Ravenstein is in het begin van de 17e eeuw een vrij Katholiek gebied dat niet onder het gezag staat van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Ravenstein behoort aan de hertog van Kleef. Wanneer deze in 1609 overlijdt, kunnen de erfgenamen het niet eens worden. In 1614 wordt Ravenstein toegekend aan de Keurvorst van Brandenburg. Georg Wilhelm, zoon van de regerende Keurvorst van Brandenburg, heeft bij de Staten Generaal een zeer groot bedrag geleend. Deze schuld wordt ook wel de “hoefijzeren” schuld genoemd, vernoemd naar de ontvanger-generaal van de Staten Peter Hoefijzer. De Staten Generaal ontvangt bij het verstrekken van deze lening het recht om als onderpand van de lening een Staat garnizoen te vestigen in Ravenstein. Dit dient als tegenwicht tegen de oprukkende Spaanse troepen. Als in 1621 de eerste Staatse troepen arriveren, wordt in het jaar daarop de eerste predikant Joannes Breijer benoemt, die 3 jaren later naar Utrecht vertrekt.
Na de teruggave worden er plannen gemaakt om een eigen kerkgebouw te bouwen. In 1628 wordt aan de Staten Generaal verzocht toestemming te verlenen om in de Republiek te collecteren voor de bouw van een nieuwe kerk. Echter duurt het nog lang voordat er een kerk komt. In 1641 is het zover. De kerkenraad gaat over tot aanbesteding van de kerk. Het originele bestek en grondplan zijn bewaard gebleven. Aannemer wordt Dirk Bijl, die de kerk in een half jaar voor 6000 gulden min 77 ½ mud wil gaan bouwen. Verder moest de aannemer 3 tonnen bier schenken aan het garnizoen. Na Willemstad en Hooge Zwaluwe is Ravenstein een van de eerste plaatsen in Brabant, waar in de 17e eeuw een hervormde kerk wordt gebouwd.
In de notulen van de kerkenraad van 1732 wordt er voor de zoveelste keer melding gemaakt van ingegooide ramen in de voorgevel van de kerk. Er is sprake van vandalisme. De predikant en kerkmeesters gaan naar de drossaard om het verbod van straatschenderij te verscherpen. Van de twee zijramen in de voorgevel zijn maar liefst 40 glazen kapot. Uiteindelijk wordt er besloten om de ramen dicht te metselen.