De heren van Oploo hadden wel eens moeilijkheden met hun leenheren, te weten de baronnen van de Stad Grave en van het Land van Cuyk. * Dit waren hoofdzakelijk kwesties over de competentie in bepaalde zaken.
a) in de veel te kleine archiefbewaarplaats van de gemeente Oploo, Sint Anthonis en Ledeacker te Sint Anthonis; *
b) in de Rijksarchiefbewaarplaats te ‘s-Hertogenbosch.
De stukken in de sub a) vermelde bewaarplaatsen waren hoofdzakeljk rekeningen en processtukken. De stukken in de
sub b) vermelde bewaarplaats - die in 1961 door de Rijksarchivaris in Noord-Brabant, Mej. Drs E.H. Korvezee, aan de gemeente Oploo c.a. werden overgedragen, waarvoor nog mijn hartelijke dank aan haar- waren hoofdzakelijk ingekomen stukken en processtukken. De ordening van het archief bracht geen grote moeilijkheden mee. Alleen de reconstructie van de verschillende processen was een puzzle, wijl de oudere processtukken weer dienden als bewijsmateriaal bij de jongere processen. * De processen met Sambeek, Vierlingsbeek en Overloon werden in de 16e eeuw voor het Hof of de Raad van Brabant te Brussel en in de 17e eeuw voor de Raad van Brabant te ‘s Gravenhage gevoerd.
Van de stukken van vóór 1600 zijn beknopte regesten gemaakt - het zijn meer momentopnamen -. De echte archiefvorsers, ware heem- en geschiedkundigen willen immers de stukken zelf zien, betasten en lezen.
De archivaris is slechts een "broodjager" en poelier, die het wild panklaar maakt voor de koks, te weten de heemkundigen en historici.
Oploo, Sint Anthonis en Ledeacker
Cuyk en Sint Agatha
H.B.M. Essink, streekarchivaris van het Land van Cuyk.