Verwijzing naar archiefstukken uit dit archief geschiedt door
(volledig): Brabants Historisch Informatie Centrum, toegangsnummer 371 Provinciale Waterstaat, 1876-1949, inv.nr. ...
(verkort): BHIC, 371 Provinciale Waterstaat 1876-1949, inv.nr. ...

De serie bestekken is per dienstjaar gerangschikt en vormt met de wegvakken de ruggegraat van het archief. De serie is toegankelijk met behulp van indices op naam van gemeenten (bijlage 1) *  en -voor wat de bruggen betreft- op naam van de waterweg waarover de bruggen zijn gelegen (bijlage 2) *  . Om de wegvakken nader te kunnen situeren is als bijlage 3 een kaart opgenomen, waarop de verschillende wegvakken staan aangegeven. *  Ook de wegvakken zijn geïndiceerd op naam van gemeenten en op bruggen (bijlagen 1 en 2 *  ).
Om een juist beeld te verkrijgen van de aanleg van wegen met bijbehorende kunstwerken, is het naast elkaar raadplegen van de series bestekken en wegvakken noodzakelijk: in veel gevallen loopt de correspondentie in elkaar over. De oudste bescheiden uit deze series dateren uit 1840.

Voorzover de bescheiden over de aanleg c.a. van bruggen als objectdossiers werden aangetroffen en niet pasten in de serie bestekken en/of wegvakken, zijn die bescheiden onder deze rubriek gebracht. De betreffende bruggen zijn eveneens in de index opgenomen.

Het archiefonderdeel waterschappen vormt de grootste serie binnen het archief (inventarisnummers 563 t/m 1118). U vindt alle bescheiden over een bepaald waterschap bij elkaar gevoegd. Bijlage 4 *  geeft een opsomming van de voornaamste onderwerpen, welke kunnen worden aangetroffen. Het is een rijk archiefgedeelte met voornamenlijk correspondentie uit de 19e en vroeg 20e eeuw. De oudste stukken dateren uit 1730 (keur van de polder Van der Eigen) en 1741 (keur van het waterschap Oudland van Altena).

De correspondentie over de aanleg, verbetering en (klachten over-) onderhoud van waterlossingen viel moeilijk te onderscheiden voor wat het onderwerp van bemoeienis aangaat. De bestaande ordening in "waterleidingen" en "regeling van de waterstand" is derhalve zoveel mogelijk intact gelaten met zo nodig onderlinge verwijzingen.

Bij het onderdeel waterkeringen zijn de door het Rijk uitgevoerde werken opgenomen. Verbetering van de Maasdijken door of vanwege de provincie staan onder hoofdstuk III geplaatst en de aanleg c.a. van dijken door waterschappen bij het betreffende waterschap.

Met betrekking tot de aanleg van gemeentewegen met subsidie van de provincie wordt verwezen naar de toelichting in de inventaris.

In hoofdstuk V zijn die onderwerpen opgenomen, welke als een bijzondere taak voor de provinciale waterstaat zijn aan te merken. Zij zijn voortgevloeid uit het toezicht, dat gedeputeerde staten hebben op de financiële positie van lagere overheidsorganen, waarbij de waterstaat over de technische aspecten adviseerde.