Archieven

2 Rekest van Lodewijk Jan Baptist Sweerts de Landas ontvanger der konvooien en licenten te Nijmegen meldende dat in 1758 zijn vader als Heer van Oirschot is komen te overlijden zodat de suppliant zich van tijd tot tijd naar Oirschot zou moeten begeven i.v.m. de boedel en andere affaires zodat hij niet altijd op zijn post zal zijn als ontvanger der konvooien en licenten en verzoekt minimaal 3 maanden absent te mogen zijn. – zie ook inv.nr.96 en hier folio 70

33 Missive vanuit de generaliteitsrekenkamer met een advies van de rentmeester der geestelijke goederen in Peelland De Kempenaar op een rekest van Gerard meerderjarige zoon van Benjamin de Jong zijnde lidmaar van de gereformeerde godsdienst tegenwoordig wonende te Oirschot met verzoek om approbatie van de collatie van het beneficie gefundeerd in de St.Leonarduskapel te Beek en Donk [op de Beeksche Donk] op hem geconfereerd dd. 25 januari 1787 voor een periode van 9 jaren verleend door Maria Adriaan Willem Evers weduwe van wijlen Aart Jansse Verbeek en Johan van den Oever als bezitters en eigenaren van een perceel land onder Veghel genaamd de Mostertakker en uit dien hoofde collatoren van dat beneficie; gevolgd door een akte van dezelfde rentmeester over de approbatie van de collatie van het beneficie gefundeerd op het altaar van St.Pieter en St.Paulus in de kerk van Helmond geconfereerd op Willem de minderjarige zoon van Isaac van Beusekom opgevoed in de gereformeerde religie, door toedoen van J.Peeters prelaat van de abdij van Postel en eigenaar van de tienden te Helmond dd. 22 juli 1786 en zulks na het overlijden van Anthonie Balthasar Gualtheri die voor hem dit beneficie bezat. – zie ook folio 1203 rekest van Jacob Daniël de Lange – zie ook folio 1360

17 Memorie van Mr. H.J. van Oldenbarneveld genaamd Witte Tulling advocaat fiscaal van Brabant die de Ho: Mo: in consideratie heeft gegeven of het hen niet zou behagen om op instantie van Carel Hendrik Jacob Sweerts de Landas goed te vinden en te verstaan om onverminderd hoogst der zelver deliberatien over de bedenking of haar Ho: Mo: resolutie van 6 februari 1787 ook zou behoren te worden geëxtendeerd tot de secretarieën, dan of omtrent de officieren en stadhouders zowel als de secretarissen enige bepalingen zouden kunnen worden gemaakt, breder bij haar Ho: Mo: nadere resolutie van de 4 april daar aan volgende voorgesteld, de aanstelling van de persoon van Christiaan de vries tot stadhouder van Oirschot en best te approberen mits dezelfde zich gedurende het voorschreven stadhouderschap van de functies van procureur en deurwaarder zal hebben te onthouden. – zie ook folio 1232

69 Rekest van Jan Pieter van Hoey luitenant kolonel in staatse dienst en kapitein bij de Hollandse Guardes te voet inhoudende dat te Maastricht overleden was P.P.Bogaert in leven kanunnik van het kapittel van Sint Pieter te Oirschot staande ter vervulling van het daardoor vacant geworden canonicaat ter dispositie van haar Ho: Mo: en de suppliant verzoekt daarmee begunstigd te mogen worden, maar het verzoek wordt niet gehonoreerd op basis van de resolutie van 12 april 1721 waarbij is vastgesteld dat het inkomen van de kanunnikenplaats zal blijven worden ingezet tot onderhoud van de gereformeerde godsdienst, doch dat de suppliant zal worden aangesteld en geautoriseerd tot kanunnik van het Oirschotse kapittel om de functie daarvan waar te nemen buiten last van de staat en een extract zal worden doorgestuurd naar de rentmeester der geestelijke goederen van Kempenland Verster.