Uden heeft in de twintigste eeuw bekend gestaan als kersendorp.
Het was in de lente een schitterend gezicht als al de kersenbomen getooid waren met hun overdadige bloesemtooi. Uden barstte van de kersenboomgaarden en kersenbomen.
Men telde in het begin van de 20ste eeuw een totaal van 8.587 kersenbomen in de gemeente Uden, waarbij de grootste boomgaarden meer dan 300 bomen omvatten.
De kersenoogsten werden van ouds gedeeld met familie en kennissen en een restant werd soms verkocht aan kleinhandelaren voor lage prijzen.
Langzamerhand zag men er toch ook groter economisch voordeel in en in 1903 kwam men onder initiatief van de heer Jan Strik tot de oprichting van de Veilingvereniging "Algemeen Belang".
De Commissaris van de Koningin op bezoek geweest in Uden schreef in 1909: 'De Kersenbouw (zwarte en spaansche) neemt groote afmetingen aan; de kersenveilingen brengen vele vreemde opkoopers in de gemeente; de prijzen loopen van 10 tot 24 cnt. de K.G. Dat een boomgaard van nog geen H.A. f. 1.000,- rapporteert, is geene uitzondering. Er worden steeds meer kersenboomen geplant, kersenboomgaarden aangelegd'.
De "Udense Zwarte", "Udense Spaanse" en ook de "bastaard Dikke" werden wijd en zijd bekende kersensoorten. De veiling werd in 1920 overgenomen door de N.C.B..
En langzaamaan raakte de Udense kersen ingeburgerd en werden opgekocht door fruitfabrieken in de Betuwe en ook bestemd voor export naar Duitsland en Engeland. Zo bedroeg in 1935 de Udense kersenoogst bijna 300.000 kg (de kersen deden 15,35 cent per kg), ofwel bijna tweederde van de totale Brabantse productie, die in dat jaar 460.000 kg bedroeg. Met duizenden kilo's gingen de kersen naar de veiling en Uden kreeg de naam van kersendorp.
De Udense Kersenfeesten trokken jaar in jaar uit tienduizenden bezoekers en de kersencultuur bloeide als nooit tevoren. Het publiek genoot van de vele attracties zoals ballet, toneel, poppenkast en turndemonstraties. Het organisatiecomité gaf een krantje waarin het feestprogramma stond afgedrukt en onderdeel daarvan was de presentatie van een "kersenkoningin". Een ander bekende figuur van de kersenfeesten die zelfs uitgroeide tot symbool werd "Peerke Verschiet", welke ontleend was aan de vele vogelverschrikkers in de boomgaarden. Het geheel werd omlijst met gezellige muziek, een dansvloer en kraampjes met kersen, ander voedsel en drank om de inwendige mens te verwennen.
Ook in de dorpen op het platteland werd het leven drukker.
In 1960 werden de laatste Kersenfeesten georganiseerd.
Officieel vond het organisatiecomité van de Kersenfeesten de hoge bezoekersaantallen niet langer verantwoord om deze feesten nog te organiseren.
Onder invloed van de verdergaande industrialisatie was ook meer grond nodig voor woningbouw.
Deze uitbreidingen gingen steeds verder en ook ten koste van de kersenboomgaarden. Het definitieve einde werd in 1964 ingeluid door het rooien van de kersenboomgaarden van Van Mulekom op de plaats waar korte tijd later de flats worden gebouwd.
in later jaren is de hang naar vroeger groter maar goedbedoelde initiatieven blijken slechts oplevingen van korte duur. De goede wil is er wel onder de oudere Udense bevolking maar de tijden zijn veranderd. Uden heeft geen kersencultuur meer en het nostalgische gevoel leeft slechts voort in allerlei namen en opschriften en bewaard gebleven archiefmateriaal en foto's van weleer. Zoals het kersenfeestkrantje en andere documenten aanwezig in onderhavig archief.