Het fonds werd bij rescript van 26 september 1752 door de keurvorst van Pfalz-Beieren, heer van Ravenstein, afgezonderd uit de gelden die hij als recognitie ontving uit de Ravensteinse Loterij. Doel was aanvankelijk de financiering van de tegelijkertijd opgerichte Latijnse school, later tevens, gedeeltelijk uit overgenomen oude verplichtingen, salariëring van de geestelijkheid en onderhoud van de kerk te Ravenstein en bevordering van andere pieuse, bij uitbreiding maatschappelijke belangen, aanvankelijk in het gehele Pfaltz-Beierse gebied, sedert 1794 uitsluitend in Stad en Land van Ravenstein.
Het fonds werd beheerd door een administrateur, van 1752-1818 door de stad Ravenstein benoemd, met een korte onderbreking in 1798, toen het onder de ontvanger van de Franse Domeinen stond. Aan de onregelmatigheden in het beheer en in de verantwoording van de gelden welke sedert 1794 te wensen hadden overgelaten, werd een eind gemaakt door het Koninklijk Besluit van 7 mei 1818 nr. 50, waarbij het beheer aan een door de koning benoemde administrateur onder toezicht van Gedeputeerde Staten werd toevertrouwd. Voor de in 1876 opgeheven Latijnse school is de teken- en ambachtsschool in de plaats getreden.