Drisolco vestigde zich in 1974 op het industrieterrein Moerdijk te Klundert. De directie bestond uit de heren van Driel en Souverein. Omstreeks 1981 werd het bedrijf failliet verklaard door de Arrondissementsrechtbank te Dordrecht.

De directie wilde een bedrijf opzetten voor de verwerking van afgewerkte olie en chemische afvalstoffen. In augustus 1975 werd een aanvraag voor een hinderwetvergunning ingediend. De voorbereidingen voor deze vergunning werden in december 1976 door de gemeente Klundert overgenomen van Gedeputeerde Staten. Het bedrijf blijkt dan al in werking te zijn. In 1977 besloten B en W de vergunning te verlenen; het toezicht op de naleving kwam te liggen bij de Directeur Openbare Werken. Omdat de materie erg gecompliceerd was, werden regelmatig externe adviezen ingewonnen. In 1979 werd de controletaak overgenomen door de Technische Milieudienst Drechtsteden. In 1978 diende Drisolco een aanvraag in voor een hinderwetvergunning voor een zogenaamde 'ONO-installatie' (ontwateren, neutraliseren en ontgiftiging van waterige afvalstoffen). Deze aanvraag was zo onvolledig dat pas in 1979 een volledige aanvraag kon worden ingediend. Ondertussen was bij de diverse instanties ten opzichte van het bedrijf een dusdanige achterdocht ontstaan dat er gedacht werd aan een verplichte sluiting en een justitieel onderzoek. Dit laatste begon in 1980.