Int jair ons Heren duysent vyerhondert drye ende tseventich, drye ende twintich daghe in Februario.
Voor de schepenen van Breda, Floris van Nyspen en Gerijt Cristus, verkoopt Lijsbet Wijtman Brantsdochter, met haar voogd Engbrecht Gieliszoon, bij consent van haar man Lambrecht Hammoer, aan Lysbet Jan Reynerszoondochter, vander Byestraten, weduwe van Willem Aart Willem Noydenssoenszoon, 51 schelling groote erfcijns, naar inhoud van de schepenbrief van 8 Mei 1430 (nr. 306).
Int jair ons Heren duysent vyerhondert drye ende tseventich, drye ende twintich daghe in Februario.
Voor de schepenen van Breda, Floris van Nyspen en Gerijt Cristus, verkoopt Lijsbet Wijtman Brantsdochter, met haar voogd Engbrecht Gieliszoon, bij consent van haar man Lambrecht Hammoer, aan Lysbet Jan Reynerszoondochter, vander Byestraten, weduwe van Willem Aart Willem Noydenssoenszoon, 51 schelling groote erfcijns, naar inhoud van de schepenbrief van 8 Mei 1430 (nr. 306).
Op rugzijde : Lysbet van Reyns. Ja. per Goessen (XVe e.).
Afschrift : Cart. B, fol. 60 vso ; cart. C, fol. 21.