Jan zoon van Peter die Beer, als echtgenoot van Kathelijn, en Jan Jacop Doremans(?) zoen, als echtgenoot van Margriet, dochters van Aert die Becker, mede voor Henrick Stoep, echtgenoot van hun zuster Heilwig, hebben overgedragen voor schepenen van Oisterwijk aan heer Reyner Croeys, priester, ten behoeve van de zusters van de Derde Regel van Sint-Franciscus in Oisterwijk een deel van een erfpacht uit een huis en hof met toebehoren in Oisterwijk bij de kerk, uit een beemd in Udenhout en uit land daar in Heukelom. Daarna hebben zuster Willem van Hedel, moeder, Elisabeth Scellens, ondermoeder, Elisabeth van Herentals, procuratrix, Margriet Sgruyters, Barber van Goubergen en Jacop Ghysbrechs, kloosterlingen van dit godshuis, namens dit klooster, met goedkeuring van heer Reyner Croes, hun pater en biechtvader, verklaard een deel van een erfpacht uit onderpanden in Udenhout aan Rolof Noppen, wonend in 's-Hertogenbosch, te zullen betalen.
Jan zoon van Peter die Beer, als echtgenoot van Kathelijn, en Jan Jacop Doremans(?) zoen, als echtgenoot van Margriet, dochters van Aert die Becker, mede voor Henrick Stoep, echtgenoot van hun zuster Heilwig, hebben overgedragen voor schepenen van Oisterwijk aan heer Reyner Croeys, priester, ten behoeve van de zusters van de Derde Regel van Sint-Franciscus in Oisterwijk een deel van een erfpacht uit een huis en hof met toebehoren in Oisterwijk bij de kerk, uit een beemd in Udenhout en uit land daar in Heukelom. Daarna hebben zuster Willem van Hedel, moeder, Elisabeth Scellens, ondermoeder, Elisabeth van Herentals, procuratrix, Margriet Sgruyters, Barber van Goubergen en Jacop Ghysbrechs, kloosterlingen van dit godshuis, namens dit klooster, met goedkeuring van heer Reyner Croes, hun pater en biechtvader, verklaard een deel van een erfpacht uit onderpanden in Udenhout aan Rolof Noppen, wonend in 's-Hertogenbosch, te zullen betalen.