Johanna, hertogin van Brabant, verklaart, dat haar vader hertog Jan aan de lieden van Haaren bij Oisterwijk allerhande gemeinten heeft verkocht, waarvan het charter gedeeltelijk door de ratten is opgegeten en het zegel bijna is afgevallen. Zij bevestigt dit charter en bepaalt dat de lieden van Haaren voortaan voor hun huis mogen poten gevende vidimus van de voornoemde akte van 1309.
Johanna, hertogin van Brabant, verklaart, dat haar vader hertog Jan aan de lieden van Haaren bij Oisterwijk allerhande gemeinten heeft verkocht, waarvan het charter gedeeltelijk door de ratten is opgegeten en het zegel bijna is afgevallen. Zij bevestigt dit charter en bepaalt dat de lieden van Haaren voortaan voor hun huis mogen poten gevende vidimus van de voornoemde akte van 1309.
Auth. 17de eeuws afschrift