Notaris Arnoldus Roveri oorkondt dat Aleidis en Gherburgis, dochters van Eduwardus de Os, begijnen van het Groot Begijnhof in 's-Hertogenbosch, hun testament maken waarbij ze geld geven aan de kerkfabriek van Sint-Lambert in Luik, een erfcijns aan de pastoor van het begijnhof uit een huis en erf aan de Vismarkt in 's-Hertogenbosch, waarvoor hij hun jaargetijde moet doen, hun namen in het overlijdensregister schrijven en alle zondagen voor hen moet (laten) bidden; aan de investituur van die kerk een jaarlijks bedrag uit goederen in Empel, waarvoor de pastoor twee missen per week moet doen op het altaar van Sint-Willibrord; aan de kerkfabriek van het begijnhof geld om een rente te kopen, waarvoor de meesteressen waskaarsen moeten kopen ten behoeve van genoemde jaargetijden; ten behoeve van een nieuw te stichten altaar in de Sint-Jan tegenover het portaal aan de zuidzijde als tweede fundatie ter ere van de heiligen Stephanus, Georgius en Christophoor een rente uit goederen in Empel, welke eerste bedienaar ze zelf willen presenteren, daarna te presenteren door deken en kapittel, met en zo mogelijk uit de naaste erfgenamen, met drie wekelijkse missen als last; aan het gasthuis bij de Gevangenpoort schenken ze een roggepacht uit goederen in Tilburg; twee roggepachten uit dezelfde goederen aan de oude (grote) infirmerie van het begijnhof en aan het huis voor arme personen, gesticht in het begijnhof door Petrus Gorter en Aleydis Troyaes; geld aan haar bloedverwant Theodricus de Somerghen in Aalst en aan drie zonen van Gerardus de Berkel en land in Kessel aan twee van hen. Gedaan in de Sint-Jan naast het altaar van Sint-Laurentius.
Notaris Arnoldus Roveri oorkondt dat Aleidis en Gherburgis, dochters van Eduwardus de Os, begijnen van het Groot Begijnhof in 's-Hertogenbosch, hun testament maken waarbij ze geld geven aan de kerkfabriek van Sint-Lambert in Luik, een erfcijns aan de pastoor van het begijnhof uit een huis en erf aan de Vismarkt in 's-Hertogenbosch, waarvoor hij hun jaargetijde moet doen, hun namen in het overlijdensregister schrijven en alle zondagen voor hen moet (laten) bidden; aan de investituur van die kerk een jaarlijks bedrag uit goederen in Empel, waarvoor de pastoor twee missen per week moet doen op het altaar van Sint-Willibrord; aan de kerkfabriek van het begijnhof geld om een rente te kopen, waarvoor de meesteressen waskaarsen moeten kopen ten behoeve van genoemde jaargetijden; ten behoeve van een nieuw te stichten altaar in de Sint-Jan tegenover het portaal aan de zuidzijde als tweede fundatie ter ere van de heiligen Stephanus, Georgius en Christophoor een rente uit goederen in Empel, welke eerste bedienaar ze zelf willen presenteren, daarna te presenteren door deken en kapittel, met en zo mogelijk uit de naaste erfgenamen, met drie wekelijkse missen als last; aan het gasthuis bij de Gevangenpoort schenken ze een roggepacht uit goederen in Tilburg; twee roggepachten uit dezelfde goederen aan de oude (grote) infirmerie van het begijnhof en aan het huis voor arme personen, gesticht in het begijnhof door Petrus Gorter en Aleydis Troyaes; geld aan haar bloedverwant Theodricus de Somerghen in Aalst en aan drie zonen van Gerardus de Berkel en land in Kessel aan twee van hen. Gedaan in de Sint-Jan naast het altaar van Sint-Laurentius.