Notaris Jacobus Groy alias Loyer verklaart dat Arnoldus de Wucht en Nicolaus de Colonia, goudsmid, gemachtigden van Aelbertus Loze alias Potter, kanunnik van Sint-Paulus in Luik, bij notariƫle akte van notaris Jacobus Wolteri de Leodio, hebben overgedragen aan deken en kapittel: een erfpacht uit de helft van een hoeve en uit een aangrenzende hoeve in Westilborch; een erfpacht van uit tGuet ter Lymbeke in Lymbeke in Woensel, half toebehorend aan Godefridus van den Velde, deken van Woensel; een erfpacht uit een halve hoeve in Helvoirt; een erfpacht en een erfcijns uit een hofstad op de Vuchterdijk in 's-Hertogenbosch, ten behoeve van de door Aelbertus gestichte kapelanie op het altaar van Sint-Barbara naast de doopvont in de Mariakapel van de Sint-Jan, als derde fundatie, ter ere van de Heilige Drievuldigheid, de Maagd Maria, de aartsengel Michael, de evangelist Sint-Jan, Sint-Jan de Doper en de apostelen Petrus en Paulus en alle heiligen, waarvan Jacobus zelf de stichtingsakte gepasseerd heeft. Gedaan in de Sint-Jan met als getuigen meester Arnoldus Buck, cyrurgicus en deken, bastionarius en virgifer van het kapittel, en Arnoldus de Beke.
Notaris Jacobus Groy alias Loyer verklaart dat Arnoldus de Wucht en Nicolaus de Colonia, goudsmid, gemachtigden van Aelbertus Loze alias Potter, kanunnik van Sint-Paulus in Luik, bij notariƫle akte van notaris Jacobus Wolteri de Leodio, hebben overgedragen aan deken en kapittel: een erfpacht uit de helft van een hoeve en uit een aangrenzende hoeve in Westilborch; een erfpacht van uit tGuet ter Lymbeke in Lymbeke in Woensel, half toebehorend aan Godefridus van den Velde, deken van Woensel; een erfpacht uit een halve hoeve in Helvoirt; een erfpacht en een erfcijns uit een hofstad op de Vuchterdijk in 's-Hertogenbosch, ten behoeve van de door Aelbertus gestichte kapelanie op het altaar van Sint-Barbara naast de doopvont in de Mariakapel van de Sint-Jan, als derde fundatie, ter ere van de Heilige Drievuldigheid, de Maagd Maria, de aartsengel Michael, de evangelist Sint-Jan, Sint-Jan de Doper en de apostelen Petrus en Paulus en alle heiligen, waarvan Jacobus zelf de stichtingsakte gepasseerd heeft. Gedaan in de Sint-Jan met als getuigen meester Arnoldus Buck, cyrurgicus en deken, bastionarius en virgifer van het kapittel, en Arnoldus de Beke.