Elizabeth Goyaerts Robbensoensdochter de Berlekem verklaart dat ze bij testament geld schenkt aan Sint-Jan, Sint-Lambrecht, de kapelanen, de koster en haar erfgenamen. Aan Jan Coenraert Stoccums soen geeft ze een erfrente ten behoeve van een altaar in de Sint-Jan dat hem het beste lijkt. Krijgt hij het altaar van Sint-Jan de Doper achter de kapel van O.L. Vrouw, dan moet deze rente toegevoegd worden aan de tweede fundatie daar. Haar roerende goederen laat ze na aan Heilwig Maes Starts dochter en na de dood van deze aan Jan. Gedaan in het woonhuis van de testatrice naast de oude school van 's-Hertogenbosch.
Elizabeth Goyaerts Robbensoensdochter de Berlekem verklaart dat ze bij testament geld schenkt aan Sint-Jan, Sint-Lambrecht, de kapelanen, de koster en haar erfgenamen. Aan Jan Coenraert Stoccums soen geeft ze een erfrente ten behoeve van een altaar in de Sint-Jan dat hem het beste lijkt. Krijgt hij het altaar van Sint-Jan de Doper achter de kapel van O.L. Vrouw, dan moet deze rente toegevoegd worden aan de tweede fundatie daar. Haar roerende goederen laat ze na aan Heilwig Maes Starts dochter en na de dood van deze aan Jan. Gedaan in het woonhuis van de testatrice naast de oude school van 's-Hertogenbosch.