"-het archief van het bestuur van de stichting
-het archief van het ledenbestand van Brabantia Nostra
-het archief van het maandblad Brabantia Nostra met documentatie".
Twee voorwaarden werden door de stichting gesteld. Ten eerste zouden genoemde archieven tot 1 juni 1987 uitsluitend toegankelijk zijn voor zuiver wetenschappelijk onderzoek. De tweede voorwaarde hield in dat de zittende bestuursleden van de stichting de archieven altijd mochten raadplegen. * De lengte van het archief bedraagt vier meter.
De archivalia (om van archieven te spreken zoals in het proces-verbaal is onjuist) werden opgehaald bij P. Mutsaers. Als secretaris van de stichting had hij de archivalia van het Algemeen en Dagelijks Bestuur beheerd. Ook de archiefstukken betreffende het tijdschrift Brabantia Nostra had hij onder zich. De hoofdredakteur zal ze, nadat het tijdschrift ter ziele gegaan was, aan de secretaris overgedragen hebben. Zo heeft waarschijnlijk ook de leiding van de Propaganda-Centrale gehandeld. Deze gang van zaken was echter eerder uitzondering dan regel. Vrijwel alle commissies, secties en directoria hielden na beëindiging van hun aktiviteiten het door hen gevormde archief onder zich.
Het grootste gedeelte van het archief bestaat uit correspondentie. De ordening zoals die door Mutsaers, die in feite het archief vormde, was aangebracht, is eigenlijk van tweeërlei aard. Aan de ene kant paste hij het systeem van dossiervorming toe, vooral wanneer het aantal brieven over één zaak zich uitbreidde. Aan de andere kant werden brieven chronologisch geborgen, terwijl later meer heil gezien werd in een rangschikking op afzender. Dit laatste gebeurde echter alleen met brieven van personen met wie hij regelmatig correspondeerde. De overige stukken waren in een enkel geval als bijlagen bij de correspondentie gevoegd, maar voor het merendeel waren zij zonder een systeem in het archief geborgen. De hoeveelheid correspondentie na de Tweede Wereldoorlog nam sterk af. Ze werd toen grotendeels zaaksgewijs, samen met de overige stukken bewaard. Ook door de hoofdredakteur van Brabantia Nostra was geen vast systeem gevolgd, evenmin als door de leiders van de Propaganda-Centrale. De overige commissies, directoria en secties hadden de schriftelijke neerslag van hun aktiviteiten, voor zover aanwezig bij Mutsaers, chronologisch gerangschikt.
Deze inventaris was een stage-project in het kader van de opleiding aan de rijksarchiefschool in het cursusjaar 1979-1980.
J. Sanders