1. De periode 1372-1887, waarin het beheer werd gevoerd door de familie Heym (1372-1681) en de familie van Beresteijn (1681-1887);
2. De periode 1887-1947, waarin het beheer werd gevoerd door het Algemeen Armbestuur van Vught;
3. De periode 1947-1964, waarin het beheer werd gevoerd door de gemeentelijke instelling voor Maatschappelijk Hulpbetoon;
4. De periode 1964-heden, waarin het beheer werd en wordt gevoerd door burgemeester en wethouders van Vught.
1. de bezittingen en inkomsten van het Heyms- of Mannengasthuis te Vught zullen worden bestemd tot ondersteuning van mannen ouder dan 60 jaar, zonder onderscheid van godsdienstige gezindheid en, voor zover de inkomsten der Stichting dit toelaten, tot verpleging in het daarvoor vanouds bestemde gesticht van vier zodanige mannen;
2. dat het beheer over de bezittingen en inkomsten van gemeld gasthuis wordt gevoerd door het Algemeen Armbestuur van Vught, later genaamd het Burgerlijk Armbestuur. Om in het bezit te komen van gelden, goederen, titels en papieren heeft het Armbestuur een proces moeten voeren tegen de erfgenamen van Jonkheer Gijsbert van Beresteijn, welk proces door het Armbestuur werd gewonnen.
Hierdoor werd de Heymstichting een burgerlijke instelling van weldadigheid in plaats van een particuliere.
Bij raadsbesluit van 23 november 1966 werd dan ook besloten:
a. te bepalen, dat het vermogen van de Heymstichting, bestaande uit landerijen, schuldvorderingen en obligaties niet op de gemeente overgaat, omdat van deze instelling geen taak naar de gemeente is overgegaan;
b. in te stemmen met door burgemeester en wethouders te nemen maatregelen voor wat betreft voorziening in het bestuur en de doelstelling van de Heymstichting.
a. dat er van. de Heymstichting geen Statuten of Stichtingsbrief bekend zijn, waaraan een nieuwe doelstelling kan worden ontleend;
b. dat de Heymstichting moet blijven voortbestaan omdat zij op maatschappelijk en sociaal terrein een belangrijke dienstverlenende taak kan vervullen.
Beide besluiten verwierven de goedkeuring van gedeputeerde staten op 1 februari 1967.
a. dat het bestuur van de Heymstichting vanaf 1887 is toevertrouwd aan een burgerlijke instelling van weldadigheid, dus aan een bestuurscollege, dat rekening en verantwoording verschuldigd was aan het gemeentebestuur,
b. dat het in overeenstemming is met de in het verleden gevolgde gedragslijn om het bestuur van de Heymstichting op te dragen aan de burgerlijke overheid,
c. dat burgemeester en wethouders van Vught daarom voorstellen hen te belasten met het beheer van de bezittingen en inkomsten van de Heymstichting en dat hun college (gedeputeerde staten) zich met deze opvatting kan verenigen.
Dit besluit verwierf koninklijke goedkeuring op 18 juni 1968.
Volgens dit artikel zijn deze onderworpen aan de goedkeuring van de gemeentere met een beroepsmogelijkheid bij gedeputeerde staten.
Mej. V. de Kort
Ambtenaar gemeente-archief.
Kenmerken
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.
Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.