skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Saskia Green
Saskia Green Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Saskia Green
Saskia Green Bhic

Archieven

333 Jan E. de Quay en familie, 1656 - 1987

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historisch overzicht: levensloop
333 Jan E. de Quay en familie, 1656 - 1987
Inleiding
Historisch overzicht: levensloop
Jan Eduard de Quay werd geboren te 's-Hertogenbosch op 26 augustus 1901. Hij was de tweede zoon van het echtpaar Rudolph Balthazar Antoine Nicolas de Quay en Joanna Elisa Rosa van de Mortel. *  De ouders van Jan Eduard de Quay stamden af van Brabantse geslachten die generaties lang behoorden tot de maatschappelijke bovenlaag en die vanouds her militaire en burgerlijke bestuursfuncties bekleedden in de provincie. De vader van Jan Eduard bracht het tot luitenant-generaal en was tijdens de eerste wereldoorlog militair attaché bij het Nederlandse gezantschap in Parijs. * 

Na de middelbare schoolopleiding aan het Jezuïetencollege St Willibrord te Katwijk bij Zeist ging de jonge De Quay studeren aan de rijksuniversiteit van Utrecht. *  Gestart met rechten schakelde hij na zijn kandidaatsexamen over op de studierichting psychologie. In 1926 behaalde hij daarin zijn doctoraal examen en een jaar later promoveerde hij op het proefschrift "Het aandeel der sensorische en motorische componenten in het verloop van leer- en arbeidsproces". *  De militaire traditie van zijn voorouders zette hij voort door vrijwillig en vroegtijdig dienst te nemen bij de koninklijke landmacht. * 
Erfgoedstuk
Toen de oorlogsdreiging steeds vastere vormen aannam, werd De Quay voorzitter van de Vereniging voor Nationale Veiligheid, een particuliere organisatie die regelmatig defensie-oefeningen organiseerde, zich resoluut opstelde tegenover de politiek van "het gebroken geweertje" en voorvechter was van een betere landsverdediging. *  Ook later bleek de belangstelling van De Quay voor de militaire organisatie en de militairen. Op verzoek van Prins Bernhard was hij in de jaren vijftig ondervoorzitter van de Nationale Raad Welzijn Militairen en van 1963 tot 1970 voorzitter van het curatorium van de Stichting Volk en Verdediging. * 

Na zijn promotie was De Quay enige jaren werkzaam in het bedrijfsleven en maakte hij een studiereis door de Verenigde Staten. Die reis maakte hij in gezelschap van zijn vrouw: Maria Hubertina Wilhelmina van der Lande, met wie hij in augustus 1927 in het huwelijk was getreden. *  Op 13 juni 1927 werd hij benoemd tot lector in de psychotechniek van het bedrijf en de statistiek aan de R.K. Handelshogeschool in Tilburg en op 15 juni 1933 volgde zijn benoeming tot hoogleraar in de bedrijfsleer en psychotechniek aan dezelfde hogeschool. *  Mede vanwege zijn kennis van bedrijf en bedrijfsleven werd hij in 1934 lid van de kommissie van advies "Crisisinvoerwet 1931". * 
Op 10 mei 1940 overvielen de Duitsers Nederland. De Quay deed dienst als reservekapitein in Den Haag. Hij had zijn gezin naar Middelharnis geëvacueerd. *  Na de capitulatie van Nederland werd De Quay benaderd door de Opperbevelhebber van het Nederlandse leger, generaal Winkelman, die hem vroeg "Regeringscommissaris voor de Arbeid" te worden. Naar aanleiding van de grote werkloosheid was De Quay voorstander van een verplichte arbeidsdienst geworden. Hoewel De Quay zichzelf niet geschikt achtte voor de functie van regeringscommissaris bleef generaal Winkelman druk op hem uitoefenen en als gevolg daarvan trad De Quay op 20 mei 1940 aan op het departement van Sociale Zaken. * 

In zijn kwaliteit als voorzitter van de Vereniging voor Nationale Veiligheid had De Quay op vergaderingen en oefeningen een aantal mensen leren kennen die net als hij bezorgd waren over de landsverdediging. Verschillenden van hen hadden ook deelgenomen aan de conferenties van Woudschoten, conferenties waar door jongeren van allerlei politieke gezindten gesproken werd over politieke vernieuwing. Hier ontmoette De Quay mr J. Linthorst Homan, commissaris van de koningin in de Provincie Friesland, en mr L. Einthoven, hoofdcommissaris van politie in Rotterdam.
Na de meidagen in 1940 was het functioneren van de oude politieke partijen in diskrediet geraakt. Slechts de NSB, Nationaal Front en enkele andere rechts-radikale groeperingen probeerden goede zaken te doen en gebruik te maken van de toestand van ontreddering die na de meidagen van 1940 overal optrad. Linthorst Homan, Einthoven, De Quay en een aantal anderen waren ervan overtuigd dat een groepering moest worden opgericht waar veel mensen vertrouwen in zouden hebben, die de NSB en Nationaal Front de wind uit de zeilen zou nemen en die de blik van vele jongeren van het Teutoonse rijk zou afwenden. Een grote nationale beweging was nodig dacht het driemanschap, op 24 juli 1940 werd de Nederlandse Unie opgericht. In korte tijd had De Unie tegen de 1 miljoen leden. De beweging kon die toeloop niet geheel aan en het administratief apparaat werd slechts gebrekkig op poten gezet. Het driemanschap, Linthorst Homan, Einthoven en De Quay, vormden de spraakmakers van de Unie. Kritiek op het ontstaan en functioneren van de Nederlandse Unie was er van meet af aan en die kritiek is nooit meer verstomd. Op 13 december 1941, daags nadat Anton Mussert, de leider van de NSB, de eed van trouw zwoer aan de führer Adolf Hitler, werd de Nederlandse Unie op last van de Duitse bezetting opgeheven en tot een verboden beweging verklaard. * 
Op 12 juli 1942 werd De Quay door de Duitsers in gijzeling genomen en geïnterneerd in het kamp Haaren, later in Sint Michielsgestel. In juni 1943 werd hij ontslagen om zich als officier van het Nederlandse leger in Duitse krijgsgevangenschap te begeven. Maar De Quay dook toen onder. Onder de naam H. Jansen schreef hij een briefkaart naar zijn echtgenote vanuit Amersfoort om haar moed in te spreken en haar te laten weten dat hij zich niet in kamp Amersfoort zou melden. Op de hoeve "Rust Roest" te Sevenum was De Quay van juni 1943 tot september 1944 ondergedoken onder de namen Jan Pieter de Wit en Peter Hubert Bours. *  Na de bevrijding van een deel van het zuiden van Nederland van de Duitse overheersing in september 1944 trad De Quay weer in het openbare leven. In die periode, namelijk op 8 september 1944, startte hij met zijn dagnotities.

Iedere dag, tot kort voor zijn dood in 1985, noteerde De Quay de belangrijkste bevindingen, ontmoetingen en gesprekken van de dag. * 
Op 23 september 1944 stelde hij zich beschikbaar voor allerlei diensten bij de overste De Ruijter van Steveninck. Spoedig daarna had hij contact met prins Bernhard te Brussel. *  Hij organiseerde het bezoek van koningin Wilhelmina aan de bevrijde gebieden in Nederland en hij reisde diverse malen vanuit Nederland naar Brussel en Londen om de koningin of prins Bernhard van advies te dienen of hen te informeren over de toestand in het land. *  Een en ander leidde ertoe dat De Quay op 4 april 1945 werd benoemd tot minister van Oorlog in het derde kabinet Gerbrandy te Londen. Lang heeft De Quay deze functie niet bekleed want het kabinet was spoedig demissionair vanwege de terugkeer naar het vaderland en het trad af op 24 juni 1945. * 
Erfgoedstuk
De vernieuwingsgedachte na de bevrijding stond ook De Quay duidelijk voor de geest, ook op het terrein van de politiek. De eerste besprekingen met vernieuwingsgezinden vonden plaats in oktober 1944 en kregen enigszins gestalte in bijeenkomsten met de werkgroep "Je Maintiendrai". *  De Quay was toen zeer geporteerd voor een grote Nederlandse Volksbeweging. Vanwege de oppositie vanuit de kringen van de socialisten die hem zijn Unieverleden verweten en onder druk van de Nederlandse bisschoppen keerde hij terug tot de RK Staatspartij, waarvan hij voor de oorlog al lid was geweest. *  Het lidmaatschap van de Unie, als één van de leden van het leidende driemanschap, heeft De Quay tot aan het einde van zijn leven achtervolgd. Nog vóór de algehele bevrijding van Nederland vond de eerste officiële verantwoording plaats door Linthorst Homan. *  De Quay volgde in december 1945. *  Bij diverse gebeurtenissen, als ook maar iets aan de Unie herinnerde en de gemoederen verhit raakten over de vraag of de Unie nu goed of fout geweest was, kwam er een weerwoord van een van de leden van het Driemanschap. Hoogtepunt van de discussie over de Unie was de periode toen dr L. de Jong de delen 4 en 5 schreef van zijn geschiedwerk over de tweede wereldoorlog. In deze twee delen komen het doen en laten van de Unie uitvoerig aan de orde. * 
Het verslag van de kommissie "Fockema Andreae", die door de regering in 1946 werd belast met de opdracht een onderzoek in te stellen naar de gedragingen van de Unie en haar Driemanschap, was van dien aard, dat niets in de weg stond om De Quay te benoemen tot commissaris van de koningin in de Provincie Noord-Brabant. *  Hij heeft dit ambt 12 1/2 jaar bekleed in een tijd waarin Noord-Brabant veranderde van een overwegend agrarische provincie tot een meer modern industrieel gewest. * 

Hoewel De Quay dikwijls beweerd heeft dat hij geen politicus was maar een bestuurder heeft hij op het terrein van de landelijke politiek ook een grote rol gespeeld. Naar aanleiding van de val van het derde kabinet Drees in december 1958 werd De Quay benaderd door Romme om minister-president te worden, nadat het tussenkabinet Beel II zijn taak in maart 1959 voltooid had.
Op 7 maart 1959 noteerde De Quay in zijn dagboek:
"expresse brief van Prof. Romme, of ik me beschikbaar wilde stellen voor Premier met allerlei motieven, waarom hij niet, en v.d. Brink en Beel niet .... O, wat een zorg...." *  Op 10 maart kwam Romme op bezoek. Uit alles bleek dat De Quay geen zin had en zo'n taak als een beproeving zag. Hij schreef op die 10e maart:
"Voor ons persoonlijk alleen maar nadelen. Ga toch niet direct nee zeggen ondanks waarschuwing .... Er is nog iets als plicht." *  Op 28 maart trad De Quay aan als formateur en op 19 mei 1959 werd het kabinet De Quay beëdigd. *  Het kabinet De Quay diende de hele periode uit, ondanks een korte kabinetscrisis van 23 december 1960 tot 2 januari 1961. Op 15 mei 1963 won De Quay de verkiezingen. Op diezelfde dag was hij op bezoek bij de koningin en hij smeekte haar hem buiten het volgende kabinet te houden. *  De Quay was nog formateur bij de vorming van het kabinet Marijnen, maar kon dan terugtreden. Hij werd benoemd tot lid van de Eerste Kamer der Staten Generaal, waar hij zich vooral bezighield met de buitenlandse politiek. * 
Erfgoedstuk
Toen brak ook een tijd aan van vele bestuursfunkties en commissariaten. De Quay werd graag gevraagd omdat hij naast de kennis van velerlei zaken, ook gezien werd als een uitstekend teamleider en een beminnelijk mens. Dat was gebleken toen hij minister-president was. Daar excelleerde hij minder als een politicus, die van alle zaken op de hoogte was, maar blonk meer uit als voorzitter van de ministerraad, die van zijn kabinet een hecht aaneengesloten team maakte. *  Zo werd De Quay ondermeer voorzitter van de Carnegie Stichting, president-curator van de Technische Hogeschool Eindhoven, voorzitter van de Radboudstichting, presidentkommissaris van De Spaarnestad (VNU) en presidentkommissaris van de KLM. * 
Niet alleen was De Quay een bekwaam bestuurder en overlegpersoon, hij wist ook zeer goed geld los te krijgen bij instanties en personen, wat zo mogelijk nog belangrijker was. Zo was hij voorzitter van de Universitasstichting en voorzitter van de Niels Stensen stichting, stichtingen die beurzen en stipendia aan studenten en academici ter beschikking stelden voor het voltooien van studies of het verrichten van wetenschappelijk onderzoek. *  Ook zijn politieke partij, de KVP, maakte graag gebruik van zijn diensten. De Quay was dan ook een tijdlang voorzitter van de stichting Politieke Studie en Voorlichting van de KVP en er bestond ook voor korte tijd een "Dr De Quay Stichting". *  Toen in oktober 1966 het kabinet Cals ten val kwam in de zgn "nacht van Schmelzer" hielp De Quay met de bemanning van het overgangskabinet Zijlstra. Hij werd minister van Verkeer en Waterstaat en was tevens vice-minister-president. * 
Na zijn 70e verjaardag begon hij van lieverlee ontslag te vragen uit de talloze funkties die hij bekleedde.
De Quay was belijdend katholiek en een diepgelovig christen. Het is dan ook begrijpelijk dat van kerkelijke zijde dikwijls een beroep op hem werd gedaan. Hij gaf vaak advies aan bisschoppen en priesters. Ook veel kloosters hadden hem tot vriend. Zo was hij jarenlang mede-voorzitter van de stichting Vrienden van de St Benedictusabdij "De Achelse Kluis". * 
De Quay was bijna 84 toen hij op 4 juli 1985 in zijn woning te Beers overleed. * 
Het archief
Aanwijzingen voor de gebruiker
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1656-1987
Inhoud:
Voornamelijk particuliere stukken over Noordbrabantse geslacht De Quay en gelieerde families. Leden van de familie bekleedden militaire en bestuurlijke functies.
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch
Openbaarheid:
Deze toegang bevat een of meer stukken die tot 1 januari 2051 niet zonder meer openbaar zijn.
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.

Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.