Arnoldus Buck, kanunnik van de Grote Kerk en proost van de kerk van Sint-Dionysius te Luik, tevens kanunnik van de Sint-Jan in 's-Hertogenbosch, verklaart hij als executeur-testamentair van zijn oom Albertus Buck, met toestemming van bisschop Johannes van Luik, ter vermeerdering van de eer aan God een cantorij sticht in de Sint-Jan. Tot zijn dood is hij de collator, daarna de deken, de twee oudste residerende kanunniken en de kerkmeesters. De kandidaat moet de rang van subdiaken hebben of binnen een jaar verwachten te krijgen en een mantel met muts (almucium) dragen zoals de andere kanunniken. Hij mag geen omgang hebben met verdachte vrouwen, moet bij de kerk wonen en de functie zelf uitoefenen. Van de eerste opbrengen van zijn prebende moet hij een geschikte koorkap (cappa) kopen. Hij bepaalt zijn plaats in de orde van het kapittel en de gezangen bij feesten van een bepaalde rang. Als prebende wijst hij toe: een hoeve in Belveren in Berlicum; een erfcijns uit een huis op de Markt; een erfcijns uit een huis op de Markt en uit een huis in de Orthenstraat; een deel van een kamp in Empel en een erfcijns uit drie kamers aan het eind van de Hinthamertraat buiten de poort van Johannes Pijnappel. Gedaan te Luik in zijn woning in het claustrum van de kerk van Luik.
Arnoldus Buck, kanunnik van de Grote Kerk en proost van de kerk van Sint-Dionysius te Luik, tevens kanunnik van de Sint-Jan in 's-Hertogenbosch, verklaart hij als executeur-testamentair van zijn oom Albertus Buck, met toestemming van bisschop Johannes van Luik, ter vermeerdering van de eer aan God een cantorij sticht in de Sint-Jan. Tot zijn dood is hij de collator, daarna de deken, de twee oudste residerende kanunniken en de kerkmeesters. De kandidaat moet de rang van subdiaken hebben of binnen een jaar verwachten te krijgen en een mantel met muts (almucium) dragen zoals de andere kanunniken. Hij mag geen omgang hebben met verdachte vrouwen, moet bij de kerk wonen en de functie zelf uitoefenen. Van de eerste opbrengen van zijn prebende moet hij een geschikte koorkap (cappa) kopen. Hij bepaalt zijn plaats in de orde van het kapittel en de gezangen bij feesten van een bepaalde rang. Als prebende wijst hij toe: een hoeve in Belveren in Berlicum; een erfcijns uit een huis op de Markt; een erfcijns uit een huis op de Markt en uit een huis in de Orthenstraat; een deel van een kamp in Empel en een erfcijns uit drie kamers aan het eind van de Hinthamertraat buiten de poort van Johannes Pijnappel. Gedaan te Luik in zijn woning in het claustrum van de kerk van Luik.