Notaris Andreas de Wyenhove oorkondt dat de heren en meesters Martinus Steenberch, deken van Sint-Goedele in Brussel, en Johannes de Platea, deken van Sint-Jan in 's-Hertogenbosch, en de kanunniken van Sint-Jan Johannes Steenberch en Johannes Ghiselberti, als scheidslieden gekozen zijn in het geschil tussen heer Rutgerus Bolc en Henricus de Bers over de cantorij van het Bossche kapittel, ontstaan wegens het overlijden van de vorige cantor Johannes de Andel. Beiden claimden deze prebende en hadden zaken aangespannen voor de Curie in Rome en de Raad van Brabant. Gedaan te Brussel in het woonhuis van deken Martinus Steenberch naast het hof (atrium) van de Sint-Goedele in aanwezigheid van Theodericus de Os, meester in de kunsten, en Johannes de Venne, clerici van Luik.
Notaris Andreas de Wyenhove oorkondt dat de heren en meesters Martinus Steenberch, deken van Sint-Goedele in Brussel, en Johannes de Platea, deken van Sint-Jan in 's-Hertogenbosch, en de kanunniken van Sint-Jan Johannes Steenberch en Johannes Ghiselberti, als scheidslieden gekozen zijn in het geschil tussen heer Rutgerus Bolc en Henricus de Bers over de cantorij van het Bossche kapittel, ontstaan wegens het overlijden van de vorige cantor Johannes de Andel. Beiden claimden deze prebende en hadden zaken aangespannen voor de Curie in Rome en de Raad van Brabant. Gedaan te Brussel in het woonhuis van deken Martinus Steenberch naast het hof (atrium) van de Sint-Goedele in aanwezigheid van Theodericus de Os, meester in de kunsten, en Johannes de Venne, clerici van Luik.