Heer en meester Bartholomeus de Merlaer, beneficiaat in de Sint-Jan in 's-Hertogenbosch, had voor zichzelf en als uitvoerder van het testament van heer en meester Nicolaus Colen, kanunnik in die kerk, een altaar gesticht tere ere van God, de Verrijzenis en het Heilig Graf van Jezus, de Maagd Maria, de apostel Bartholomeus en alle heiligen in de gelijknamige kapel aan de noordzijde bij de grote ingang van het nieuwe werk in de Sint-Jan. De collatie berust bij de stichter, daarna bij het kapittel als geheel en daarna bij de bezitter van de Peertscamp buiten de Anthoniuspoort en daarna beurtelings bij de laatste twee. Die kamp komt aan de eerst gepresenteerde kapelaan, zijn neef Jacobus Colen. Hij sticht een beneficie van twee en een van vijf wekelijkse missen aan dat altaar met als inkomsten gelden uit Den Uterwert of Den Beckerswert in Maren en uit goederen in 's-Hertogenbosch op de Vughterdijk tussen de twee poorten, de Hinthamerstraat, Vughterstraat, Orthenstraat en Peperstraat/Putstraat. Het kapittel stemt hiermee en geeft notaris Cornelis Cogghen opdracht deze akte te schrijven. Gedaan in de kapittelzaal van de Sint-Jan in aanwezigheid van Jacobus Colen, raad, heer Petrus Colen, diaken, en meester Johannes Kemp, meester in de kunsten en virgifer of bastionarius van het kapittel.
Heer en meester Bartholomeus de Merlaer, beneficiaat in de Sint-Jan in 's-Hertogenbosch, had voor zichzelf en als uitvoerder van het testament van heer en meester Nicolaus Colen, kanunnik in die kerk, een altaar gesticht tere ere van God, de Verrijzenis en het Heilig Graf van Jezus, de Maagd Maria, de apostel Bartholomeus en alle heiligen in de gelijknamige kapel aan de noordzijde bij de grote ingang van het nieuwe werk in de Sint-Jan. De collatie berust bij de stichter, daarna bij het kapittel als geheel en daarna bij de bezitter van de Peertscamp buiten de Anthoniuspoort en daarna beurtelings bij de laatste twee. Die kamp komt aan de eerst gepresenteerde kapelaan, zijn neef Jacobus Colen. Hij sticht een beneficie van twee en een van vijf wekelijkse missen aan dat altaar met als inkomsten gelden uit Den Uterwert of Den Beckerswert in Maren en uit goederen in 's-Hertogenbosch op de Vughterdijk tussen de twee poorten, de Hinthamerstraat, Vughterstraat, Orthenstraat en Peperstraat/Putstraat. Het kapittel stemt hiermee en geeft notaris Cornelis Cogghen opdracht deze akte te schrijven. Gedaan in de kapittelzaal van de Sint-Jan in aanwezigheid van Jacobus Colen, raad, heer Petrus Colen, diaken, en meester Johannes Kemp, meester in de kunsten en virgifer of bastionarius van het kapittel.