Johannes Trevor, bisschop van Saint Asaph en auditor causarum van het Pauselijk Paleis, oordeelt in 1394-04-03 in opdracht van paus Bonifacius IX in de zaak tussen Henricus Keteler, scholaster van Sint-Jan in 's-Hertogenbosch, en Rudolphus Arnoldi Berwout over de scholasterij, welke taak tevoren door de paus opgedragen was aan Guillielus de Cellino, pauselijk kapelaan. Henricus moet bevestigd worden in de de scholasterij. Rudolphus moet van die plaats verwijderd worden en wordt veroordeeld tot terugbetaling van de inkomsten van de scholasterij en betaling van de proceskosten, in aanwezigheid van de meesters Johannes Boon, Goswinus Koc en Conradus Copes, clerici van MĆ¼nster en Utrecht. Nu stelt Nicolaus stelt deze kosten vast. Notaris Hermannus Mollart, clericus van Utrecht, ondertekent de akte.
Johannes Trevor, bisschop van Saint Asaph en auditor causarum van het Pauselijk Paleis, oordeelt in 1394-04-03 in opdracht van paus Bonifacius IX in de zaak tussen Henricus Keteler, scholaster van Sint-Jan in 's-Hertogenbosch, en Rudolphus Arnoldi Berwout over de scholasterij, welke taak tevoren door de paus opgedragen was aan Guillielus de Cellino, pauselijk kapelaan. Henricus moet bevestigd worden in de de scholasterij. Rudolphus moet van die plaats verwijderd worden en wordt veroordeeld tot terugbetaling van de inkomsten van de scholasterij en betaling van de proceskosten, in aanwezigheid van de meesters Johannes Boon, Goswinus Koc en Conradus Copes, clerici van MĆ¼nster en Utrecht. Nu stelt Nicolaus stelt deze kosten vast. Notaris Hermannus Mollart, clericus van Utrecht, ondertekent de akte.