Notaris Philippus de Bonyngen oorkondt dat Martinus Steenberch, deken, Goswinus Keymp, Martinus de Zoemeren, Petrus Swart, Hermannus ten Colke, Wilhelmus Colenzoen en Symon Gerardi, kanunniken van het kapittel van Sint-Jan in 's-Hertogenbosch als vertegenwoordigers van dat kapittel enerzijds en Margareta Lambrechts, mater, Agatha Meynaerts, procuratrix, Elizabeth van Orten en Angela Louwers, bestuurders en andere zusters van de zustercongregatie, in gemeenschap levend, van het huis van Sint-Andreas in die stad, gewoonlijk Van Orthen geheten, samen met hun biechtvader heer Johannes de Wesalia anderzijds beloven de uitspraak van 1453-01-26 na te komen ter beslechting van hun geschil over de oprichting van een kapel met drie altaren en een kerkhof. Gedaan in het oratorium van het huis van de Zusters van Orthen met als getuigen heer Arnoldus Gherijs en Wilhelmus Hals, gebeneficieerde priesters in de Sint-Jan, Johannes Michaelis, bastionarius van die kerk en Petrus zoon van Johannes Faber, clericus van Luik.
Notaris Philippus de Bonyngen oorkondt dat Martinus Steenberch, deken, Goswinus Keymp, Martinus de Zoemeren, Petrus Swart, Hermannus ten Colke, Wilhelmus Colenzoen en Symon Gerardi, kanunniken van het kapittel van Sint-Jan in 's-Hertogenbosch als vertegenwoordigers van dat kapittel enerzijds en Margareta Lambrechts, mater, Agatha Meynaerts, procuratrix, Elizabeth van Orten en Angela Louwers, bestuurders en andere zusters van de zustercongregatie, in gemeenschap levend, van het huis van Sint-Andreas in die stad, gewoonlijk Van Orthen geheten, samen met hun biechtvader heer Johannes de Wesalia anderzijds beloven de uitspraak van 1453-01-26 na te komen ter beslechting van hun geschil over de oprichting van een kapel met drie altaren en een kerkhof. Gedaan in het oratorium van het huis van de Zusters van Orthen met als getuigen heer Arnoldus Gherijs en Wilhelmus Hals, gebeneficieerde priesters in de Sint-Jan, Johannes Michaelis, bastionarius van die kerk en Petrus zoon van Johannes Faber, clericus van Luik.