Enige tijd na de bouw van de oude parochiekerk van Grave is het kapittel opgericht (1308) door heer Jan, graaf van Cuijk (Schutjes, deel III, p. 782).
Daarmee werd de kerk verheven tot kapittelkerk waaraan een college van kanunniken was verbonden dat de bisschop assisteerde bij het bestuur van het bisdom.
Deze oude St. Elizabethkerk is bij de grote stadsbrand van 1415 verwoest, maar is daarna opnieuw en groter herbouwd. Liefst zeventien altaren herbergt de St. Elisabethkerk in de zestiende eeuw onder haar bogen, bestemd als gilde-altaren voor ambachts- en schuttersgilden en kerkelijke broederschappen. Het kapittel bestond aanvankelijk uit 6 kanunniken met een deken, aan wie verscheidene giften werden geschonken om in hun bestaan te voorzien.
Bijvoorbeeld 58 morgen bouwland bij Tiel, inkomsten uit de goederen Schoonenberg onder Overasselt, uit gruit en gemaal te Grave, de tiende bij de Teersdijk, 11 morgen in de Bankhoek onder Wijchen, twee morgen in de Klingelskamp onder Mill, de helft van de novale tienden van Escharen en Gassel, de korentiende op Hal en aan den Langenboom etc. zodat de
kapittelgoederen in 1823 nog ruim 2000 gulden opbrachten.
Escharen(1456), het pastoraat en de plebanie van de parochiekerk Grave (1487).
De kanunniken zelf bezaten het recht om hun deken te kiezen.
Tijdens de eerste periode van de 80-jarige oorlog, tussen 1570 en 1602, als Grave door de
Staatsen wordt veroverd, is dit kapittel opgehouden te bestaan omdat de kerk toen voor de
katholieken verloren ging en voortaan gebruikt werd door de protestanten.
De goederen en inkomsten vervielen aan de prins van Oranje (Nassause domeinen), die
daaruit o.m. het onderhoud aan de pastorie en het salaris van de predikant van Grave betaalde.
De hierna volgende archivalia zijn dan ook oorspronkelijk afkomstig uit de Nassause
domeinarchieven.
Zie voor meer stukken over Grave in de Nassause domeinarchieven:
website BHIC, inventaris blok 77 Nassause Domeinen, 1545 - 1810,
onderdeel 3. Rentmeesterschap (ambtman) Grave en Land van Cuijk, 1608-1811.
Dit archief heeft de vermaarde dr. Jan Wap ook ter inzage gehad en hij heeft de stukken op zijn manier in chronologische volgorde beschreven. De streekarchivaris van het Land van Ravenstein en de Graafschap Megen (H.B.M. Essink) heeft op jeugdige leeftijd - hij was ongeveer 16 jaar oud - met zijn grootvader, dr. J.B.M. Coebergh uit Amsterdam, de stukken bestudeerd.
Als streekarchivaris van het Land van Cuijk heeft de heer Essink begin jaren zestig een
archiefinventaris vervaardigd, die de basis vormde voor dit archiefblokbestand.
1) Het archief van deken en kapittel van de kerk van Sint Elisabeth te Grave, in: Inventarissen van archieven der kerkelijke instellingen te Beers, Boxmeer en Grave / A.L.G. van Agt, 1963
2) Een overzicht van rechten, plichten en bezittingen van het kapittel van Sint Elisabeth te Grave uit 1577. / Leny van Lieshout , 2012, in : Merlet 2012
3) Wikipedia