skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Arnout van Erp
Arnout van Erp Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Arnout van Erp
Arnout van Erp Bhic

Archieven

5017 Gemeentebestuur Schijndel, 1811-1930

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historisch overzicht
Het archief
5017 Gemeentebestuur Schijndel, 1811-1930
Inleiding
Het archief
Bewaring: en ordening van het archief

Geschiedenis van het archief
De brand in de nacht van 27 op 28 september 1944 in het gemeentehuis, heeft het gemeentelijk archief tot die tijd grotendeels vernietigd. Daardoor zijn belangrijke informatiebronnen voor de geschiedenis van Schijndel verloren gegaan. Uit de in 1898 opgemaakte en in druk verschenen inventaris van Mr. A.C. Bondam van het oud archief van de gemeente Schijndel, blijkt dat dit archief vele belangrijke bescheiden moet hebben bevat. De gemeente Schijndel was ook trots op haar archief, getuige het gemeentelijk jaarverslag van 1857: "Het Gemeente-archief is alhier in verhouding van vele andere plaatsen nog al belangrijk en zou voor de geschiedenis dezer gemeente in het bijzonder, en voor de Meierij van 's-Hertogenbosch en het kwartier van Peelland in het algemeen, veel licht kunnen verspreiden."
Het hierna beschreven archiefgedeelte betreft overgebleven bescheiden uit de periode 1811-1930, die van elders nog konden worden overgebracht. Enkele bescheiden waren in de oorlog om bepaalde redenen elders opgeslagen en bleven aldus van genoemde brand gespaard.
Dat zijn de bevolkingsregisters, bescheiden betreffende eigendommen en kadaster, alsmede enige bescheiden uit het provinciaal archief, die door toedoen van de heer A.J. van Bokhoven, destijds chef van de afdeling bevolking en burgerlijke stand, aan de gemeente Schijndel zijn overgedragen. * 
Tenslotte konden uit het registratuurarchief nog belangrijke stukken uit de periode 1880 - 1930 worden overgebracht, zoals de series Bouw- en Hinderwetvergunningen. Al met al beslaat het thans geïnventariseerde bestand nog 7 m' archiefbescheiden.
Van de fatale brand in september 1944 werd een uitvoerig verslag aangetroffen, opgemaakt door A. van Bokhoven, november 1950. Aangezien dit verslag - voor zover kon worden nagegaan - niet is gepubliceerd, wordt het hieronder integraal weergegeven.
Hetgeen o.m. op 26 september 1944 verloren ging tijdens het afbranden van het oude gemeentehuis.
Vertrekken welke zijn uitgebrand:
gelijkvloers (met het gezicht naar het gemeentehuis staande) rechts het bureau van politie. Langs de achterzijde van dit bureau liep een gang aan het einde waarvan (noordzijde) de toilets voor de politie. Aan het andere eind had deze gang verbinding met de benedenhoofdingang, welke van de voor- tot achtergevel van het raadhuis liep.
Aan de andere zijde van deze tussengang bevond zich het archieflocaal. De toegangsdeur tot dit locaal was aan de voor-en achterzijde bekleed met asbestplaten. Het deurkozijn was geheel bekleed met asbest. Het is niet te geloven dat het archieflocaal zou zijn uitgebrand als de Duitse bezetter niet de deur had ingetrapt en daarna in dat locaal ook een vuurhaard had aangelegd. De zoldering van het archieflocaal, bestaande uit ijzeren T-balken, waartussen klinkerstenen in boogvorm gemetseld, hield volkomen stand. Ook al de wanden van dit locaal mankeerden niets dan dat ze zwart geblakerd waren. Achter het archieflocaal bevond zich het stookhok met ketel en kolenberging voor de centrale verwarming. Dit hok bleef ook volkomen behouden.
Links van de beneden-hoofdingang bevond zich het kantoor van de gemeente-ontvanger met bijbehorende wachtkamer. Deze localen zijn geheel uitgebrand. Achter het ontvangerskantoor en wachtkamer bevond zich een berghok met daarachter een smal locaal waarin het bevolkingsregister (persoonskaarten) in veiligheid (voor granaatinslag) was geborgen in stalen (open) bevolkingsbakjes. In dit locaal was ook een partij klompen opgeborgen. In dit vertrek is de vlam niet geweest.
Achter dit smalle locaal waren drie cellen voor gearresteerden, welke ook geheel ongedeerd bleven.
De verdieping van het gemeentehuis. Achterzijde van links naar rechts. De afdeling Financiën, Onderwijs, Pensioenen, Personeel, Eigendommen enz. Daarnaast de kamer van de secretaris. In verband met de reorganisatie der secretarie omstreeks het najaar 1941 en toen de werkzaamheden van de gemeenteraad op bevel van de bezetter waren gestaakt, werd de raadzaal door het plaatsen van een tussenschot ingericht tot secretarie-afdeling (afd. Financiën) en secretaris-kamer. Voordien had de secretaris geen afzonderlijke kamer maar zat aan een afzonderlijk bureau in het secretarie-locaal (links van hoofdingang).
De publieke tribune van de raadzaal deed toen dienst als loketruimte voor het publiek voor de afdeling Financiën enz. Het meubilair van de raadzaal bestond slechts uit zeer eenvoudige stoelen, met bruin wasdoek kussenbekleding, vier eenvoudige twee aan twee aan elkaar geplaatste tafeltjes en een grote tafel waaraan het college van b. en w. en de secretaris zaten tijdens de raadsvergaderingen. De stoelen stonden op de zolder en verbrandden eveneens.
Hier zij vermeld dat de vergaderingen van burgemeester en wethouders op de burgemeesterskamer werden gehouden.
Vervolgens het kadasterlocaal en tot slot de trouwkamer.
In het midden van de zijgevel (noordzijde) de toilets. Dit gedeelte van de verdieping bleef geheel ongedeerd met uitzondering van de toegangsdeur tot de secretariskamer welke wegbrandde. Wel was er granaatinslag geweest in het locaal van de afdeling Financiën. Gelukkig had zulks niet veel schade aangericht. De grootste uitwerking hadden de granaten gehad op de zware houten balken van het platte dak van dit locaal. De scherfwerking bracht beduidende schade aan de bureaux en verder meubilair.
De voorzijde van de verdieping van links naar rechts. De Burgemeesterskamer met ruime diepe kasten. Achter deze kamer een smal locaal ten dienste van de gemeente-bode. Aan rechterzijde boven hoofdingang, de afdeling bevolking, burgerlijke stand, dienstplicht, algemene zaken enz.
Achter dit secretarie-locaal liep een gang welke toegang verleende tot de deuren naar het kadasterlocaal, de trouwkamer en de toilets. De burgemeesterskamer, de bode-kamer en het secretarie-locaal (waar de afdeling bevolking enz. was ondergebracht) brandden geheel af.
In een hoek van de bode-kamer was een schuifdeur welke toegang gaf tot een houten trap, welke naar beneden leidde en uitkwam in het locaal waar het bevolkingsregister in veiligheid was gebracht.
Een andere deur in de bodekamer gaf toegang tot de trap naar de zolder. De zolder brandde eveneens totaal af.
Globaal genomen kan men zeggen dat het gehele gemeentehuis zoals dit oorspronkelijk in 1792 werd gebouwd, afbrandde. De uitbreiding aan de achterzijde welke in 1914 werd gemaakt
bleef ongedeerd, behalve dan dat de archivalia in het archieflocaal geheel werden verpulferd. Alléén boven het uitgebrande en oude gedeelte van het gemeentehuis was een zolder. Boven
het nieuwe gedeelte was een plat dak.
In het torentje op het gemeentehuis hing een klokje (gewicht 55 kg) waarop de volgende tekst stond: "Hendrik Petit me fuderunt 1792". (Dit klokje werd reeds eerder op 21 december 1942 vanwege de Duitse bezetter gevorderd en medegenomen Het is nimmer teruggezien.
Op de zolder werd een drietal oude archiefkisten bewaard:

1. Een zware dikke eikenhouten kist. De dikte van het hout was 3 à 4 cm. Afmetingen naar schatting 70 cm hoog, ± 150 cm lang en 65 cm breed. Onder deze kist waren over de breedte drie houten blokken (voetstukken) bevestigd. Het deksel was in drie evengrote delen gesplitst. Elk deel kon met een zwaar slot worden afgesloten. De kist op zich was niet in vakken verdeeld. De sloten waren op de voorzijde van de kist aangebracht. Een hengsel - scharnierend vanaf het deksel - werd in de sloten gedrukt. Aan elke zijkant van de kist, bevond zich een zwaar ijzeren omlaag-slaand handvat. De kist was wel oud maar er was niets fraais aan te zien.
2. Een kist van kleinere afmetingen en veel dunner hout, met ijzeren sloten. Het deksel uit een stuk. Er was niets fraais aan te zien.
3. Een nog kleinere kist dan de onder 2 bedoelde ± 60 cm hoog; dikte van het hout ± 2 cm met twee ijzeren sloten. Er was niets bijzonders aan de kist te zien. Het deksel was gescheurd. Er stond de volgende tekst op het deksel gegraveerd in hedendaagse hoofdletters:
  Anno 1631
  Aert Janssen van Helmont scholdent in Schijndel.
  Jan Janssen Verhoeven president.
  Aert Janssen Geelincx 1)
 &nbGerit Jan Handricx Verhagen
  Dirck Dircx van Kessel
  Handrick Eijmberts Voets
  Goessen Jan Willems
  Handrick Gijsberts Smits
  Schepenen in Schijndel
  Claes Peters van Griensven secretaris.
In de kisten werd oude rommel (zoals oude stembriefjes) bewaard en koperwerk van de secretaris-privé
1) Lees "Aert Janssen Geelincx van den Borne"
Overigens stonden ten gemeentehuize nog drie oude kasten welke niet zijn verbrand. Deze staan thans nog ten gemeentehuize. Twee van deze kasten zijn hetzelfde. Het is zeer goed mogelijk - zo niet waarschijnlijk - dat deze kasten afkomstig zijn uit het gemeentehuis van voor 1792 het welk in de onmiddelijke nabijheid van de oude R.K. Kerk in het dorp stond. In het bestek omtrent afbraak van laatstbedoeld gemeentehuis stond o.m. dat de boekenkasten, zandbak en turfkist aan de gemeente bleef voorbehouden (en voorts nogdat de muur van het kerkhof moest worden hersteld na afbraak van dat gemeentehuis). Op 19 november 1792 werd de afbraak van dit oude raadhuis toegewezen aan Chr.Kluijtmans, Meestertimmerman te Schijndel voor de door hem publiek geboden som van f 157,--. Het raadhuis moest zijn afgebroken voor 1 mei 1793.

Voorts waren ten gemeentehuize nog aanwezig:
1.   Een zilveren lak-cacet van het oude schependomszegel, gemaakt in het jaar 1636 (dit jaartal stond in het cacet gegraveerd). Daarop stond de beeltenis van St.Servaas met heraldisch rechts daarvan een schildje waarop een (uitgerukte dorre?) boom, heraldisch links drie St.Andrieskruisjes, geplaatst 2 en 1 en aan de voeten van St.Servatius een schildje waarop drie fasen (balken).
2.   Het koperen stempel (geen lakstempel) dat gebruikt werd ten tijde dat Nederland deel uitmaakte van het Franse Keizerrijk (1810-1813).
3.   Het lak-cacet dat gebruikt werd ten tijde van het Koninkrijk Holland onder Koning Lodewijk Napoleon (1806-1810) was tijdens het afbranden van het gemeentehuis in het woonhuis van de burgemeester. Dit stempel (gequartileerd geplaatst 1 en 4 de Franse Adelaar en 2 en 3 de Nederlandse Leeuw) berust nog ten gemeentehuize alhier.
Tot slot zij nog vermeld dat ook verbrand is het levensgroot portret voorstellende burgemeester Manders en geschilderd door de Schijndelse kunstschilder C.A.A.(alias Toon) van Domburg. Dit schilderij werd burgemeester Manders aangeboden door de raadsleden, de secretaris, de ontvanger en de ambtenaar ter secretarie op 3 juni 1915, bij gelegenheid van diens zilveren ambtsjubileum, het schilderij hing oorspronkelijk in de raadzaal en laatstelijk in het secretarie-locaal, afd. Bevolking.

Welke archivalia tijdens het afbranden van het gemeentehuis op 26 september 1944 verloren gingen.
Het gehele prachtig geordende gemeente-archief van vóór het jaar 1810 ging verloren. De perkamente stukken vermeld op blz. 1 t/m 51 van de inventaris van het gemeente-archief (waarvan ook een 30-tal ex. verloren gingen) zijn weliswaar behouden gebleven. Deze bevonden zich in een zeer solide brandkast ter secretarie (afd. Bevolking enz.).
Deze kast schijnt tijdens het afbranden zodanig te zijn verhit dat de perkamente stukken er bros en ineengeschrompeld uit vandaan kwamen. Deze stukken worden thans nog uiterst zorgvuldig bewaard. De vier figuratieve kaarten vermeld op blz. 51 en 52 van de archiefinventaris bevonden zich in het kadasterl(-)kaal, waar niets verbrand is.
Deze kaarten zijn thans nog ongeschonden aanwezig.
Het gemeente archief vanaf 1810 t/m 1930 is eveneens geheel verbrand.
Het archief vanaf 1931 (tijdstip invoering registratuurstelsel) t/m 1944 is, voor zover dit naar de archiefbewaarplaats was overgebracht, of behoorde tot de Afdeling Algemene Zaken, Burgerlijke stand, Dienstplicht enz., eveneens verbrand.
Het archief vanaf 1931 t/m 1944, voorzover dit behoorde tot de Afdeling Financiën, Onderwijs, Eigendommen, Personeelszaken enz. en voorzover dit niet naar de archiefbewaarplaats was overgebracht, is behouden gebleven.
De bij de gemeenteraad ingekomen stukken vanaf augustus 1919 t/m het jaar 1931 zijn behouden gebleven. Deze waren opgeborgen in een antieke kast welke op de secretaris kamer stond. Enkele verordeningen daaruit, welke van kracht waren, zijn na 1931 daaruit gelicht en werden in de ladenkasten van het lopende archief gedeponeerd. De registers van de Burgerlijke stand over de jaren 1811 t/m 1943 zijn allen verbrand. De bevolkingsregisters van voor het jaar 1922 zijn allen bewaard gebleven. Deze waren sinds omstreeks het jaar 1943 opgeborgen in de brandvrije kluis van de M. Jansen de Wit's kousenfabrieken N.V. alhier. Hoewel het gehele kantoorgebouw dier fabrieken in vlammen opging, hield die kluis volkomen stand.
Het archiefregister van de persoonskaartenverzameling is - hoewel het niet meer voor dagelijks gebruik geschikt was - bewaard gebleven. Dit register was opgeborgen in een tweetal brandkasten ter secretarie, (Momenteel is men nog bezig dit archiefregister te vernieuwen).
De persoonskaartenverzameling is bewaard gebleven omdat deze tijdens de dagen der oorlogshandelingen, ter beveiliging van granaatvuur in een benedenvertrek werd geplaatst.
De bij deze collectie behorende woningkaarten-verzameling was niet overgebracht en ging helaas verloren.
De gezinskaarten en de daarbij behorende woningkaarten enz, welke in gebruik waren tijdens de jaren 1923 t/m 1939 gingen weliswaar verloren. De gehele inhoud van deze gezinskaarten - voor zover de personen, tijdens de omzetting van het gezinskaartenstelsel in persoonskaarten, niet meer te Schijndel woonachtig waren - werd overgeboekt op de blaadjes van het archiefregister. Van al de in 1939 aangelegde persoonskaarten werden in 1942/1943 archiefblaadjes getypt, welke verzameling het z.g. voorbestemd archiefregister vormde.
Op de nieuw aangelegde persoonskaarten behoefde alléén het (geldende) laatste adres te worden opgenomen. De oudere (voorgaande) adressen werden echter wel getypt op de blaadjes van het hierboven bedoelde voorbestemd archiefregister. Daarom konden de oude gezinskaarten zijn vernietigd. Deze kaartenverzameling stond in de daarbij behorende lessenaar of de zolder van het gemeentehuis en ging mede in de vlammen op.
Van het chronologisch ingerichte voortbestemd archiefregister zijn twee bandjes - bevattende de geborenen in de jaren 1911 t/m 1920 - verbrand. Dit is niet fataal omdat de persoonskaarten van de desbetreffende personen (óók) bewaard zijn gebleven. (Uiteraard zijn de oude adressen van deze geborenen - als gevolg van het verbranden van de twee bandjes verloren gegaan).
De afgegeven bouwvergunningen over de jaren 1905 t/m 1921 en vanaf 1926 t/m 1936, bevonden zich buiten de archiefbewaarplaats - in de kasten op de z.g. trouwkamer - en zijn daarom behouden gebleven. De vergunningen over de andere jaren zijn verbrand. Hetzelfde geldt ten opzichte van de vergunningen i.g. de hinderwet. Behouden zijn gebleven de vergunningen over de jaren 1912 t/m 1940.
Een gelukkige omstandigheid was het, dat het aantal drankwetvergunningen in 1944 niet zijn maximum had bereikt, als gevolg waarvan niemand op de lijst bedoeld in artikel 17 der Drankwet 1931, stbl. 476 stond. Voor de verloren gegane drankwetvergunningen werden nieuwe gemaakt aan de hand van de afschriften welke in de vergunnings- en verlofslocaliteiten hingen. Waren ook deze afschriften verloren gegaan, dan werd een relaas hieromtrent op papier gesteld en dit als vergunningsakte en het afschrift daarvan aangemerkt.
Bewaard zijn nog gebleven enkele portefeuilles, per onderwerp bij elkaar gebundeld.
Deze portefeuilles bevonden zich niet in de archiefbewaarplaats en bevatten stukken tussen de jaren 1850 en 1930.
Een besluitenboek van de vergaderingen van de gemeenteraad over het tijdvak 15 februari 1929 tot 28 september 1933, hetwelk toevallig op de secretaris-kamer lag, bleef daarom behouden. De presentielijsten van de vergaderingen van de gemeenteraad vanaf 16 januari 1907 zijn behouden. Map met nagenoeg alle verorderingen, welke bij van Berkum lagen en ook grootboeken van secretarie of ontvanger en begroting "met memorie van toelichting". (men bedenke hier dat in elk der gemeenteverslagen voor de jaren 1851 t/m 1935 een beknopt resumé voorkomt van hetgeen in elk der raadsvergaderingen werd behandeld).
De duplicaten van de gemeente-verslagen, berust hebbende ten archieve van de provinciale griffie werden - na het afbranden - op verzoek afgestaan ten behoeve van de gemeente.
Niets dan as - maar dan ook niet anders - was te zien in de uitgebrande archiefbewaarplaats.
Meer geluk dan wijsheid was het dat geen enkele van de vijf ter gemeente-secretarie in gebruik zijnde schrijfmachines verbrandde. Deze machines waren ter voorkoming van plundering in hoge met schuifdeuren afgesloten kasten op de trouwkamer geborgen of achter op een hoge kast geschoven, zodat ze aan het oog onttrokken waren.
Tot slot zij nog opgemerkt dat aan blussing van het gemeentehuis niet te denken viel. Het brandde omstreeks elf uur in de nacht af. Niemand mocht zich indertijd omtrent het invallen van de duisternis op straat bevinden. Bovendien viel er, in verband met het aanhoudende granaatvuur, niet aan te denken dat de brandweer kon uitrukken.

Schijndel, november 1950.
Verantwoording van de inventarisatie.

Voor archiefonderzoeken belangrijke series ontbreken zoals notulen van de gemeenteraad en van burgemeester en wethouders, correspondentieregisters van de gemeenteraad, van burgemeester en wethouders en van de burgemeester, de publicaties, processen verbaal en jaarbundels van ingekomen stukken. Dit verklaart ook, waarom - zoals uit de titel blijkt - deze inventaris geen beschrijving inhoudt van een archief, maar van archiefbescheiden. De essentie van een archief is immers de aanwezigheid van de notulen van het orgaan, dat het archief vormde. * 
Desondanks zijn er nog wel bescheiden bewaard gebleven, die de moeite van een nadere bestudering waard zijn en vaak aanwijzingen kunnen geven bij deelonderzoeken naar de dorpsgeschiedenis van Schijndel.
Een gelukkige omstandigheid is, dat genoemde heer van Bokhoven, ook vóór de oorlogsbrand, vele onderzoeken in het gemeentearchief heeft gepleegd en daarvan publicaties heeft verzorgd. Deze publicaties met nog andere geschiedkundige gegevens heeft hij destijds bijeengebracht twee omvangrijke documentatieordners. [nb. zie collectie Van Bokhoven]
De toegepaste rubricering in deze inventaris geschiedde volgens de richtlijnen van de Minister van Binnenlandse Zaken van 1948. * 
De inventaris werd getypt op het gemeentehuis van Schijndel en in offset gedrukt door het administratief centrum Schijndel.
Omslag en enkele klappers en afbeeldingen werden vervaardigd door medewerkers van het streekarchivariaat.
Ik hoop, dat deze inventaris het onderzoek naar de dorpsgeschiedenis van Schijndel zal bevorderen.

Schijndel, 1979

W.H.Cornelissen, streekarchivaris.
Lotgevallen van het archief

In de nacht van 27 op 28 september 1944 heeft in het gemeentehuis van Schijndel een brand gewoed, die het gemeentelijk archief grotendeels heeft verwoest. Deze brand, die een groot deel van het papieren verleden van Schijndel in de as heeft gelegd, is aangestoken door terugtrekkende Duitse troepen tijdens de operatie Market Garden. Het archief dat in deze inventaris is beschreven betreft deels het restant dat van voor 1930 bewaard gebleven is en deels wat van elders nog kon worden overgebracht.

De bevolkingsgregisters lagen ergens anders in het gemeentehuis en zijn gespaard. Dat gold ook voor stukken betreffende eigendommen en het kadaster. Ook de series bouwvergunningen en hinderwetvergunningen uit de periode 1880-1930 zijn op die manier behouden gebleven. De heer A.J. van Bokhoven, destijds chef afdeling Bevolking en Burgerlijke Stand, heeft een verslag gemaakt van de fatale brand. Hieronder enkele citaten:

"De toegangsdeur was geheel bekleed met asbest. het is niet te geloven dat het archieflocaal zou zijn uitgebrand als de Duitse bezetter niet de deur had ingetrapt en daarna in dat lokaal ook een vuurhaard had aangelegd." En verder op: "Globaal genomen kan men zeggen dat het gehele gemeentehuis zoals dit oorspronkelijk in 1792 werd gebouwd, afbrandde. De uitbreiding aan de achterzijde welke in 1914 werd gemaakt bleef ongedeerd, behalve dan dat de archivalia in het archieflocaal geheel werden verpulferd." Wat toevallig die nacht niet in de archiefbewaarplaats lag, bleef behouden, zoals een besluitenboek van de vergaderingen van de gemeenteraad over het tijdvak 1929-1933. dat op de kamer van de gemeentesecretaris lag.
Het gevolg van dit alles is geweest dat belangrijke series, zoals de notulen van de gemeenteraad en van het college van B en W ontbreken. De serie gemeentelijke jaarverslagen was eveneens verdwenen, maar de duplicaten die in het archief van de provinciale griffie berustten zijn daarvoor in de plaats gesteld. Bijgevolg is dit ook niet de inventaris van het archief van een gemeentebestuur, maar een inventaris van de archiefbescheiden die ons nog resten.
De inventaris is in 1979 gemaakt door de toenmalige streekarchivaris van het streekarchief Langs Aa en Dommel, W.H. Cornelissen. Deze inventaris is enigszins gemoderniseerd en aangevuld met archivalia die bij de inventarisatie van het archief uit de periode 1930-1960 nog tevoorschijn zijn gekomen.

Streekarchief Langs Aa en Dommel, 2003
Aanwijzingen voor de gebruiker
Bijlagen

Kenmerken

Datering:
1811-1930
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch