Jonker Cornelis van Grevenbroeck, heer van Helvoirt, alsmede schout, schepenen en regeerders van Helvoirt delen de prelaat van St. Geertruiden te Leuven mede, dat Heer Goyaert de Weer, kapelaan, sedert St. Jansmis het dorp heeft verlaten, waardoor de dorpelingen geen geestelijke bijstand hebben Zij kunnen zich wenden tot Heer Draeck, persoon (pastoor) van Helvoirt, doch voor deze is het zeer moeilijk, ja onmogelijk, de zieken onderstand te geven "overmits 't schaepken te vedt synde". Zij verzoeken een nieuwe kapelaan tegen een hoger salaris.
Jonker Cornelis van Grevenbroeck, heer van Helvoirt, alsmede schout, schepenen en regeerders van Helvoirt delen de prelaat van St. Geertruiden te Leuven mede, dat Heer Goyaert de Weer, kapelaan, sedert St. Jansmis het dorp heeft verlaten, waardoor de dorpelingen geen geestelijke bijstand hebben Zij kunnen zich wenden tot Heer Draeck, persoon (pastoor) van Helvoirt, doch voor deze is het zeer moeilijk, ja onmogelijk, de zieken onderstand te geven "overmits 't schaepken te vedt synde". Zij verzoeken een nieuwe kapelaan tegen een hoger salaris.