Notaris Godefridus Hels de Buscoducis oorkondt dat Johannes die Haze, priester en investiet van het Groot Begijnhof in 's-Hertogenbosch zijn testament gemaakt heeft. Hij wenst begraven te worden in de kerk van de begijnen voor het altaar van de Heilige Anthonius en de Vier Doctoren, dat door de testator daar gesticht is. Hij schenkt geld aan de kerkfabriek van Sint-Lambertus in Luik, aan O.L. Vrouw en Sint-Jan in de parochiekerk in 's-Hertogenbosch en aan de altaren in de begijnenkerk ter versiering. Verder schenkt hij onder meer een erfrente en erfcijns, te innen door de rector van de begijnenkerk en de fabrieksmeesters en de rector van het altaar van de Heilige Anthonius en de Vier Doctoren. Deze moeten de investiet voorzien van een priester of geschikt clericus als zijn assistent en hij wijst daarvoor als eerste zijn bloedverwant heer Henricus de Bronchorst aan en legateert hiervoor een erfrente uit het huis en erf bij de kapel van Sint-Georgius en de helft van een erfcijns in Den Dungen. Gedaan in het woonhuis van de testator in 's-Hertogenbosch in aanwezigheid van Johannes de Zwieten en en Johannes Otter, priesters.
Notaris Godefridus Hels de Buscoducis oorkondt dat Johannes die Haze, priester en investiet van het Groot Begijnhof in 's-Hertogenbosch zijn testament gemaakt heeft. Hij wenst begraven te worden in de kerk van de begijnen voor het altaar van de Heilige Anthonius en de Vier Doctoren, dat door de testator daar gesticht is. Hij schenkt geld aan de kerkfabriek van Sint-Lambertus in Luik, aan O.L. Vrouw en Sint-Jan in de parochiekerk in 's-Hertogenbosch en aan de altaren in de begijnenkerk ter versiering. Verder schenkt hij onder meer een erfrente en erfcijns, te innen door de rector van de begijnenkerk en de fabrieksmeesters en de rector van het altaar van de Heilige Anthonius en de Vier Doctoren. Deze moeten de investiet voorzien van een priester of geschikt clericus als zijn assistent en hij wijst daarvoor als eerste zijn bloedverwant heer Henricus de Bronchorst aan en legateert hiervoor een erfrente uit het huis en erf bij de kapel van Sint-Georgius en de helft van een erfcijns in Den Dungen. Gedaan in het woonhuis van de testator in 's-Hertogenbosch in aanwezigheid van Johannes de Zwieten en en Johannes Otter, priesters.