Notaris Johannes Amelrici de Buscoducis oorkondt dat deken en kapittel van Sint-Jan in 's-Hertogenbosch goedkeuring verlenen aan de wijziging in de stichtingsakte van de kapelanie van 1451-02-13, aangebracht door de rector van die kapelanie als executeur-testamentair. De stichteres, Elizabeth Stouten, liet hem in 1456 bij testament verleden voor notaris Gerardus de Grotell, een huis na met toebehoren in 's-Hertogenbosch in een zijstraat van de Hinthamerstraat die loopt naar het huis van de priesters van de Zusters van Sint-Andreas, gewoonlijk Van Orthen geheten, en land in Rosmalen in Die Akensche Hoeven. Daarvoor moest hij zijn leven lang iedere week drie missen opdragen voor haar zielenheil en na zijn dood met dit huis en deze grond een kapelanie stichten om deze missen verder te laten lezen. Bij nalating hiervan zouden deze goederen onder gelijke voorwaarden toevallen aan de Bogarden. Wegens de omvorming van de Bogarden tot Kruisbroeders en wegens de lage dotatie van de kapelanie van Sint-Olavus, Sint-Cecilia en Sint-Dorethea worden, om problemen te voorkomen, deze goederen en lasten echter aan deze kapelanie toegevoegd. Voor deze misviering liet Elizabeth drie zilveren schalen na waarvan Goeswinus inmiddels een kelk heeft laten maken. Gedaan in de kapittelzaal in aanwezigheid van heer Sygerus van den Brand, priester en beneficiaat in de Sint-Jan, en Johannes Michaelis, clericus, bastionarius van het kapittel.
Notaris Johannes Amelrici de Buscoducis oorkondt dat deken en kapittel van Sint-Jan in 's-Hertogenbosch goedkeuring verlenen aan de wijziging in de stichtingsakte van de kapelanie van 1451-02-13, aangebracht door de rector van die kapelanie als executeur-testamentair. De stichteres, Elizabeth Stouten, liet hem in 1456 bij testament verleden voor notaris Gerardus de Grotell, een huis na met toebehoren in 's-Hertogenbosch in een zijstraat van de Hinthamerstraat die loopt naar het huis van de priesters van de Zusters van Sint-Andreas, gewoonlijk Van Orthen geheten, en land in Rosmalen in Die Akensche Hoeven. Daarvoor moest hij zijn leven lang iedere week drie missen opdragen voor haar zielenheil en na zijn dood met dit huis en deze grond een kapelanie stichten om deze missen verder te laten lezen. Bij nalating hiervan zouden deze goederen onder gelijke voorwaarden toevallen aan de Bogarden. Wegens de omvorming van de Bogarden tot Kruisbroeders en wegens de lage dotatie van de kapelanie van Sint-Olavus, Sint-Cecilia en Sint-Dorethea worden, om problemen te voorkomen, deze goederen en lasten echter aan deze kapelanie toegevoegd. Voor deze misviering liet Elizabeth drie zilveren schalen na waarvan Goeswinus inmiddels een kelk heeft laten maken. Gedaan in de kapittelzaal in aanwezigheid van heer Sygerus van den Brand, priester en beneficiaat in de Sint-Jan, en Johannes Michaelis, clericus, bastionarius van het kapittel.