De vleeskeuringswet van 1919 schreef de instelling van plaatselijke keuringsdiensten voor vee en vlees voor * . Bij de wet van 1922 tot wijziging van de vleeskeuringswet werd de mogelijkheid geopend voor gemeenten om de keuringsdienst gemeenschappelijk te regelen * .
Eventueel kon een gemeenschappelijke vleeskeuringsdienst worden ingesteld krachtens een dwingend koninklijk besluit, waarin gemeenten aangewezen werden om hun keuringsdienst gezamenlijk te regelen.
Zo wees het koninklijk besluit van 20 februari 1923 de gemeenten Boekel, Dinther, Erp, Gemert, Heeswijk, St. Oedenrode, Schijndel, Uden, Veghel en Zeeland aan tot gemeenschappelijke regeling van hun keuringsdienst. Bij gemeenschappelijk raadsbesluit geschiedde dit in maart 1923 door middel van de verordening op de keuringsdienst voor vee en vlees. De dienst ving haar taak aan op 27 juni 1923.
Deze verordening regelde ook organisatie en taak der dienst, voor zover niet geregeld bij de wet.
De dienst had tot taak het keuren van vlees op consumptie-geschiktheid en het weren van vlees en vleeswaren, die voor de volksgezondheid schadelijk zijn. Tevens adviseerde zij de aangesloten gemeenten inzake besluiten en verordeningen, betreffende vlees en vleeswaren.
Eerste directeur werd Rudolf H.P. Fischer, benoemd op 23 juli 1923, met ingang van 1 september 1923.
Voor de Tweede wereldoorlog was op jaarbasis sprake van keuringen van enkele duizenden runderen, duizend kalveren en zevenduizend varkens.
Rond 1970 liggen die cijfers op ongeveer 4800 runderen, 63.300 varkens en enkele honderden kalveren per jaar.
De dienst zetelde te Veghel, en werd uitgeoefend door een keuringsveearts, tevens hoofd van de dienst, eventueel bijgestaan door hulppersoneel. Al het personeel werd aangesteld door de centrumgemeente, na aanbeveling door een commissie, gevormd uit de aangesloten gemeenten.
In 1923 werd de voormalige woning van het hoofd der school verbouwd om dienst te doen als kantoor van de Vleeskeuringsdienst.
In dit gebouw gelegen aan de Stationsstraat A 359 op de Bolken was destijds ook gevestigd de distributiedienst. (zie foto BCV1583 )
Het pand is in 1944 door oorlogshandelingen verwoest. Ter plaatse ligt nu o.m. het busstation.
Vervolgens had men het plan tot verbouw en uitbreiding van de gemeentelijke ambachtschool met de vleeskeuringsdienst te Veghel.
Maar laboratorium en kantoor van de Vleeskeuringsdienst worden daarna toch gevestigd op de bovenverdieping van de Rijkspolitiepost aan de Stationsstraat 51.
In 1951 werd een bescheiden kantoor en laboratorium gebouwd bij het openbaar slachthuis
aan het Middegaal gelegen.
Slachthuis en ruimten van de Vleeskeuringsdienst werden in de periode 1969-1970 nog gemoderniseerd en verbouwd. Op 5 en 6 mrt 1971 werd het vernieuwde complex geopend.
Landelijk was het gesprek echter op gang gekomen om keuringsdiensten te programmeren en saneren. Gedurende die jaren beschouwde men het exploiteren van openbare slachthuizen steeds minder tot taak van de overheid. Bovendien verkeerden deze gemeentebedrijven in een ongunstige concurrentiepositie t.o.v. particuliere slachterijen en kampten vaak met exploitatietekorten en stijgende personeelslasten.
Per 1975 is het openbaar slachthuis opgeheven en verkocht.
In 1985 is de Vleeskeuringsdienst opgeheven.