De officiaal van Luik oorkondt op verzoek van heer en meester Gerardus Hoernken, aangezien zijn moeder Catharina, weduwe van Johannes Hoernken, en genoemde Gerardus een kapelanie of vicarie gesticht hebben aan een toen nog niet, maar inmiddels wel gebouwd altaar in de Sint-Jan in 's-Hertogenbosch, dat hij opdracht heeft gegeven aan notaris Godefridus Hels deze stichtingsakte te ingrosseren, en geeft afschrift van de stichtingsakte van 1440 en de algemene opdracht aan Godefridus van 1447. Notaris Godefridus Hels de Buscoducis voert deze opdracht uit en laat de akte uitschrijven, zoals hij die op vier bladen geschreven aantrof in de nalatenschap van notaris Johannes Gruyter, met als getuigen de heren Thomas Udinck, Johannes Zwitten, priesters, en Johannes Otter, clericus. Bovendien neemt hij in zijn onderschrift de latere aantekeningen van deken en kapittel op en geeft aan dat Theodericus Nobel de eerste rector van deze kapelanie was.
De officiaal van Luik oorkondt op verzoek van heer en meester Gerardus Hoernken, aangezien zijn moeder Catharina, weduwe van Johannes Hoernken, en genoemde Gerardus een kapelanie of vicarie gesticht hebben aan een toen nog niet, maar inmiddels wel gebouwd altaar in de Sint-Jan in 's-Hertogenbosch, dat hij opdracht heeft gegeven aan notaris Godefridus Hels deze stichtingsakte te ingrosseren, en geeft afschrift van de stichtingsakte van 1440 en de algemene opdracht aan Godefridus van 1447. Notaris Godefridus Hels de Buscoducis voert deze opdracht uit en laat de akte uitschrijven, zoals hij die op vier bladen geschreven aantrof in de nalatenschap van notaris Johannes Gruyter, met als getuigen de heren Thomas Udinck, Johannes Zwitten, priesters, en Johannes Otter, clericus. Bovendien neemt hij in zijn onderschrift de latere aantekeningen van deken en kapittel op en geeft aan dat Theodericus Nobel de eerste rector van deze kapelanie was.