Johannes Haze, pastoor van de kerk van de begijnen in 's-Hertogenbosch, oorkondt dat Catharina Swilden, begijn in het Begijnhof, haar testament maakt waarbij ze geld legateert aan de kerkfabrieken van Sint-Lambert in Luik en aan die van de Lieve Vrouw en Sint-Jan in 's-Hertogenbosch en geld om een ciborie aan te kopen aan de kerkfabriek van de begijnen. Aan de pastoor van de begijnen schenkt ze een erfcijns uit een goed in de Orthenstraat in 's-Hertogenbosch voor haar jaargetijde in die kerk. Aan heer Everardus de Dorne, priester, en aan heer Johannes de Argentina schenkt ze geld, ieder voor een dertigste. Bovendien schenkt ze geld aan pastoor Johannes Haze en doet de schenkingen aan diverse particulieren. Gedaan in haar kamer in het begijnhof met als getuigen de begijnen Jutta de Waalwijck en Catharina de Waelwijck.
Johannes Haze, pastoor van de kerk van de begijnen in 's-Hertogenbosch, oorkondt dat Catharina Swilden, begijn in het Begijnhof, haar testament maakt waarbij ze geld legateert aan de kerkfabrieken van Sint-Lambert in Luik en aan die van de Lieve Vrouw en Sint-Jan in 's-Hertogenbosch en geld om een ciborie aan te kopen aan de kerkfabriek van de begijnen. Aan de pastoor van de begijnen schenkt ze een erfcijns uit een goed in de Orthenstraat in 's-Hertogenbosch voor haar jaargetijde in die kerk. Aan heer Everardus de Dorne, priester, en aan heer Johannes de Argentina schenkt ze geld, ieder voor een dertigste. Bovendien schenkt ze geld aan pastoor Johannes Haze en doet de schenkingen aan diverse particulieren. Gedaan in haar kamer in het begijnhof met als getuigen de begijnen Jutta de Waalwijck en Catharina de Waelwijck.