemert z.v.w. Dirck van Brakel destijds het erfrecht van zijn tiende in het Land van Huesden, die hij van de abt in leen ontvangen had, heeft overgedragen aan Jan z.v.w. Ghoessen Heym en aan zijn vrouw, zuster van Ghijsbrecht voornoemd, om deze erfelijk te bezitten na Ghijsbrechts dood, maar aangezien uit het huwelijk van Jan Heym en zijn nu overleden vrouw geen kinderen zijn voortgekomen - dat Jan Heym dit recht op het tiendleen op 3 april heeft overgegeven aan de abt voor de mannen van de leenhof van Berne, Claes van der Merwyn en Hillen Hacken, ten gunste van Gerit Backs en zijn vrouw, andere zuster van Ghijsbrecht, om door hen verworven te worden na Ghijsbrechts dood, na Gerits dood door Dirck, Gerits zoon en ev. na Dircks zoon door zijn broer, ook Ghijsbrecht geheten, tenzij Ghijsbrecht van Hemert alsnog trouwt en wettige kinderen krijgt, die dan de tiende zullen erven; met de bepaling, dat ingeval Ghijsbrecht van Hemert geen wettige kinderen krijgt, de tiendbezitter een jaar na diens dood 100 schild moet betalen aan Jenneke, zijn natuurlijke dochter.

925 1487 juni 11.
Dirck Johanszn en zijn vrouw Griet verkopen aan Otto van Someren een huis en hofstede, groot 2 hond en gelegen in het kerspel van Andels (sic), belast met een cijns van 3½ pond voor Johan die Ruter en een van 1 rijnsgulden voor Walraven van Gent, en beloven voor deze goederen garant te blijven op straffe van leisting.

926 1487 augustus 10.
Schepenen van Littoyen, Reyner van der Graft Goyartszn, Tielman van Son, Jan van Tuyll, Jan Clinge, Jan Willemszn, Henrick Bernszn en Willem Goesen Ryckouts, oorkonden, dat Dirck van der Graft Reynerszn zich ten gunste van heer Gherit van Beest, priester en bedienaar van het O.L.Vrouwe-altaar in de kerk van Littoyen, heeft laten richten aan een huis, hof c.a. aldaar, geheten Opten Enge, wegens wanbetaling van een erftijns van 8 pond over 3 jaren, welke tijns op 17 maart 1475 toegezegd was door Heymerick Willemszn aan heer Henrick Aelbrechtszn, priester, ten behoeve van dit altaar; dat de nodige afkondigingen zijn geschied in de kerk van Littoyen en voor het stadhuis in Den Bosch, alsook, in verband met het recht van naasting, aan de "rinck" van de parochiekerk in Littoyen; dat vervolgens Dirc voorn. deze erven "vercoft" aan Jan van Beest voor de achterstallige pacht van 3 jaren en voor de proceskosten.

927 1487 (tussen 10 aug. en 25 nov.).
Schepenen van Littoyen (zie vorig regest), oorkonden, dat Jan van Beest heeft overgedragen aan heer Gherit van Beest, priester, alle rechten, vervat in de akte van 10 aug.1487 (reg. nr.926), waardoor deze akte is gestoken.

928 1487 november 25.
Schepenen van Littoyen (zie voorvorig regest), oorkonden, dat heer Gherit van Beest met verlof van de officiaal van Luydick heeft overgedragen aan Peter van Maren z.v.w. Peter van Maren alle rechten vervat in de 2 akten van 10 aug.1487 en (tussen 10 aug. en 25 nov.) 1487 (reg. nrs.926, 927), waardoor deze akte is gestoken.

2092 Norbertijnenabdij van Berne, oud archief, 1134-1857

Inleiding

Regesten

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Printen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)

928

1487 november 25.
Schepenen van Littoyen (zie voorvorig regest), oorkonden, dat heer Gherit van Beest met verlof van de officiaal van Luydick heeft overgedragen aan Peter van Maren z.v.w. Peter van Maren alle rechten vervat in de 2 akten van 10 aug.1487 en (tussen 10 aug. en 25 nov.) 1487 (reg. nrs.926, 927), waardoor deze akte is gestoken.

a. Oorspr. VIII. L. 5. Het gemeen schependomszegel van Lithoyen is afgevallen.
b. Getypte tekst in Map-Afschriften.