skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Archieven

7386 Dorpsbestuur Huisseling en Neerloon, 1697-1813

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historisch overzicht
7386 Dorpsbestuur Huisseling en Neerloon, 1697-1813
Inleiding
Historisch overzicht
Neerloon

Neerloon wordt vanouds, ook op oude kaarten, als Loon aangeduid. Loon is een vorm van "loo" dat bos betekent. Die plaatsnaam komt (net als bossen) vaker voor, ook in de directe omgeving. De behoefte om onderscheid te maken was er dus al vroeg. (Neer)Loon wordt dan soms ook als "Loon op de Maas" aangeduid (het Loon dat nu Overloon heet, ligt niet aan de Maas). Maar ook de ligging ten opzichte van elkaar in relatie tot de Maas werd gebruikt, en is uiteindelijk de officiële benaming geworden: Overloon ligt stroomopwaarts en Neerloon stroomafwaarts. Je ziet hetzelfde principe aan de gang bij bijvoorbeeld Neerlangel en Overlangel.
Neerloon maakte lange tijd deel uit van het Land van Cuijk.
Cuijk is veel ouder: op de beroemde Peutingerkaart, een (kopie van een) Romeinse kaart uit de 3e-4e eeuw, staat Ceuclum ook al vermeld, vlakbij de Maas, aan de route van Nijmegen naar Tongeren.
In de vroege middeleeuwen kwamen lokale en regionale "heren" aan de macht. Cuijk werd de machtsbasis voor de heren van Cuijk die hier dan ook hun kasteel bouwden. Van oorsprong kwam dit adellijke geslacht uit het gebied van Malsen. Na 1100 verwoestte de Duitse keizer hun Cuijkse burcht en verbande de heren. Na hun terugkeer rond 1138 besloten ze om een nieuw kasteel bij Grave te bouwen. Het geslacht Van Cuijk verdween in 1400 definitief als heersers van het Land van Cuijk en het gebied kwam onder Gelderse invloed. Na 1500 werd het gebied min of meer Brabants, hoewel het nooit deel heeft uitgemaakt van het hertogdom.
Toch kwam het Land van Cuijk na de Vrede van Munster (1648) onder het officiële bestuur van de Staten-Generaal, hoewel de Landsvergadering bleef bestaan.
Neerloon vaardigde schepenen af naar de Landsvergadering van Cuijk, welke bestond uit de ambtman als voorzitter, de rentmeester van de domeinen van de Baron, de Schout, de Landschrijver en afgevaardigde schepenen van de verschillende dorpen.
(Zie verder archiefblok 13, het archief van de Landvergadering van het Land van Cuijk, 1698-1810).
Het doel was de behartiging van de gemeenschappelijke belangen van het Land van Cuijk. Van ouds was dit verdeeld in twee ambten, het Overambt en het Nederambt. Het Overambt bestond uit de dorpen Maashees met Holthees, Vierlingsbeek, Oploo, Sambeek, Beugen, Ledeakker, terwijl het Nederambt Cuijk (met Sint Agatha, Heeswijk, Haps, Linden en Katwijk) Beers, Gassel, Escharen, Mill (met Sint Hubert en Wanroij) en Neerloon omvatte.

De Landsvergadering bleef bestaan tot de inlijving bij Frankrijk in het jaar 1810.
In 1810 werd het Departement van de Monden van de Rijn opgericht, verdeeld in de arrondissementen Eindhoven, 's-Hertogenbosch en Nijmegen. Grave en het Land van Cuijk werden onder het arrondissement van Nijmegen gebracht.
Zie ook: archiefblok 7040, De schepenbanken van het Land van Cuijk, 1525-1810 met diverse stukken betreffende Neerloon.
Inventarisnummers 245-246: Processtukken, c. 1600-1810
Inventarisnummers 593-603: protocollen en schepenakten, 1698-1810 en
Inventarisnummers 713-716: ingekomen en diverse stukken, 1697-1699, 1792-1810

Kerk van Neerloon

Het patronaatsrecht (het recht om de pastoor te benoemen) behoorde toe aan het kapittel van Xanten. Dat is ook de reden dat de kerk dezelfde patroonheilige, namelijk Sint-Victor, heeft. Dat patronaatsrecht is voortgekomen uit het feit dat het kapittel al in de tweede helft van de 13e eeuw een curtis (een hoeve) in Neerloon bezat. Het kapittel inde ook de kerkelijke belasting in Neerloon. Toen de parochie op een gegeven moment bij de betaling in gebreke bleef, slaagde het kapittel er in het gehele dorp te laten excommuniceren!
Huisseling

Huisseling wordt voor het eerst al in 783 genoemd.
Rond 1348 of 1349, geeft Walraven van Valkenburg, heer van Herpen, de inwoners van Huisseling het recht om delen van de gement (de gemeenschappelijke gronden) te kopen, te ontginnen en in particuliere erven te verdelen.

De naam
De oudste vorm van Huisseling stamt uit 1331. Het wordt dan geschreven als “Huseninghen”. Je kunt daarin de elementen “husum” (huis) en “eng” (akker- of bouwland) herkennen. “Huis op de akker”, dus. Het dorp bestond natuurlijk al lang vóór 1331!

Huisseling behoorde tijdens de Republiek bij het land van Ravenstein, dat toebehoorde aan de keurvorst van Paltz-Beieren, en was als zodanig onttrokken aan het gebied van de Staten-Generaal.
Behalve de stad Ravenstein bestond daar ook het Maaskants gericht (ook wel ten onrechte Maaslandsgericht) te Herpen (later te Ravenstein). In 1768 samengesteld uit de 3 volgende banken:
1) Herpen en Schaijk
2) Velp en Reek en
3) het Maaskantgericht, dit is van de vijf Maasdorpen: Demen, Langel, Deursen, Dennenburg en Huisseling,
4) Heikants gericht te Uden, met het rechtsgebied dat zich uitstrekte ook over Boekel en Zeeland.
Zie verder archiefblok 7618: Schepenbank Land van Ravenstein, 1538 - 1810
De kerk van Huisseling

De Lambertuskerk van Huisseling wordt al in 1421 genoemd. De Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) betekent na een aantal plunderingen het einde van het oude gebouw, dat echter weer als een feniks, maar niet uit zijn as, verrijst.

Tijdens de belegering van Grave door de hertog van Parma in 1586 werd de kerk geplunderd en vernield, waarbij onder andere de klokken werden meegenomen. Zo’n plundering, hoe erg ook, was op zich niet zo uitzonderlijk in het oorlogsgebied dat Noord-Brabant toen was.

Wél uitzonderlijk was wat er in 1621 gebeurde. De Staten-Generaal wilden toen namelijk in Ravenstein een garnizoen legeren en het stadje tot een echte vesting uitbouwen. Daarvoor vond men het nodig bijna het hele dorp (29 huizen) én de kerk van Huisseling af te breken, omdat ze in de weg zouden staan. Van die hele operatie is een uitgebreid verslag door de kerkmeesters bewaard gebleven, onder de bijna klassiek klinkende titel "De verwoesting van Huusseling".
Het huis Ringelenburg

Het landgoed Ringelenburg is in de middeleeuwen reeds bekend. Het werd bewoond door voorname families.

Bekende eigenaren:
Cornelis van Ringelbergen (...1487...)
Johan Suermonts (...1576...)
Baron Stockheim en familie (...1660...tot begin 1800)
Louis van Haaff (...1824...)
Notaris Van der Heijden (...1844...)
Familie Fackeldeij (...?...)

Jan Elemans schrijft in zijn proefschrift uit 1958 het volgende: "Een typische boomgaard heet 'Het Slotje': een grasbult tussen grachten. De straat die erheen leidt is 'De Laan', al staan er dan geen bomen langs (vroeger stonden hier kastanjes). Wat vroeger op deze plaats gestaan heeft, is niet (zoals de oudere boeren zich nog herinnerden) een kasteel geweest maar een landgoed, waarvan de naam (De Ringelenburg) op de aanliggende boerderij is overgegaan. Als de Heer van Ravenstein in 1576 een onderzoek laat instellen in zijn Heerlijkheid naar 'de ridderschap en adellijke huizen' luidt het antwoord van de ambtenaar dat 'De Ringelenberg van Johan Suermonts niet anders als een huysmanshuys te achten is' (zie Van Hoogstraten: Aantekeningen).

Zo blijkt dat de oude Ringelenburg vóór 1850 is afgebroken, maar dat er in 1850 een nieuw buitenverblijf is gebouwd dat in 1879 weer werd afgebroken. In 1850 werd ook de boerderij gebouwd die de naam voortzet.
Verwijzing

Bij het BHIC zijn 39 microfiches aanwezig betreffende akten (periode 1350-1800) van Maas en Waal afkomstig uit het Stifts- und Pfarrarchiv Xanten in Duitsland.
Op bijvoorbeeld Neerloon, Niftrik en Wijchen hebben talloze archiefstukken betrekking.
Deze archivalia zijn in het Stifts- un Pfarrarchiv Xanten bekend als de pakken (Maas Waal) MW 52 – MW53 – MW54 - MW55 - MW56 - MW57.
Het is een bonte verzameling brieven, financiële afrekeningen, pachtakten, verzoeken etc.
Vaak gaat het daarbij over kerkelijke landbezit, reparaties aan kerken, onderhoud aan dijken en kribben, tienden. Vele plaatselijke personen komen daarin aan het woord: pastoors, predikanten, schepenen, deken en kapittelheren, richterbode, inwoners, kerkmeesters, landschrijver, schout, landheren.
Ook zitten er stukken tussen over de periode 1584-1586 rondom het beleg van Grave, en de moord en plundering van omliggende dorpen door krijgsvolk gedurende de 80-jarige oorlog.
Het kapittel van St. Victor te Xanten had in en na de middeleeuwen onroerend goed of anderszins (bv. cijns- en tiendrecht) in vele dorpen in het gebied van Maas en Waal en elders.
In het Land van Maas en Waal waren dat bijvoorbeeld: Batenburg, Beugen, Boxmeer, Brakel, Cuijk, Dreumel, Duizel, Gennep, Groeningen, Herpen, Huisseling, Kessel, Maashees, Neerloon, Niftrik, Oeffelt, Ravenstein, Sambeek, Venraij, Vierlingsbeek, Vortum, Weurt, Wijchen.
Aan de Lage Markt in Nijmegen staat het Hof van Xanten, dat zijn naam dankt aan het kapittel van Xanten, dat hier de goederen beheerde die het in de omgeving had.
Vaak zijn de rechten van Xanten terug te voeren op landgoederen met hoeven, bossen, velden etc. met alle rechten en plichten van dien.
Het kapittel St Victor inde daarvan de kerkelijke belasting en benoemde de pastoor van de lokale parochiekerk.
De parochies van Batenburg, Druten en Neerloon zijn dan ook naar St. Victor vernoemd.
De beide dorpen vormden oorspronkelijk ook geen eigen heerlijkheid. Er is wel een zegel bekend uit het einde der 18e eeuw, waarop een kruis met sterren voorkomt. De oorsprong van dat kruis is onduidelijk. Het kan een symbool zijn van de plaatselijke parochieheilige, Sint Victor van Xanten.
Omdat we feitelijk met twee dorpsarchieven te maken hebben zijn de archieven in twee rubrieken verdeeld. Een derde rubriek gaat over de werkelijk gezamenlijke stukken die eerst aanvangen vanaf 1811 als de beide dorpen als gemeente Huisseling en Neerloon doorgaan.
Niet gevonden is een besluit daartoe. Misschien is het veroorzaakt doordat beide dorpen samen één maire kregen.

In het begin van de negentiende eeuw telde Huisseling en Neerloon nog geen 600 inwoners. Tegenwoordig komt het inwonertal in de buurt van de 650.

Middelen van bestaan
In Huisseling en Neerloon leefde men in hoofdzaak van de landbouw. Een belemmerende factor daarbij was de regelmatige wateroverlast.
Vanaf rond 1804 (en tot 1941 sluiting Beerse overlaat) werd Huisseling tegen het water van de Beerse Maas beschermd door een dam, die men in die tijd ook wel ‘kade’ noemde. Het 15 meter brede en 2 meter hoge dijklichaam was voorwerp van ruzie met Herpen.
Zo werd de Kade geregeld doorgestoken, om Herpen van het overtollige water te ontlasten. Ook is de dam wel eens overlopen of doorgebroken door hoog Maaswater en de watervloed bracht dan een enorme schade aan.

Brabants Historisch Informatie Centrum
Aanwijzingen voor de gebruiker
Bijlagen

Kenmerken

Datering:
1708-1813
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch