skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg

Archieven

330 Dietsch Studentenverbond, 1923 - 1941

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historisch overzicht
330 Dietsch Studentenverbond, 1923 - 1941
Inleiding
Historisch overzicht
Door de successen die de Vlaamse beweging na de Eerste Wereldoorlog boekte op cultureel en maatschappelijk terrein, met name in het streven naar de volledige vernederlandsing van Vlaanderen, kreeg de gedachte dat er gestreden moest worden voor de Grootnederlandse staat ook in Nederland steeds meer aanhang. *  Voor het eerst verschenen in de jaren dertig in Nederland geschiedwerken die de noordelijke en zuidelijke Nederlanden als één geheel tot uitgangspunt namen, onder andere van P. Geyl en van J. Romein. *  Vooral bij de studenten in Noord en Zuid kwam het tot samenwerking en uitwisseling van gedachten, waarvan een aantal aanwijsbare resultaten te vinden is in dit archief: de congressen, conferenties en leergangen die door het Dietsch Studenten Verbond (DSV) georganiseerd werden in de periode 1923-1941. Hun orgaan, Dietsche Tijdingen, *  doet regelmatig verslag van deze ontmoetingen.
De Grootnederlandse gedachte vinden we verwoord in artikel twee van de statuten van het DSV, zoals ze zijn gegeven bij de officiële inschrijving als vereniging in 1931: * 
'De vereniging stelt zich ten doel in de Nederlanden en in Zuid-Afrika het nationaal besef te ontwikkelen en onder alle dragers der Dietsche beschaving het saamhorigheidsgevoel te versterken, ten einde gemeenschappelijk deze beschaving te dienen, te handhaven en te verbreiden.'
Om dit doel te bereiken wilden de studenten vier middelen aanwenden die in artikel drie beschreven worden als: congressen en interacademiale bijeenkomsten, samenwerking tussen afdelingen, aansluiting met andere verenigingen en 'de wettelijke middelen'.
Volgens artikel vijf konden alleen die mensen lid worden van deze vereniging, die student(e) waren en 'dietsch van afstamming of beschaving'. Dat hierbij ook studenten in Zuid-Afrika betrokken moesten worden, blijkt duidelijk uit een beginselverklaring van het hoofdbestuur:
'Het DSV beschouwt de Afrikaansch-Dietsche volksgemeenschap als een zelfstandige, doch verwante loot van den Dietschen Stam met eigen ontwikkelingsgeschiedenis en eigen cultuurleven. (..) Het streeft naar de handhaving en versterking van de betrekkingen tusschen de Nederlandsche en de stamverwante Afrikaansch-Dietsche volksgemeenschap.'
In de praktijk betekende dit dat er verschillende bijeenkomsten en reizen werden georganiseerd om elkaar te kunnen ontmoeten. * 
De ontstaansgeschiedenis van het DSV vinden we bij het in 1895 opgerichte Algemeen Nederlandsch Verbond (ANV), een Grootnederlandse vereniging, waarbinnen verschillende stromingen een onderdak vonden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de ontevredenheid over het gevoerde beleid steeds groter. Dit gold vooral voor de studentenafdelingen, die een andere houding wensten tegenover de Vlaamse Aktivisten. De betrokkenheid met de geestverwanten zou een meer politieke inhoud moeten krijgen, wat men in die dagen de stampolitiek noemde. De leiding van het ANV wilde zich meer op de vlakte houden en zich neutraal opstellen om geen protesten bij verschillende partijen in binnen- en buitenland uit te lokken. In 1917 kwam het tot een splitsing en een aantal uitgetreden leden van het ANV stichtte de Dietsche Bond, die zich wél aktief wilde inzetten voor de strijdende Vlamingen. Zij beschikten over een eigen orgaan: De Dietsche Gedachte. * 
De periode 1918-1922 betekende voor het ANV een tijd vol konflikten tussen de studenten en de 'burgers'. De eersten beschuldigden de laatsten ervan ontrouw te zijn aan de eigen beginselen door onder andere het gebrek aan morele en financiële steun voor de eigen studentenafdelingen en voor de Vlaamse aktivisten. Het bestuur verhoogde vervolgens de kontributie om de greep op de studentenafdelingen te kunnen behouden. De studenten zochten daarop kontakt met het in 1919 opgerichte Algemeen Vlaamsch Hoogstudenten Verbond (AVHV) *  om tot een nauwe samenwerking en steun te komen. Daarbij dachten zij voornamelijk aan de organisatie van studentencongressen en bestuurlijke samenwerking. Het VIIIe Congres te Gent in 1923 is hiervan een goed voorbeeld. * 
Op 1 juli 1922 werd de afscheiding een feit en vond in Utrecht met financiële steun van de Dietsche Bond de oprichting plaats van het DSV. Na enige discussie koos men voor Diets in plaats van Grootnederlands, omdat de meerderheid van de aanwezigen dit te imperialistisch vond klinken. De leden benoemden een voorlopig hoofdbestuur en een commissie om statuten en een huishoudelijk reglement te ontwerpen. De Dietsche Bond en het ANV werden uitgenodigd een gedelegeerde in het hoofdbestuur te benoemen, maar dat is vermoedelijk nooit gebeurd, hoewel de Dietsche Bond en het DSV op één lijn zaten en in de daarop volgende jaren er een vriendelijke verhouding gegroeid was met het ANV.
Het DSV was een sterk gecentraliseerde organisatie, waarin de grootste macht lag bij de algemene vergadering, die één keer per jaar rond Pasen gehouden werd. *  In de tussenliggende tijd had het hoofdbestuur ruime bevoegdheden en kon het daaruit voortkomende dagelijks bestuur zeer zelfstandig te werk gaan, ondersteund door verscheidene 'departementen'of 'takken'. *  Afdelingen kwamen van de grond, te beginnen met Delft, Amsterdam, Groningen en Utrecht. Later ook Leiden, Wageningen, Tilburg, Rotterdam en Nijmegen. In Vlaanderen ontstonden afdelingen in Leuven, Gent, Antwerpen, Brussel en Luik.
In de periode 1922-1929 was het ledental gestegen van 400 naar 2400, waarna het in de jaren dertig weer flink daalde. Een aantal bijeenkomsten konden toen niet doorgaan wegens gebrek aan belangstelling.
Verscheidene redenen kunnen worden genoemd als verklaring voor deze neergaande lijn; het verdwijnen van het Diets idealisme bij velen en de aandacht die linkse en rechtse politieke stromingen nu kregen. Ook het verslechterde leefklimaat in de jaren dertig zou hiertoe veel bijgedragen hebben.
In 1937 werden initiatieven ondernomen om het DSV weer op te krikken naar het niveau van de jaren twintig. Deze 'heroprichting' was echter geen succes. In de laatste jaren van het bestaan en met name in 1940 kreeg antidemokratische opvattingen steeds meer aanhang onder de leden en gingen geruchten, dat NSB-ers probeerden de macht te grijpen in verscheidene afdelingen. Deze ontwikkelingen zorgden ervoor dat leden hun lidmaatschap opzegden en nieuwe onverdachte leden wegbleven. *  In juni 1941 werd het DSV met andere Dietsche organisaties voor ontbonden verklaard door de Duitse bezetter, die de Grootnederlandse beweging een belemmering vond voor de verwezenlijking van het Groot-Duitse Rijk.

Rijksarchief in Noord-Brabant, 1997
Aanwijzingen voor de gebruiker
Bijlage: literatuur

Kenmerken

Datering:
1923-1941
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch