Is het oudste deel van het Lithse archief niet alleen rijker door de aanwezigheid van een aaneengesloten reeks notulenboeken, ook originele losse stukken zijn daarin tenminste uit het einde van de 18e eeuw bewaard gebleven. Bij verschillende ambtsvacatures, ook in later tijd, is dan ook de voorgeschreven overdracht van archiefstukken genoteerd. Hieraan zijn tevens de oudste overzichten van dit archief te danken. In het handschrift van ds. S.D.J.H. Krol is de eerste poging tot volledige inventarisering over, in deze inventaris op ca. 1860 gedateerd maar misschien nog in zijn proponentstijd vervaardigd. * Losse stukken werden toen door bundels verenigd en van manchetten van dik grijs papier voorzien. Ds. Hille Ris Lambers stelde een nieuwe "archiefindex" met andere nummering op, ten gevolge van een aanmerking bij de visitatie van 1934. *
Onder de oorzaken voor de verliezen kan de Franse inval van 1795 slechts voor een zeer klein gedeelte aansprakelijk gesteld worden. * Allicht denkt men dan verder aan de V1-explosie van 14 januari 1945, waardoor kerk en pastorie van Lith werden verwoest. Deze kan echter hoogstens de banden van die boeken wat beschadigd hebben die met de avondmaalsstellen in de brandkast in de kerk bewaard werden. *
De basis voor deze inventarisering, 'die in overleg met. Mr. J.H. de Vey Mestdagh, secretaris van de Commissie voor de archieven der Nederlandse Hervormde Kerk is uitgevoerd, heeft de handleiding voor de ordening en inventarisatie van de archieven van deze kerk gevormd.
Met uitzondering van enkele nog actuele nummers * is het archief in 1967, na herstel van verschillende delen in het restauratieatelier van het Algemeen Rijksarchief, ter betere bewaring in bruikleen gegeven aan het Rijksarchief in de provincie Noord-Brabant. Hetzelfde is gebeurd met het archief van Oijen, dat niet in deze inventaris is opgenomen omdat de recente combinatie daarvan met Lith slechts de vorm van een personele unie heeft.
Louise van Tongerloo, 1968