Mijn Studiezaal (inloggen)2114 Abdij van Postel, 1138-1797
Inleiding
Regesten
1140 1708-07-17.
Schepenen van Antwerpen oorkonden dat Roznata Scheffers, religieus van Postel, gemachtigd was 15000 gulden op te nemen, waarvoor hij een rentebrief van 937 gulden en 10 stuiver uitgaf aan Anna Catharina Tsantele van Reeth, weduwe van jonker Ignatius Hendricus van Kerrenbroeck.
Schepenen van Antwerpen oorkonden dat Roznata Scheffers, religieus van Postel, gemachtigd was 15000 gulden op te nemen, waarvoor hij een rentebrief van 937 gulden en 10 stuiver uitgaf aan Anna Catharina Tsantele van Reeth, weduwe van jonker Ignatius Hendricus van Kerrenbroeck.
Ontwikkelingsstadium:
origineel inv.nr. Abdij_131
Zie ook:
2114 Abdij van Postel, 1138-1797
Inleiding
Regesten
1139 1708-06-27.
Koning Carel, hertog van Brabant, staat toe aan de prelaat en religieuzen van Postel 15000 gulden op te nemen in Antwerpen tegen 3,25 procent rente om hiermee een lening van hetzelfde bedrag in de Meierij van 's-Hertogenbosch tegen een hogere rente te kunnen aflossen. Gegeven te Brussel.
Koning Carel, hertog van Brabant, staat toe aan de prelaat en religieuzen van Postel 15000 gulden op te nemen in Antwerpen tegen 3,25 procent rente om hiermee een lening van hetzelfde bedrag in de Meierij van 's-Hertogenbosch tegen een hogere rente te kunnen aflossen. Gegeven te Brussel.
Ontwikkelingsstadium:
origineel inv.nr. Abdij_130
Beschrijving zegel:
grootzegel en contrazegel van de overleden Karel II, neef van de oorkonder, omdat het zegel van de oorkonder nog gesneden moest worden.
Zie ook:
2114 Abdij van Postel, 1138-1797
Inleiding
Regesten
1138 1707-03-15.
De Raad van Brabant vonnist in het proces tussen het bestuur van Mol en de abdij van Postel inzake beden en dorpslasten. Gegeven te Brussel.
De Raad van Brabant vonnist in het proces tussen het bestuur van Mol en de abdij van Postel inzake beden en dorpslasten. Gegeven te Brussel.
Ontwikkelingsstadium:
origineel inv.nr. Abdij_129
NB:
moeilijk leesbare tekst
Ga naar dit stuk:
Zie ook:
2114 Abdij van Postel, 1138-1797
Inleiding
Regesten
1137 1706-11-10.
Voor notaris Peeter van de Velde verklaart de abdij van Postel 15.000 gulden ontvangen hebben van Anna Catherina Santele, douarière van jonker Ignatius Henricus van Kerrenbroeck, als aflossing van een obligatie van die omvang, afgesloten door heer Libertus van Ravesteijn, provisor van Postel, waarvoor de abdij nu een erfrente van haar koopt van 937 gulden en 10 stuiver, ten behoeve van 80.000 gulden, benodigd voor de aankoop van de heerlijkheid en goederen van Lieshout, de tienden van Helmond en bijbehorende goederen, met toestemming van de abt van Floreffe als vaderabt en octrooi van de Raad van Brabant. Gedaan te Antwerpen.
Voor notaris Peeter van de Velde verklaart de abdij van Postel 15.000 gulden ontvangen hebben van Anna Catherina Santele, douarière van jonker Ignatius Henricus van Kerrenbroeck, als aflossing van een obligatie van die omvang, afgesloten door heer Libertus van Ravesteijn, provisor van Postel, waarvoor de abdij nu een erfrente van haar koopt van 937 gulden en 10 stuiver, ten behoeve van 80.000 gulden, benodigd voor de aankoop van de heerlijkheid en goederen van Lieshout, de tienden van Helmond en bijbehorende goederen, met toestemming van de abt van Floreffe als vaderabt en octrooi van de Raad van Brabant. Gedaan te Antwerpen.
Ontwikkelingsstadium:
origineel inv.nr. Lieshout_22
NB:
in dorso aantekeningen van aflossing uit 1715 en 1718
Zie ook:
2114 Abdij van Postel, 1138-1797
Inleiding
Regesten
1136 1706-09-01.
Voor notaris Gijsbert Bosch hebben Libertus van Ravesteijn, provisor van de Abdij van Postel, gemachtigd door Gregorius, abt, Milo van Boxmeer, prior, Norbertus Wilders, supprior, Fulgentius van Heessemoir, Focoldus de Jongh, Petrus Joosselius, Siardus Tielemans, Everardus Wouters, Joannis(!) van Doern, Henrick Abolden de Ode, Norbertus van der Vliert, conventualen van Postel, met toestemming van heer Ygnatus de Heest, abt van Floreffe, als vaderabt van Postel, verklaard schuldig te zijn aan juffrouw Catharina van Geffen, weduwe van Andries van Ravestijn 2000 karolusgulden op de goederen en inkomsten van de abdij.
Voor notaris Gijsbert Bosch hebben Libertus van Ravesteijn, provisor van de Abdij van Postel, gemachtigd door Gregorius, abt, Milo van Boxmeer, prior, Norbertus Wilders, supprior, Fulgentius van Heessemoir, Focoldus de Jongh, Petrus Joosselius, Siardus Tielemans, Everardus Wouters, Joannis(!) van Doern, Henrick Abolden de Ode, Norbertus van der Vliert, conventualen van Postel, met toestemming van heer Ygnatus de Heest, abt van Floreffe, als vaderabt van Postel, verklaard schuldig te zijn aan juffrouw Catharina van Geffen, weduwe van Andries van Ravestijn 2000 karolusgulden op de goederen en inkomsten van de abdij.
Ontwikkelingsstadium:
origineel inv.nr. 's-Hertogenbosch_15
NB:
in dorso: op 16 november 1714 gecasseerd
2114 Abdij van Postel, 1138-1797
Inleiding
Regesten
1135 1706-09-01.
Heer Libertus van Ravesteijn, provisor van Postel, verklaart schuldig te zijn namens alle genoemde kloosterlingen van Postel aan Gosuinus van Geffen ten behoeve van zijn zuster juffrouw Anna van Geffen de som van 1500 gulden tegen 4 procent rente.
Heer Libertus van Ravesteijn, provisor van Postel, verklaart schuldig te zijn namens alle genoemde kloosterlingen van Postel aan Gosuinus van Geffen ten behoeve van zijn zuster juffrouw Anna van Geffen de som van 1500 gulden tegen 4 procent rente.
Ontwikkelingsstadium:
origineel inv.nr. Abdij_128
NB:
in dorso aantekening van cassatie in 1714
Zie ook:
2114 Abdij van Postel, 1138-1797
Inleiding
Regesten
1134 1706-07-03.
Voor notaris Petrus van Oudenhoven verklaarde Libertus van Ravesteijn, provisor van de abdij van Postel, namens abt Gregorius, prior Milo van Boxmeer, supprior Norbertus Wildens, senior Fulgentius van Hees, Focaldus de Jongh, Petrus Posselius, Giardus Tielemans, Evermodus Wouters, Johannes van Dooren, Hendricus ab Oldensee en Norbertus van der Vliert, kloosterlingen van Postel, met instemming van heer Ignatius de Hest, abt van Floreffe als vaderabt, schuldig te zijn aan juffrouw Cornelia van Niel, weduwe van Carel le Hardii, inwoner van deze stad, 3000 karolusgulden tegen een rente van vier procent. Met als getuigen schepenen van 's-Hertogenbosch.
Voor notaris Petrus van Oudenhoven verklaarde Libertus van Ravesteijn, provisor van de abdij van Postel, namens abt Gregorius, prior Milo van Boxmeer, supprior Norbertus Wildens, senior Fulgentius van Hees, Focaldus de Jongh, Petrus Posselius, Giardus Tielemans, Evermodus Wouters, Johannes van Dooren, Hendricus ab Oldensee en Norbertus van der Vliert, kloosterlingen van Postel, met instemming van heer Ignatius de Hest, abt van Floreffe als vaderabt, schuldig te zijn aan juffrouw Cornelia van Niel, weduwe van Carel le Hardii, inwoner van deze stad, 3000 karolusgulden tegen een rente van vier procent. Met als getuigen schepenen van 's-Hertogenbosch.
Ontwikkelingsstadium:
origineel inv.nr. Abdij_68
NB:
in dorso: Schepenen schultbrieff van 3000 gulden tot laste van de Abdije van Postel voor de heer Pieter van den Endepoel
Zie ook:
2114 Abdij van Postel, 1138-1797
Inleiding
Regesten
1133 1702-11-16.
Koning Philippe, hertog van Brabant, en de koningin-gouvernante Marie Louise de Savoye geven op verzoek van prior en religieuzen van Postel goedkeuring aan de door hen gekozen Jerosme Raveschot als coadjutor van de abt met recht van opvolging. Gegeven te Madrid.
Koning Philippe, hertog van Brabant, en de koningin-gouvernante Marie Louise de Savoye geven op verzoek van prior en religieuzen van Postel goedkeuring aan de door hen gekozen Jerosme Raveschot als coadjutor van de abt met recht van opvolging. Gegeven te Madrid.
Ontwikkelingsstadium:
origineel inv.nr. Abdij 127
Beschrijving zegel:
met fragmenten van het zegel van de koning
Zie ook:
2114 Abdij van Postel, 1138-1797
Inleiding
Regesten
1132 voor 1702-01-12.
Bernardinus, abt van Floreffe, schrijft aan de abt van Postel dat hij met de prior overlegd heeft over de dag van de verkiezing van een coadjutor, dat deze vastgesteld is op 12 januari en dat de prior de abt zal verzoeken alle religieuzen daarvoor bijeen te roepen.
Bernardinus, abt van Floreffe, schrijft aan de abt van Postel dat hij met de prior overlegd heeft over de dag van de verkiezing van een coadjutor, dat deze vastgesteld is op 12 januari en dat de prior de abt zal verzoeken alle religieuzen daarvoor bijeen te roepen.
Ontwikkelingsstadium:
origineel inv.nr. Abdij_115
Zie ook:
2114 Abdij van Postel, 1138-1797
Inleiding
Regesten
742 1509-03-10.
Schepenen van de voogdij van Mol oorkonden dat Henrick Sels van Balen bekent dat hij van Henrick van Eycke, provisor van Postel, de hoeve van Wezel (Weezeloe) gepacht heeft voor een termijn van zes jaar met ingang van 15 maart 1512, voor 170 Rijnsgulden per jaar; naast andere voorwaarden moet hij bij zijn vertrek 30 mudden rogge achterlaten, alsook zes ossen, vier koeien, twee grote en twee kleine stieren en honderd ooien. Als borgen stelt hij Jannes Kemps, Jan Goeens, Gorijs Mertens, Dijonijs Eelen en Henrick Elsch.
Schepenen van de voogdij van Mol oorkonden dat Henrick Sels van Balen bekent dat hij van Henrick van Eycke, provisor van Postel, de hoeve van Wezel (Weezeloe) gepacht heeft voor een termijn van zes jaar met ingang van 15 maart 1512, voor 170 Rijnsgulden per jaar; naast andere voorwaarden moet hij bij zijn vertrek 30 mudden rogge achterlaten, alsook zes ossen, vier koeien, twee grote en twee kleine stieren en honderd ooien. Als borgen stelt hij Jannes Kemps, Jan Goeens, Gorijs Mertens, Dijonijs Eelen en Henrick Elsch.
Datumaanduiding:
Gedaen in den jaere Ons Heren duijsent viifhondert ende neghen, opten thiensten dach in meerte
Ontwikkelingsstadium:
origineel inv.nr. Mol_10
Beschrijving zegel:
met fragment van het schependomszegel van de voogdij
NB:
in dorso o.a.: aantekening van notaris Da[niel] de Essch, inhoudende dat op 16 augustus 1516 Henrick van Eyck, meester van Postel, de hof van Wezel onder dezelfde voorwaarden verpacht aan Henrick Henrickx Zeels zoen voor een termijn van zes jaar, met ingang van 15 maart 1518
Zie ook: