De naam Kessel is direct afgeleid van het Latijnse woord “castellum”, dat fort of kasteel(tje) betekent. Dat zou er op kunnen duiden dat de Romeinen hier al een kleine versterking hebben gehad. Die veronderstelling is niet zo gek, als je bedenkt dat er al enkele eeuwen vóór het begin van onze jaartelling mensen woonden op de Maasoevers van Maren en Kessel. Tal van vondsten zijn daar de stille getuigen van. En de belangrijkste vondst is in 1976 de Gallo-romeinse tempel van Kessel, gebouwd omstreeks het jaar 100 na Christus.
De eerste Maasdijken in deze regio zijn rond 1300 opgeworpen. We weten dat het beheer van die dijken in 1315 in handen was van zes heemraden uit Maren en Kessel. Vanaf 1349 werkten dezen samen met nog één heemraad uit Alem in het bestuurlijke verband van De Polder van het Laag Hemaal.
Vanaf ongeveer 1300 was Kessel een heerlijkheid en viel dus het bestuur van een lokale heer. Deze liet een kasteel bouwen, het Hof. Dat was een rechthoekig gebouw op een kunstmatige verhoging, voorzien van tenminste twee vierkante torens met kantelen. De restanten van het kasteel werden in 1801 gesloopt en de plaats waar het eens stond bleef bekend onder de naam: "'t Hof". Maren had geen lokale heer, maar was een zogenaamd hertogsdorp: hier oefende de hertog van Brabant de heerlijkheidsrechten uit.
In de Middeleeuwen behoorde dit gebied tot het Kwartier van Maasland.
Raadhuis
In 1767 werd een raadhuisje tegen de H. Antoniuskerk aangebouwd.
De functie van burgemeester is ingesteld na de inlijving van Nederland bij Frankrijk in 1810. Tot 1813 heette de burgemeester dan ook op zijn Frans maire, van 1813 tot 1820 droeg hij de (oude) titel schout. Bernardus Valkenburg was de eerste burgervader van (Alem, Maren en) Kessel van 1810-1820.
De gemeente Alem, Maren en Kessel ontstond door samenvoeging van deze drie voorheen zelfstandige dorpen bij Koninklijk Besluit van 17 augustus 1819.
verdere ambten te Kessel: gecommitteerde en rentmeester van kwartier Maasland namens Kessel, gecommitteerde namens Kessel bij de Polder van het Laag Hemaal, kerkmeester van de Gereformeerde gemeente
Johannes Vriezekolk, 30 jul 1774 - 30 jun 1811, gemeenteraadslid 9 sep 1811- 27 apr 1818
geb 3 jul 1747 Grave, overl 27 apr 1818 Kessel
Zie ook boek: Johannes Vriezekolk 1747-1818, een machtig man in het Maasland, door Maria van den Brekel-van Dooren, Oss 2007, kenmerk bib. BHIC, toegang 1142, inventarisnr. 134E49.
Brabants Historisch Informatie Centrum